Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent de subsidie op energie (Subsidieregeling energie Noord-Brabant) |
Citeertitel | Subsidieregeling energie Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financieel kader |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2020 | artikel 1.7, 2.12 | 08-12-2020 | C2272948/4800073 | ||
19-11-2020 | 01-10-2019 | 30-12-2020 | artikel 3.12 | 10-11-2020 | C2270843/4782643 |
21-07-2020 | 19-11-2020 | artikel 1.1, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.14, 1.15 | 07-07-2020 | C2265754/4721790 | |
29-02-2020 | 01-10-2019 | 21-07-2020 | artikel 3.9 | 18-02-2020 | |
31-01-2020 | 01-10-2019 | 29-02-2020 | artikel 3.9, 3.13 | 20-01-2020 | C2256371/4627260 |
01-10-2019 | 31-01-2020 | paragraaf 1, 3, 4, artikel 1.1, 2.1, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.10, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 3.15, 4.1, 4.2 | 24-09-2019 | C2250737/4578428 | |
11-07-2019 | 01-10-2019 | aanhef, paragraaf 3, artikel 1.6, 1.9, 1.10, 1.12, 1.13, 2.1, 2.2, 2.6, 2.12, 2.14, 3.1, 3.2 | 02-07-2019 | C2247532/4544060 | |
15-06-2019 | 11-07-2019 | aanhef, paragraaf 2, artikel 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.11, 2.12, 2.13, 2.14, 2.15 | 04-06-2019 | C2246283/4532079 | |
27-02-2019 | 15-06-2019 | artikel 1.1, 1.6, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13 | 19-02-2019 | C2239734/4480250 | |
11-10-2018 | 27-02-2019 | nieuwe regeling | 25-09-2018 | C2232221/4415673 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegend dat Gedeputeerde Staten op 23 februari 2016 het Uitvoeringsprogramma Energie voor de bestuursperiode 2015-2019 hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 31 oktober 2017 het Aanvullend Uitvoeringsprogramma Energie 2018-2019 hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van de doelen uit het Uitvoeringsprogramma Energie een bijdrage wensen te leveren aan de versnelling van de energietransitie;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten een extra impuls wensen te geven aan de actieve en brede beweging waarin burgers, kennisinstellingen, het bedrijfsleven en publieke organisaties de krachten bundelen om van Brabant een provincie te maken die uitblinkt in duurzame energie;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten kennis en ervaring binnen die beweging zichtbaar en toegankelijk wensen te maken, zodat initiatieven elkaar kunnen versterken;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van het vastgestelde Plan van Aanpak Brabantse Proeftuin 100.000 Elektrische Voertuigen, het gebruik van e-deelauto’s willen stimuleren en per 2020 ruim 1000 e-deelauto’s op de Brabantse wegen wensen te realiseren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op de paragrafen 1 en 2 van deze regeling de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013 (de-minimisverordening) van toepassing verklaren, ter rechtvaardiging van eventuele staatsteun;
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versnellen van de energietransitie.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager past de subsidieaanvrager een van de berekeningswijzen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder a of c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.9, vast op € 500.000.
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Gedeputeerde staten stellen de subsidie ambtshalve vast als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv.
Gedeputeerde Staten zenden in 2019 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren van de aanschaf of het gebruik van e-deelauto’s.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1juli 2019 tot en met 3 december 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4, voor de periode, genoemd in artikel 2.9, vast op € 750.000.
Artikel 2.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
overeenkomstig artikel 21, achtste lid, van de Asv, houdt de subsidieontvanger voor subsidies van € 25.000 tot € 125.000 een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.
Artikel 2.13 Prestatieverantwoording
Paragraaf 3 Stimulering toezicht energiebesparende maatregelen kantoorpanden
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het houden van toezicht op het nemen van energiebesparende maatregelen in kantoorpanden.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 3.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 1 oktober 2019 tot en met 20 december 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.4, voor de periode, genoemd in artikel 3.8, vast op € 296.250.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.4, bedraagt € 750 per kantoorpand, tot een maximum van in totaal € 49.500.
Artikel 3.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder a, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal 12 maanden.
Artikel 3.13 Prestatieverantwoording