Artikel 1.
1. De burgemeester verleent mandaat, machtiging en volmacht aan de secretaris, afdelingsmanagers, teamcoördinatoren en medewerkers voor de volgende bevoegdheden:
- a.
het nemen van besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;
- b.
het vragen van advies op grond van de artikelen 5a, 6 tweede lid, en 7 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
- c.
het voeren van schriftelijk en mondeling verweer in privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures;
- d.
het nemen van besluiten op grond van de Wet basisregistratie personen en de daarop berustende nadere regelgeving;
- e.
het nemen van besluiten op grond van de Paspoortwet en de daarop berustende nadere regelgeving;
- f.
het nemen van besluiten op grond van de Wegenverkeerswet en de daarop berustende nadere regelgeving;
- g.
het uitvoeren van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap;
- h.
het nemen van besluiten op grond van de Wet op de lijkbezorging;
- i.
het nemen van besluiten op grond van artikel J8 en K3 van de Kieswet;
- j.
het uitvoeren van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
- k.
het uitvoeren van het Besluit geslachtsnaamwijziging;
- l.
het nemen van besluiten op grond van de Algemene plaatselijke verordening met uitzondering van:
- •
het beslissen op aanvragen van evenementenvergunningen (artikel 2.25);
- •
het beslissen op aanvragen van vergunningen voor sexinrichtingen (artikel 3.4 e.v.)
- m.
het nemen van besluiten op grond van artikel 6:6 (herstel verzuim) en 7:10 (verdagen/verlengen beslistermijn) van de Algemene wet bestuursrecht;
- n.
het verrichten van overige handelingen ter voorbereiding van door de burgemeester te nemen besluiten.
2. De bevoegdheid om krachtens mandaat, volmacht en machtiging, besluiten te nemen omvat tevens:
- a.
de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen;
- b.
het verrichten van voorbereidingshandelingen;
- c.
het verrichten van uitvoeringshandelingen.
3. Het verlenen van ondermandaat is toegestaan.