Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Zevenaar 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Zevenaar 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2018 | Nieuwe regeling | 28-09-2018 | Z/18/314617 |
Aanleiding voor nieuwe beleidsregels uitwegen
In de gemeente Zevenaar is het verboden zonder vergunning een uitweg te maken of te veranderen. Op grond van de Wabo in combinatie met de APV, kan hiervoor een omgevingsvergunning worden aangevraagd. In de APV zijn voor deze vergunning diverse weigeringsgronden opgenomen. Bovendien kan de gemeente, ter bescherming van het belang waarvoor de vergunning is vereist, voorschriften en beperkingen verbinden aan de vergunning. Er bestaat binnen de gemeente behoefte aan een kader op basis waarvan vergunningsaanvragen voor uitweg ten worden getoetst. Dit beleids- en toetsingskader is in dit document vastgelegd. Deze beleidsregels bevorderen eenduidige besluitvorming (consistentie) en biedt de aanvrager vooraf inzicht in de toetsingscriteria (transparantie).
De doelstelling van onderhavige beleidsregels is een helder en formeel kader te scheppen, waarin onder andere de voorwaarden en het beheer en onderhoud met betrekking tot de aanleg van uitwegen zijn vastgelegd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar;
de ‘Beleidscriteria toewijzing uitwegvergunningen gemeente Zevenaar, vastgesteld op 6 september 2005 en de ‘Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Rijnwaarden, vastgesteld op 19 maart 2013’ te harmoniseren tot een nieuw beleid ten aanzien van de beleidsregels uitwegen in de gemeente Zevenaar.
gelet op: artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht:
artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2018 van de gemeente Zevenaar;
vast te stellen: de navolgende Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Zevenaar 2018, welke geldig zijn zowel binnen de bebouwde kommen als buiten de bebouwde kommen, met de bijbehorende artikelsgewijze toelichting op de beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Zevenaar.
Artikel 1 Bruikbaarheid van de weg
Een uitwegvergunning kan in het belang van de bruikbaarheid van de weg worden geweigerd indien door het maken of veranderen van de uitweg:
Artikel 2 Veilig en doelmatig gebruik van de weg
Een uitwegvergunning kan in het belang van het veilig en doelmatig gebruik van de weg worden geweigerd indien de uitweg komt te liggen:
op een plaats waar de opstelruimte op het betreffende perceel voor het plaatsen van een personenauto minder dan 5 meter diep bij 2,5 meter breed, gemeten haaks op de rijbaan, zou bedragen op een plaats waar belemmeringen ontstaan voor het in- en uitrijden met een personenauto van één of meer bestaande garages;
Artikel 3 Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
Een uitwegvergunning kan in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving worden geweigerd indien:
Artikel 4 Bescherming van groenvoorzieningen van de gemeente
Een uitwegvergunning kan in het belang van de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente worden geweigerd indien:
Bij een aanvraag voor het verplaatsen van een bestaande uitweg gelden dezelfde voorwaarden als bij een aanvraag voor het verkrijgen van een eerste uitweg.
Als nadere voorschrift geldt dat de binnen de bebouwde kom te vervallen uitweg moet worden verwijderd en de vrij gekomen ruimte moet worden hersteld naar de omgevingssituatie. De kosten voor dit herstel komen voor rekening van de aanvrager en zullen op basis van werkelijke kosten worden verrekend.
Een uitwegvergunning wordt aangevraagd via het omgevingsloket en wordt afgehandeld volgens de regels van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Bij de aanvraag van een vergunning dient de aanvrager op tekening aan te geven waar op het perceel de gewenste uitweg gerealiseerd zou moeten worden en waar deze het op de openbare weg aansluit. De tekening dient voorzien te zijn van maatvoering. De aanvraag wordt vervolgens gepubliceerd in de Zevenaar Post en ligt gedurende zes weken ter inzage. Tijdens deze zes weken kunnen zienswijzen worden ingediend.
Bedrijven met een frontbreedte van maximaal 50 meter kunnen volgens de bovenstaande richtlijn maximaal één uitweg hebben van twaalf meter breed. Twee uitwegen, welke samen een breedte van maximaal 12 meter hebben, wordt toegestaan, mits er minimaal zes meter tussen beide uitwegen aanwezig is en de frontbreedte van het perceel tenminste 30 meter bedraagt. Als het uitwegen betreft die alleen voor het inrijden of uitrijden gebruikt worden (beide éénrichtingsverkeer), dan mogen deze op kortere afstand van elkaar gerealiseerd worden. Uit de uitvoering moet echter wel duidelijk blijken dat het twee aparte uitwegen zijn;
De materiaaltoepassing en uitvoeringswijze van de uitweg wordt in nieuwbouw- of bestaande situaties afgestemd met de voor dat bepaalde gebied gemaakte afspraken. Daarbij wordt aangesloten bij de uitvoering van nabijgelegen uitwegen en eventuele voorschriften van het bestemmingsplan of beeldkwaliteitsplan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door de gemeente geselecteerde standaard materialen, afmetingen en opbouwconstructies.
Artikel 11 Kosten aanleg/verplaatsen uitweg
De kosten voor de aanleg of verplaatsing van de uitweg in bestaande situaties worden vooraf door de gemeente begroot en worden achteraf volgens de werkelijke kosten in rekening gebracht bij de aanvrager. Indien de kosten niet te begroten zijn door de omvang en/of de complexheid, worden de werkelijke kosten bij de aanvrager achteraf in rekening gebracht.
Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar het oordeel van het college tot onaanvaardbare gevolgen kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.
Artikel 14 Intrekking oude beleidsregels en beleidscriteria
Met deze ‘Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Zevenaar 2018’ worden de ‘Beleidscriteria toewijzing uitwegvergunningen gemeente Zevenaar, vastgesteld op 6 september 2005 en de ‘Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Rijnwaarden, vastgesteld op 19 maart 2013’ ingetrokken.
Vergunningen verleend op basis van de APV en 'in samenhang met Wabo genomen vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels gelden als vergunningen verleend krachtens deze beleidsregels. Wanneer een eerder toegestane uitweg, welke in strijd is met deze nieuwe beleidsregels, zijn de nieuwe beleidsregels niet van toepassing.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar
De secretaris
MichelTromp
De burgemeester
EllaSchadd-de Boer
Artikelsgewijze toelichting op de beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Zevenaar
Deze beleidsregels gelden voornamelijk alleen voor uitwegen die in de bebouwde kom worden aangelegd of worden verwijderd. Uitwegen buiten de bebouwde kommen zullen afzonderlijk worden beoordeeld, waarbij specifieke eisen aan kunnen worden toebedeeld.
Over het algemeen verminderen uitwegen de bruikbaarheid van het openbaar gebied. Zo beperken uitwegen de mogelijkheid voor de wegbeheerder om de lichtpunten van de openbare weg op regelmatige afstanden te plaatsen c.q. te handhaven. Ook beperken uitwegen de parkeermogelijkheden op de openbare weg.
Uitwegen die op een gebiedsontsluitingsweg aansluiten worden in principe geweigerd. In het kader van Duurzaam Veilig en de CROW wegcategorisering zijn uitwegen op dit soort wegen niet toegestaan. Indien er ruimte is kan overwogen worden of de aanleg van een parallelweg rendabel is.
Een uitweg die een parkeergelegenheid (garage, carport, of voortuin) op particulier terrein van een woning ontsluit, moet qua ligging zodanig zijn gesitueerd dat er niet meer dan één parkeerplaats langs de openbare weg verloren gaat. Hiervan kan slechts worden afgeweken indien de situatie ter plaatse dit feitelijk onmogelijk maakt en geen alternatief voorhanden is welke niet strijdig is met enig ander voorschrift uit deze beleidsregels.
Bij aanvragen om uitweg van een bedrijfsperceel geldt dat de uitweg kan worden vergund indien de ter plaatse geldende parkeernorm niet wordt aangetast door de verwijdering van één of meer openbare parkeerplaats(en) ten behoeve van de uitweg, dan wel dat de parkeernorm wordt hersteld door de aanleg van één of meer nieuwe openbare parkeerplaatsen in de onmiddellijke omgeving, waarbij de kosten van aanleg worden doorberekend aan de aanvrager.
Te brede uitwegen leiden tot snellere en minder voorspelbare manoeuvres bij het in- en uitrijden, die gevaar kunnen opleveren voor andere weggebruikers. Het gaat hier meestal om woonstraten met een verblijfsfunctie. Er moet derhalve rekening worden gehouden met fietsers en voetgangers waaronder spelende kinderen. De weggebruiker zal bij brede uitwegen ook een verkeerde inschatting kunnen maken van de van toepassing zijnde voorrangsregels. De lokale verkeerssituatie kan verder beperkingen opleggen in de keuze van de situering van de uitweg. Daarnaast dient er rekening mee te worden gehouden dat uitwegen altijd ten koste gaan van de openbare parkeercapaciteit in de straat.
Bij het aanleggen van uitwegen moet daarom voldoende ruimte overblijven voor de benodigde aantal parkeerplaatsen. De uitweg dient dan ook niet breder te zijn dan noodzakelijk om het voertuig al dan niet met aanhanger op eigen erf te plaatsen. In dit kader past uniformiteit van de afmetingen. Om te beoordelen of er voldoende parkeerruimte is kan er een parkeerdruk onderzoek worden uitgevoerd. Dit kan door waarneming op drie momenten, vrijdagavond, zaterdagochtend en een doordeweekse dag(buiten de reguliere etenstijden). Er wordt dan bijgehouden hoeveel parkeerplaatsen zijn bezet. Hierdoor ontstaat een redelijk beeld van de parkeerdruk omdat dit de pieken zijn voor het parkeren.
Als de parkeerdruk < 85% dan is er geen bezwaar tegen het opheffen van een parkeerplaats ten behoeve van een uitweg.
Als door de aanleg van de uitweg één of meer openbare parkeerplaatsen verloren zouden gaan en de parkeerdruk in het gebied/straat te hoog is, wordt geweigerd.
Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
Uitvoering met grove onregelmatigheden in plaats en breedte van de uitwegen wordt als minder fraai beoordeeld. Ook het parkeren in voortuinen kan het straatbeeld esthetisch in negatieve zin beïnvloeden. Indien het voertuig alleen voor de voorgevelrooilijn (voorbeeld tussenwoningen) kan worden geparkeerd komen aanvragen voor een uitwegvergunning in beginsel niet voor honorering in aanmerking; Verlening van een vergunning vindt enkel plaats indien:
In een situatie waarbij een uitweg wordt aangevraagd waarbij een doorsnijding moet worden gemaakt van de aanwezig groenvoorziening dan wel een boom moet worden gekapt, wordt in beginsel geen vergunning verleend indien dit leidt tot een ernstige aantasting van de beeldkwaliteit in de straat.
Het is op zich ongewenst wanneer een groenstructuur in de wijk wordt aangetast door doorsnijdingen in de vorm van (toegangswegen tot) particuliere uitwegen. Dit leidt tot versnippering van het openbaar groen hetgeen zowel esthetisch als onderhoudstechnisch minder gewenst is. Ook kunnen uitwegen de symmetrie van een bomenrij verstoren.
Dit artikel spreekt voor zich.
Verzoeken voor een tweede uitweg
Het college verleent in principe slechts vergunning voor één uitweg per perceel. Daarvan wordt slechts afgeweken indien er vergunning wordt gevraagd voor het parkeren van een of meerdere auto's in het geval:
er een aanvraag is voor uitwegen van geclusterde woningen die op grotere afstand van de openbare weg zijn gesitueerd wordt in principe één uitweg verleend. De uitwegen voor de afzonderlijke woningen zullen op eigen terrein moeten worden aangelegd. Het college kan hierop afwijkend beslissen indien de situatie toch zich leent voor meerdere uitwegen. De kosten voor de aanleg zijn voor de aanvrager(s).
Aanleg duiker/ waterkerende constructie
De aanvrager dient zelf contact op te nemen met het Waterschap Rijn en IJssel Rijn en IJssel. De gestelde voorwaarden door het Waterschap Rijn en IJssel worden opgenomen in de omgevingsvergunning.
Is er sprake van een watervergunningplichtige activiteit dan moet de vergunning worden aangevraagd via het Omgevingsloket, en wordt ingediend bij en behandeld door het Waterschap Rijn en IJssel Rijn en IJssel. De aanvrager zal de gemeente op de hoogte moeten stellen over de uitkomst .
Indien de uitweg wordt aangevraagd bij een Provinciale weg, waar een parallelweg ontbreekt, dan zal ook de vergunningen moeten worden ingediend bij de Provincie via het omgevingsloket. De vergunning zal door de Provincie worden behandeld. De aanvrager zal de gemeente op de hoogte moeten stellen over de uitkomst.
Van de maatvoering kan worden afgeweken in ieder geval in de volgende situaties:
dat bij een cluster van woningen welke op grotere afstand van de openbare weg zijn gesitueerd één uitweg wordt aangelegd is ter voorkoming van verkeersonveilige situaties doordat op relatief kortere afstanden meerdere (lange) uitwegen zijn welke kunnen worden gezien als zijwegen.
Door maar één uitweg toe te staan wordt ook een grotere aantasting van de omgeving voorkomen.
De uitwegen van de individuele woningen naar de ontsluitende uitweg naar de openbare weg moeten op eigen kosten worden aangelegd. De ontsluitende uitweg heeft geen openbaar karakter als bedoeld in de Wegenwet.”
De materiaal keuzes gelden ook voor initiatieven door derden, bijvoorbeeld projectontwikkelaars. De te gebruiken materialen bij de uitwegen, zullen aan de eisen van de gemeente moeten voldoen. Daarbij zal de uitvoering van de uitwegen ook de goedkeuring van de gemeente moeten hebben.
Kosten aanleg/verplaatsen uitweg
indien een of meerdere uitwegen wordt (en) aangevraagd in een nieuwbouwplan of door een projectontwikkelaar zijn deze uitwegen meestal al begroot in de gemeentelijke grondexploitatie opzet. Een uitweg omgevingsvergunning is noodzakelijk per kavel. Indien de uitwegen niet in de exploitatie zijn meegenomen zullen de werkelijke kosten in rekening bij de aanvrager worden ingediend.
Uitweg buiten de bebouwde kommen
Aanvragen voor uitwegen buiten de bebouwde kommen worden ook beoordeeld als zijnde aanvragen binnen de bebouwde kom. Uitwegen buiten de bebouwde kommen zullen afzonderlijk worden beoordeeld, waarbij specifieke eisen aan de uitweg kunnen worden toebedeeld. Met dien te verstande dat artikel 11 nadrukkelijk van kracht is, daar aanvragen buiten de bebouwde kommen in het algemeen complexer van aard zijn. Een globale kosten indicatie zal van te voren bekend gemaakt worden. De werkelijke kosten worden bij de aanvrager na de aanleg in rekening gebracht.
Uitwegen voor ontsluiting van landbouwgronden zullen beoordeeld worden als zijnde bedrijfsmatige uitwegen.
Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar het oordeel van het college tot onaanvaardbare gevolgen kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.
Intrekking oude beleidsregels en beleidscriteria
Hiermee worden bedoeld: Beleidsregels omgevingsvergunning voor uitwegen gemeente Rijnwaarden vastgesteld op 19 maart 2013 en Beleidscriteria verlenen uitwegvergunning gemeente Zevenaar vastgesteld op 6 september 2005.