Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2018 | nieuwe regeling | 27-09-2018 |
De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van het college van 17 juli 2018, no. B18.002155 ;
gezien het advies van de raadscommissie van 13 september 2018 ;
I. Bijgaande “Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2018” (hierna: AVOI 2018) vast te stellen met ingang van 1 oktober 2018, onder gelijktijdige intrekking van de huidige Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Dronten.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE DRONTEN;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 juli 2018
overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Dronten 2018 en de daarbij behorende toelichting, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen.
HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
kabels en/of leidingen: een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een openbaar (elektronisch communicatie)netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteunings-werken en beschermingswerken, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, met een gezamenlijke tracélengte tot 25 meter en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst; het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen; het maken van maximaal twee montagegat(en) c.q. lasgat(en), waarbij de afmeting van de opbreking(en) in totaal maximaal 5 m² bedraagt.
HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een door het college goedgekeurde melding. De raad is bevoegd om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is.
Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, het college bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college. Tijdens door de gemeente vergunde evenementen geldt altijd een breekverbod. De termijnen zoals bedoeld in het derde en vierde lid worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige of grondeigenaar dan de gemeente en/of als er een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte.
ARTIKEL 6 GEGEVENSVERSTREKKING
In geval van spoedeisende werkzaamheden dienen tevens te worden verstrekt:
ARTIKEL 8 (MEDE)GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN
Op verzoek het college wordt bij de werkzaamheden (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen voor zover dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
HOOFDSTUK 3: OVERIGE BEPALINGEN
De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding. Dit geldt ook als een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Het college kan hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.
HOOFDSTUK 4: TOEZICHT EN HANDHAVINGSBEPALINGEN
ARTIKEL 14 TOEZICHT EN HANDHAVING
Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.