Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bronckhorst

Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBronckhorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst
CiteertitelVerordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlagenexb-2018-27645 Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst - Toelichting exb-2018-27647

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-200728-12-2011Nieuwe regeling

27-09-2007

Contact, 09-10-2007

Raad, 270907

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst

VERORDENING OP HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATSEN GEMEENTE BRONCKHORST

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 juli 2007, gelet op de Wet op de lijkbezorging en de Gemeentewet; besluit

I in te trekken de: “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bronckhorst, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 oktober 2006.”

II. vast te stellen de:

“Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bronckhorst.”  

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in de gemeente Bronckhorst;

eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;- het doen verstrooien van as;

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as;

algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

 

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen verstrooiingsplaats en eigen gedenkplaats.

  • 2

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Burgemeester en wethouders maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2

    Het is verboden zonder toestemming van de beheerder van de begraafplaats met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen, voor het vervoer van materialen en voor het bezoek van graven door minder validen die afhankelijk zijn van vervoer met motorrijtuigen.

  • 3

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 4

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden moeten zich, op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats, verwijderen.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2

    Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een identiteitskenmerk.

  • 3

    Het sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen het sluiten van een graf onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7 Muziekinstallatie

  • 1

    Het gebruik van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2

    De muziekinstallatie staat voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.  

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3

    Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede alinea.

  • 4

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen, waaronder begrepen de zaterdag, van 10.00 tot 16.00 uur.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven; vervallen van grafrechten

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: - eigen graven - eigen urnengraven; - eigen urnennissen; - eigen verstrooiingsplaatsen; - eigen gedenkplaatsen.  

  • 2

    Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen nadere regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen van de graven.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1

    In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders in nadere regels te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2

    In de algemene urnengraven kan een door burgemeester en wethouders in nadere regels te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2

    Is begraven in slechts één laag mogelijk, dan kan een graf naast het graf waarin begraven wordt, door de rechthebbende op laatstgenoemd graf, worden aangekocht.

Artikel 13 Termijnen eigen graven

  • 1

    Burgemeester en wethouders verlenen, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 15, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 14 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.  

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten

  • 1

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in vorige alinea van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.  

Artikel 16 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 17 vervallen van grafrechten

  • 1

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker afstand doet van het recht

    • c.

      indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of verlening van het grafrecht – ondanks een aanmaning – niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied.

    • b.

      Indien de rechthebbende of gebruiker – ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting, na te komen of daarmee in strijd handelt.

    • c.

      Indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven.

  • 3

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.  

  • 4

    Het eventuele op het graf aanwezige gedenkteken of de beplanting kan gedurende een maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of de gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 18 Grafbedekking

  • 1

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2

    De rechthebbende van een eigen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 4

    Het college kan in de in de vorige alinea genoemde nadere regels categorieën van grafmonumenten aanwijzen waarvoor de in de eerste alinea genoemde vergunningplicht niet geldt.

  • 5

    Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 6

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19  

  • 1

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van gedenktekens of van beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vorst, storm, wateroverlast, bliksem, ontplofffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken tn behoeve van een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende.

  • 2

    De rechthebbende is verplicht de – door welke omstandigheden ook – aan een gedenkteken of beplanting toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het bestuur het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt. Indien door een ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, tombe of grafkelder, kunnen burgemeester en wethouders direct maatregelen treffen.

  • 3

    Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplanting over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van burgemeester en wethouders tot hetstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan. 

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 20 Opgraven van lijken, ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 3

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in de eerste alinea bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf, kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4

    De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (schudden van graven) dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het doen verzamelen van overblijfselen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen.

  • 5

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 21 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3 en 11, van deze verordening en van de nadere regels van burgemeester en wethouders voor het hebben van grafbedekkingen.

  • 2

    Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3

    Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

Hoofdstuk 8 Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 22 Lijst

  • 1

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9 Inrichting register

Artikel 23 Voorschriften

  • 1

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2

    De afdeling Publiekszaken houdt het register bij.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 24 Overgangsbepaling

  • 1

    Besluiten van burgemeester en wethouders die genomen zijn krachtens de verordeningen van de gemeenten Hengelo, Hummelo en Keppel, Steenderen, Vorden en Zelhem, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van een van de in het vorige lid bedoelde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 25 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met deze Verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.  

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking op de gemeentelijke informatiepagina in het nieuws- en advertentieblad “Contact”.  

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst.  

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 september 2007.

de griffier,                        de voorzitter,

drs. K.E. Pijnenburg          H.A.J. Aalderink