Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening algemene begraafplaatsen |
Citeertitel | Beheersverordening op de algemene begraafplaatsen voor de gemeente Haarlem 1994 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | as, asbezorging, asbus, begraafplaats, begrafenis, crematorium, gedenkplaats, graf, grafbedekking, lijkbezorging, opgraven, ruimen, urn, verstrooiingsplaats, Wet op de lijkbezorging |
Geen
Wet op de lijkbezorging, art. 90
Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen;
Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2012 | 01-01-2012 | 13-11-2014 | art. 2a | 08-03-2012 Stadskrant, 15-03-2012 | 2011/442326 |
24-09-1998 | 23-03-2012 | Nieuwe regeling | 02-09-1998 Haarlems Weekblad, 16-09-1998 | 244/1998 |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Huurgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken.
Urnenhuurgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarin iedereen de gelegenheid wordt gegeven tot het bijzetten van asbussen met of zonder urnen.
Urnenhuurhuis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.
Urn: een voorwerp voor opberging van één of meer asbussen.
Asbus: een bus voor opberging van as van een overledene.
Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.
Grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats.
Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken.
Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt.
Rechthebbende: de rechthebbende op een huurgraf.
Ruimen van graven: het verwijderen van alle in een graf aanwezige stoffelijke resten en het overbrengen daarvan naar een daartoe bestemd verzamelgraf.
Schudden van graven: het opgraven van alle in een graf aanwezige stoffelijke resten en het in hetzelfde graf op grotere diepte herbegraven daarvan waarna in dat graf weer nieuwe bijzettingen kunnen plaatsvinden.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor de lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop wordt begraven, as wordt bijgezet of verstrooid, wordt de beheerder schriftelijk in kennis gesteld door degene die van één van deze mogelijkheden gebruik wil maken. Zaterdag, geldt voor de toepassing van deze bepaling, niet als werkdag. Heeft de burgemeester toestemming gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven dan wordt de kennisgeving aan de beheerder meteen gedaan.
Nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten wanneer zij daarvoor uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt.
Zij volgen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op. Zaterdag geldt hierbij niet als werkdag.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de huurgraven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de huurgraven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de huurgraven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimum termijn zoals deze is vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Artikel 13 Uitgifte van huurgraven
Een huurgraf kan toegewezen worden, behalve voor directe begraving en buiten volgorde van uitgifte, als dit op grond van de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij nader vast te stellen regels de algemene en de huurgraven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15 Termijnen huurgraven
Het college van burgemeester en wethouders verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte op de begraafplaatsen dat toelaat, op een daarvoor bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal twintig jaar en maximaal vijftig jaar het recht op een huurgraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het huurgraf is uitgegeven. Bij aanvang van dit recht wordt de huursom voor de eerste twintig jaar in rekening gebracht. Voor de eventuele overige jaren van dit recht wordt de huursom per periode van tien jaar vooraf in rekening gebracht.
Het recht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen als genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk als daar voldoende grond voor is. Dit staat ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 16 Eigen grafkelders, gemeentelijke grafkelders en gemeentelijk mausoleum
De in de gemeentelijke en eigen grafkelders te plaatsen lijkkisten voldoen aan de nader daaraan door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden en door de zorg van de rechthebbende in een behoorlijke staat van onderhoud blijven verkeren, dit staat ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een huurgraf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van:
Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende op naam van een ander dan genoemde personen is slechts mogelijk als daarvoor voldoende grond is. Dit staat ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het huurgraf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner, een bloedverwant of een verwant tot en met de derde graad, wanneer de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan voornoemde personen is slechts mogelijk wanneer daarvoor genoegzame redenen bestaan, dit staat ter beoordeling aan of namens het college van burgemeester en wethouders.
Wordt na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college van burgemeester en wethouders niet gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, dan is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het huurgraf te laten vervallen.
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het huurgraf. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt schriftelijk de ontvangst van deze verklaring.
Op aanvraag van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere begraving plaatshebben, asbus worden bijgezet of as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Artikel 22 Verwijdering grafbedekking
Het college van burgemeester en wethouders maakt ten minste één jaar voor het tijdstip waarop de grafbdekking zal worden verwijderd hun voornemen hiertoe bekend door middel van bij het op te ruimen graf te plaatsen bordje. Is het adres van de rechthebbende bekend dan delen ze hun voornemen uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief aan deze mee.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 23 Onderhoud door de rechthebbende
Geeft de rechthebbende geen uitvoering aan lid 1, dan kunnen de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zonodig de gehele grafbedekking verwijderd worden. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproep geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar het mededelingenbord aangebracht.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
1.Het college van burgemeester en wethouders stelt de belanghebbende uiterlijk één jaar voor het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden in kennis van hun voornemen hiertoe, door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje. Is het adres van de rechthebbende bekend dan delen ze hun voornemen uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief aan deze mee.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, wanneer mogelijk, bijeen te laten brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan de asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders
De rechthebbende op een huurgraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te laten plaatsen of om deze elders opnieuw te laten begraven. De rechthebbende op een urnenhuurgraf of urnenhuurnis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te laten verstrooien.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 26 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college van burgemeester en wethouders kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikel 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 20, tweede lid van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college van burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken om hem ervan schriftelijk in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college van burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van één of meer graven onderhoud en herstel behoeft. Het college van burgemeester en wethouders blijft bevoegd om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Hoofdstuk 10 Commissie voor de Begraafplaatsen en het crematorium
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.
De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college van burgemeester en wethouders met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.