Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dongen

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDongen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaafplaatsen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

UItvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-201101-01-2011Nieuwe regeling

09-12-2010

Gemeentelijke informatiekrant, 07-01-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

De raad van de gemeente Dongen:

 

gelezen het voorstel van het college van 14 september 2010;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen,

 

besluit

 

vast te stellen de volgende

 

VERORDENING OP HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    begraafplaatsen: Centrale Begraafplaats De Kremer aan de Groenstraat te Dongen en de Algemene Begraafplaats aan de Julianalaan te 's Gravenmoer;

  • b

    particulier graf: een graf, een grafkelder, particulier urnengraf en particuliere urnennis daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin een ieder gelegenheid wordt geboden tot:

    • 1.

      het doen begraven van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • d

    urn: een voorwerp ter berging van as van een of meer asbussen;

  • e

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f

    grafbedekking: gedenkteken, grafbeplanting op een graf, urnengraf of urnennis;

  • g

    beheerder: het college van Dongen;

  • h

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of particuliere urnennis.

  • i

    strooiveld: het daartoe ingerichte gedeelte van de Centrale Begraafplaats te Dongen en de Algemene Begraafplaats te ’s Gravenmoer waarop as wordt verstrooid.

  • j

    Sint Josephhoek: het gedeelte van vak 6 op de Centrale Begraafplaats De Kremer waar de stoffelijke resten van de ruiming van de Sint Josephbegraafplaats zijn (her)begraven met al dan niet overgebrachte grafmonumenten.

Artikel 1a

Bij de graven die gelegen zijn op de Sint Josephhoek kunnen geen begravingen en bijzettingen

plaatsvinden.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf
  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "particulier graf" mede verstaan: particulier urnengraf en particuliere urnennis.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "algemeen graf" mede verstaan: algemeen urnengraf en algemeen urnennis.

HOOFDSTUK II OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen
  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust en tijdens het ruimen van graven op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen
  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden te verrichten voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    a elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen slechts toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    b sneller dan 10 km per uur.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen, door of namens de beheerder gegeven.

  • 5.

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden moeten zich op eerste aanzegging, door of namens de beheerder gegeven, van de begraafplaatsen verwijderen.

Artikel 5
  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van rust en netheid houden aan de aanwijzingen, door of namens de beheerder gegeven.

Artikel 6

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK III VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.
  • 1.

    Degene, die wil begraven of as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn dienen bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een registratienummer.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van het graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing van en onder toezicht door of namens de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht door of namens de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen, door of namens de beheerder gegeven, op te volgen.

Artikel 8 Over te leggen stukken
  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van de as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf kan alleen plaatsvinden voor de termijn van twintig jaar, welke termijn na afloop voor een periode van vijf jaar of voor een periode van tien jaar kan worden verlengd. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid.

  • 4.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging.

De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

  • 1

    op werkdagen en zaterdag om 10.30, 11.30. 12.30 13.30 en 14.30 uur;

  • 2

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK IV INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging.
  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnengraven

    • c.

      particuliere urnennissen.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in particuliere graven.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven.
  • 1.

    In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2.

    In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte
  • 1.

    De graven, urnengraven en urnennissen worden slechts voor directe begraving en bijzetting van urnen in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Termijnen particuliere graven
  • 1.

    a Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een particulier graf.

    De termijn begint te lopen op de datum van de eerste begraving of van de bijzetting.

     

    b Particuliere graven op de Centrale Begraafplaats De Kremer, waarvan het recht op particulier graf op de datum van eerste begraving of bijzetting is verleend voor 1 juli 1991 voor de termijn van vijftien jaar, en waarvan het recht op particulier graf niet is vervallen, kunnen telkens voor een termijn van tien jaar worden verlengd, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

    Bijzetting in een dubbel particulier graf na 1 juli 1991 kan slechts geschieden voor de termijn van twintig jaar, welk recht telkens met een termijn van tien jaar kan worden verlengd.

  • 2.

    Het in het eerste lid sub a van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Een recht als bedoeld in dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 15, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 14 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten.
  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op een particulier graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op een eigen graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 16 Afstand doen van graven.

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 17 Sluiting van graven.
  • 1.

    Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatsvinden, of asbus worden bijgezet dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het college bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

HOOFDSTUK V GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18 Grafbedekking.
  • 1.

    Omtrent de aard van de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 3.

    Het college kan de plaatsing van een gedenkteken weigeren indien:

    a niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    b de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19 Grafbeplanting.

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 20 Verwijdering grafbedekking.
  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 3.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

     

    • -

      geen verzoek op grond van het tweed lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf verwijderd is, is afgehaald.

Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende.
  • 1.

    Rechthebbenden van particuliere graven en gebruikers van ruimten in algemene graven mogen een gedenkteken aanbrengen, die voldoet aan de door de beheerder gestelde eisen.

  • 2.

    Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht een gedenkteken en grafbeplanting goed te onderhouden, zodat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaatsen niet schaadt en geen gevaar voor belendende graven of bezoekers kan opleveren.

  • 3.

    Gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade door derden, is voor risico en rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 4.

    Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de, door welke omstandigheden ook, aan een gedenkteken of beplanting toegebrachte schade op eerste aanschrijving te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 5.

    Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is de beheerder bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

Artikel 22 Onderhoud door de gemeente.

Het college voorziet in het onderhoud aan het gras en het ophalen van verzakkingen in graven.

HOOFDSTUK VI RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN.

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as.
  • 1.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt elders verstrooid.

  • 2.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvrage indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as elders te doen verstrooien.

HOOFDSTUK VII INRICHTING REGISTER

Artikel 24 Voorschriften
  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK VIII KLACHTEN

Artikel 25 Indiening, behandeling en beslissing.
  • 1.

    Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

HOOFDSTUK IX SLOTBEPALINGEN

Artikel 26 Overgangsbepaling.

De rechten en verplichtingen met betrekking tot particuliere graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 28 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 27 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikel 3 lid 3, artikel 4 leden 1, 2, 4 en 5, artikel 5 lid 2, artikel 6, artikel 7 leden 2 en 3 en artikel 9 lid 1, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 28 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011, met ingang van welke datum de bestaande Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgesteld in de raadsvergadering van 16 februari 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 29 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010".