Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst Regio Nijmegen

Studiefaciliteitenregeling ODRN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst Regio Nijmegen
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingStudiefaciliteitenregeling ODRN
CiteertitelStudiefaciliteitenregeling ODRN
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpStudiefaciliteitenregeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-201801-03-2016nieuwe regeling

01-10-2018

bgr-2018-1241

DB 2018.011

Tekst van de regeling

Intitulé

Studiefaciliteitenregeling ODRN

 

Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

 

Gelet op artikel 57b van de Wet gemeenschappelijke regelingen

 

Gelet op artikel 18 lid 3 van de gemeenschappelijke regeling ODRN

 

Gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 23 februari 2016

 

Besluit vast te stellen en van toepassing te verklaren op het personeel van Omgevingsdienst Regio Nijmegen de Studiefaciliteitenregeling ODRN

 

Studiefaciliteitenregeling ODRN  

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Medewerker De ambtenaar volgens CAR-UWO artikel 1.1.a. of CAP artikel A.1.1.a., in dienst van een latende organisatie of van een OD

LAGO De Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling Gelderse Omgevingsdiensten 2017

Opleidingsplan Een jaarlijks vast te stellen plan conform CAR-UWO art. 17:3 en 17:4

OD Opleiding Een verplichte opleiding op grond van de opleidingsbehoefte van de OD of de gezamenlijke OD’s . Zie ook artikel 3 van deze studiefaciliteitenregeling.

POP Persoonlijk Ontwikkelingsplan conform CAR-UWO art. 17:3. Binnen de ODRN is het POP een onderdeel van de HR-cyclus.

POP opleiding Een opleiding waarover afspraken zijn gemaakt in het POP en/of de HR-cyclus. Zie ook artikel 3 van deze studiefaciliteiten-regeling.

Opleidingsovereenkomst De afspraken tussen directeur en medewerker over (POP) opleidingen, zoals bedoeld in CAR-UWO art 17:4. Hierin worden in ieder geval afspraken gemaakt over verlof voor volgen opleiding, verlof voor studie en eventuele vergoeding reiskosten .

Artikel 2 Studiefaciliteiten

1. Studiefaciliteiten bestaan uit financiële middelen en/of uit studie- /studeerverlof.

2. Studiefaciliteiten kunnen worden toegekend als er sprake is van een relatie tussen aard en doel van de studie en als sprake is van noodzaak en/ of belang voor de organisatie en de medewerker.

3. De relatie, zoals hierboven bedoeld, is aanwezig als:

a. het een werkgerelateerde (en daarmee verplichte) OD opleiding betreft

b. het een werkgerelateerde POP opleiding betreft

4. Op seminars en eendaagse trainingen is deze regeling ook van toepassing met uitzondering van de terugbetalingsverplichting.

5. Toekenning van studiefaciliteiten is mede afhankelijk van de prioriteitsbepaling en het beschikbare budget.

6. De leidinggevende maakt de afweging van noodzaak en/ of belang van een opleiding en bepaalt onder welke categorie als bedoeld bij lid 2 en 3 deze gerangschikt moet worden.

Artikel 3 Typen/categorieën opleidingen en congressen

1. Binnen de ODRN bestaan er zoals geregeld in de LAGO artikel 7.1.4. vier typen/categorieën opleidingen:

a. OD opleidingen van de gezamenlijke OD’s: Dit zijn opleidingen die de OD’s gezamenlijk aanbieden. Opleidingen die gevolgd moeten worden op grond van een wettelijke verplichting maken onderdeel uit van de gezamenlijke of eigen OD opleidingen.

b. OD opleidingen van de ODRN: In dit onderdeel gaat het om invulling van de specifieke opleidingsbehoefte en opleidingsthema's van de eigen Omgevingsdienst, inclusief een motivatie daarvoor. In deze motivatie wordt ten minste ingegaan op die specifieke ontwikkelingen in de eigen Omgevingsdienst die bepalend zijn voor de opleidingsbehoefte. De opleidingsbehoefte wordt beschreven in de vorm van opleidingsthema's. Opleidingen die gevolgd moeten worden op grond van een wettelijke verplichting maken onderdeel uit van de gezamenlijke of eigen Omgevingsdienstopleidingen.

c. POP opleidingen: Dit zijn opleidingen die op basis van de afspraken in het POP gevolgd worden. Bij POP opleidingen wordt een opleidingsovereenkomst gemaakt.

d. Overige opleidingen: Dit zijn opleidingen die niet vallen onder a, b of c. Doorgaans wordt in het opleidingsplan hiervoor alleen budget gereserveerd en vindt nadere invulling in de loop van het opleidingsplanjaar plaats. Het kan bijvoorbeeld gaan om persoonlijke opleidingsvragen (al of niet in relatie tot het werk) die niet in een POP zijn opgenomen of om OD opleidingen die niet voorzien waren.

2. Tenzij de manager anders beslist gelden voor het bezoek van een congres dezelfde studiefaciliteiten als voor opleidingen.

Artikel 4 Toekenning

1. Medewerkers vragen in overleg met de leidinggevende de opleiding aan middels een studiefaciliteitenformulier.

2. Medewerkers die een aanvraag hebben ingediend krijgen schriftelijk bericht (in de vorm van een afschrift van de opleidingsovereenkomst) over het besluit of de opleiding wel of niet wordt toegekend.

3. Afspraken over studiefaciliteiten, zoals in artikel 2 lid 6, worden schriftelijk vastgelegd in een opleidingsovereenkomst.

4. De medewerker geeft aan bekend te zijn met de terugbetalingsverplichting, zoals opgenomen bij artikel 9 van deze regeling.

5. De studie, waarvoor de faciliteiten worden gevraagd, moet georganiseerd worden door een erkend en bevoegd opleidingsinstituut.

Artikel 5 Vergoeding opleidingskosten

1. De directe kosten van OD opleidingen en POP opleidingen, zoals beschreven in artikel 3 lid 1a,1b en 1c, worden volledig door de ODRN vergoed zoals geregeld in de LAGO artikel 7.1.5.

2. OD opleidingen worden in werktijd gehouden zoals geregeld in de LAGO artikel 7.1.5.

3. De reiskosten naar een eventueel opleidingslocatie worden vergoed als dienstreis zoals geregeld in de LAGO artikel 7.1.5.

4. Voor overige opleidingen, zoals beschreven in artikel 3 lid 1d, kan de vergoeding in overleg nader bepaald worden.

5. Zoals geregeld in de LAGO artikel 7.1.4. lid 5 wordt het beschikbare opleidingsbudget en de gemotiveerde verdeling daarvan over de OD opleidingen van de gezamenlijke OD’s, OD opleidingen van de ODRN, POP opleidingen en Overige opleidingen vastgelegd in het opleidingsplan.

Artikel 6 Verlof

1. De compensatie (tijd voor tijd) voor het volgen van een OD opleiding, die in de eigen tijd (roostervrije dag) gevolgd wordt op een externe locatie, die op verzoek van de werkgever plaatsvindt, bedraagt vier uur per dagdeel (ochtend, middag of avond). De cursustijd 's avonds voor verplichte vakgerichte scholing wordt niet gecompenseerd in het geval van managementopleidingen.

2. De reistijd vanwege een cursus wordt niet gecompenseerd behalve in uitzonderlijke gevallen. Dit ter beoordeling van de leidinggevende.

3. Ter voorbereiding op een examen, kan indien noodzakelijk aan de medewerker verlof worden verleend tot een maximum van 14,4 uur per (studie)jaar. Voor deeltijders geldt dit maximum aantal uren naar rato.

4. Bij POP opleidingen wordt een opleidingsovereenkomst gemaakt, daarin worden in ieder geval afspraken gemaakt over verlof voor het volgen van de opleiding en verlof voor studie.

5. Voor het volgen van een opleiding of andere activiteiten in het kader van een POP vindt in het algemeen geen compensatie tijd voor tijd plaats, tenzij het organisatiebelang van deze POP opleiding groot is (zie 6.6). Anders gezegd kunnen opleidingen die in de eigen tijd (roostervrije dag) gevolgd worden, dus niet geschreven kunnen worden, tenzij het organisatie belang in grote mate aanwezig is voor het POP.

Artikel 7 Studietermijn

1. Faciliteiten voor opleiding en persoonlijke ontwikkeling worden verleend voor de termijn vastgelegd in het POP, of anders voor de normaal te achten duur van de opleiding of het ontwikkelingstraject;

2. De ODRN kan besluiten op verzoek van de leidinggevende of de medewerker de termijn van de faciliteiten voor opleiding en persoonlijke ontwikkeling te verlengen;

3. De termijn als bedoeld in lid 1 en 2 eindigt in ieder geval bij het beëindigen van het dienstverband, tenzij expliciet anders is overeengekomen.

Artikel 8 Verplichtingen medewerker

1. De medewerker, aan wie faciliteiten voor opleiding of een ontwikkelingstraject zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 7 lid 1 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn opleiding geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan de ODRN mede te delen, behalve als dat op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.

2. Als er geen sprake is van examinering dient de medewerker middels een certificaat van deelname het resultaat van de opleiding mede te delen;

3. Als er sprake is van een ontwikkelingstraject zal de medewerker een rapportage van zijn begeleider moeten overleggen waarin ten minste wordt aangegeven dat de medewerker actief heeft deelgenomen aan het traject.

Artikel 9 Terugbetalingsregeling

1. In bepaalde gevallen bestaat er een verplichting om de kosten van een opleiding of ontwikkelingstraject terug te betalen. Hierbij worden de volgende kosten meegenomen: de lesgelden of trajectkosten (inclusief examengelden) en de kosten van boeken en lesmaterialen. Reis- en verblijfkosten en het verleende studieverlof worden hierbij buiten beschouwing gelaten.

2. Terugbetaling van de kosten geschiedt in de volgende gevallen:

a. indien de medewerker de in opgelegde verplichting genoemd in artikel 8 niet nakomt;

b. indien de medewerker de opleiding of het ontwikkelingstraject, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de in artikel 7 bedoelde termijn is verstreken, zonder dat de opleiding of het traject heeft geleid tot het behalen van een diploma / certificaat / bewijs van deelname of rapportage zoals bedoeld in artikel 8 lid 3, waaruit ten minste een goede inzet van de medewerker tijdens het ontwikkelingstraject blijkt;

c. de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 10.

3. Daarnaast dienen de kosten van een opleiding of ontwikkelingstraject (of een deel daarvan) terug te worden betaald indien de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voordat de opleiding of het ontwikkelingstraject is afgerond of als de ontslagdatum binnen twee jaren na het beëindigen van de opleiding of het ontwikkelingstraject ligt. Hierbij wordt de terugbetalingstermijn bepaald aan de hand van de duur en de kosten van de gehele opleiding of het gehele ontwikkelingstraject.

a. bij opleidingen en/of ontwikkelingstrajecten waarvan de kosten € 1500,- of lager zijn en de duur 6 maanden of korter is, is er geen terugbetalingsverplichting;

b. bij opleidingen en/of ontwikkelingstrajecten waarvan de kosten hoger zijn dan € 1500,- en/of de duur langer is dan 6 maanden geldt een terugbetalingstermijn van twee jaar (gerekend vanaf de einddatum van de opleiding of het ontwikkelingstraject), waarbij na een jaar het terug te betalen bedrag wordt verminderd naar: de kosten maal iedere maand die aan de termijn van twee jaar ontbreekt gedeeld door 24;

4. De terugbetalingsverplichting op grond van gestelde in lid 2, onder b, van dit artikel vervalt, indien voortzetting van de opleiding redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd;

5. De ODRN kan de medewerker op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

6. Bij mobiliteit binnen het stelsel Omgevingsdiensten is de terugbetalingsverplichting niet van toepassing.

Artikel 10 Intrekking

Indien de ODRN op grond van ingewonnen inlichtingen van mening is dat de medewerker onvoldoende inzet pleegt om de opleiding of het ontwikkelingstraject met goed gevolg af te ronden kan de ODRN de faciliteiten voor opleiding en persoonlijke ontwikkeling – al dan niet tijdelijk – intrekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats als de medewerker aannemelijk maakt dat de onvoldoende inzet het gevolg is van omstandigheden die niet aan de medewerker zijn te wijten.

Artikel 11 Hardheidsclausule

1. In het geval dat deze regeling daarin niet voorziet kan de ODRN, op voordracht van de leidinggevende of op verzoek van de medewerker(s), met betrekking tot de faciliteiten voor studie en persoonlijke ontwikkeling en in bijzondere gevallen afwijkende afspraken maken met de medewerker dan wel in positieve zin afwijken van het gestelde in deze regeling.

2. Indien onder eerste lid sprake is van een verplichte opleiding waarbij het niet of gedeeltelijk volgen ervan en/of het niet of gedeeltelijk positief afsluiten van een examen gevolgen kan hebben voor het blijven uitoefenen van de huidige functie, dan vraagt de werkgever met betrekking tot het beschikbaar stellen van studiefaciliteiten de Ondernemingsraad om instemming overeenkomstig de WOR. Hierbij gaat het nadrukkelijk niet om de mogelijke arbeidsrechtelijke implicaties.

Artikel 12 Registratie door P&O

In het personeelsinformatiesysteem worden ook de opleidingen met een terugbetalings-verplichting geregistreerd, zodat vastgelegd wordt wie welke opleiding heeft gevolgd. Het studiefaciliteitenformulier is de basis voor P&O om de opleidingen te registeren in het personeelsinformatiesysteem.

Is de terugbetalingsverplichting van toepassing dan krijgt de medewerker een brief. Indien deze niet van toepassing is wordt geen brief opgesteld.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. De regeling treedt in werking de eerste dag na publicatie en heeft terugwerkende kracht tot 1 maart 2016. en is met ingang van deze datum van toepassing op alle opleidings- en ontwikkelingstrajecten vanaf dat moment overeengekomen tussen de ODRN en haar medewerkers.

2. De opleidings- en ontwikkelingstrajecten, overeengekomen tussen de ODRN en haar medewerkers voor de datum van ingang van deze regeling, blijven de daarvoor gemaakte afspraken van toepassing tot het verstrijken van de termijn genoemd in artikel 7 lid 1.

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

Nijmegen, 1 oktober 2018

de voorzitter, de secretaris