Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018 |
Citeertitel | Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2018 | 01-01-2018 | 06-10-2020 | 13-03-2018 | RIS299346, BOW2017.308 |
Algemene toelichting op de Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018
De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is per 1 januari 2015 gewijzigd. Dit betekende onder meer dat de verplichting van gemeenten om het educatiebudget bij Regionale Opleidingen Centra (ROC’s) te besteden in een periode van drie jaar geleidelijk werd afgeschaft. De wettelijke taak van ROC’s om educatie aan te bieden kwam eveneens te vervallen.
Voor de jaren 2015-2017 gold overgangsrecht. In 2015 moest ten minste 75% van de uitkering die de contactgemeente ontvangt bij een ROC worden besteed, in 2016 ten minste 50% en in 2017 ten minste 25%. Met ingang van 2018 kan de gemeente vrij kiezen door wie ze de educatie laat verzorgen.
De besluitvorming over de evaluatie van de Regeling regio’s en contactgemeenten educatie (regeling educatie) is uitgesteld tot 1 januari 2019. Tot die datum blijft de regeling educatie van kracht. Vooruitlopend op de besluitvorming is een wetswijziging van kracht inzake de invoering van opleidingen Digitale Vaardigheden.
De WEB staat toe om voor de besteding van het educatiebudget het subsidie-instrument te gebruiken. Dan is echter wel een subsidieregeling vereist waarin staat wie voor welke activiteiten en onder welke voorwaarden voor subsidie in aanmerking kan komen.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
besluit vast te stellen de Subsidieregeling Volwasseneneducatie Den Haag 2018:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 van deze regeling bedoelde activiteiten.
Hoofdstuk 2 De activiteiten en de doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:
a. activiteiten die vallen onder artikel 2.3.1, eerste lid van de wet;
b. opleidingen en trajecten taal en rekenen met gebruik van dagelijkse ICT-middelen, die bevorderen dat laagopgeleide volwassen inwoners van Den Haag met een onderwijsachterstand volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving;
c. niet cursusgerichte activiteiten die ondersteunend of aanvullend zijn op de onder b genoemde trajecten.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon die aantoonbaar:
Hoofdstuk 3 De kosten en de subsidie
Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2:1.
Artikel 3:2 Hoogte van de subsidie
De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1 onder a en b, bedraagt maximaal € 157,64 per groepscontactuur bij cursustrajecten met professionals en (mede) inzet van vrijwilligers en € 53,60 per groepscontactuur bij de begeleiding door een professional van een vrijwilliger. Het tarief voor het traject taal voor doven is € 246,96 per groepscontactuur vanwege de extra inzet van een docent gebarentaal.
Hoofdstuk 4Subsidieplafond en verdeling
Artikel 4:2 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 5 Besluitvorming subsidie
In aanvulling van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, overlegt de aanvrager een activiteitenplan volgens een door het college te bepalen opzet.
Artikel 5:3 Aanvullende weigeringsgrond
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als de aanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld.
Hoofdstuk 6 Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Artikel 6:2 Eindverantwoording subsidies boven € 100.000,00
In aanvulling van de op grond van artikel 20, derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de volgende gegevens over:
a. een bestuursverklaring volgens het door het college vastgestelde model;
b. een inhoudelijk voor openbaarmaking geschikt verslag waarbij op voor het algemene publiek toegankelijke wijze wordt toegelicht op welke wijze de verleende subsidie is gebruikt;
c. het voor openbaarmaking geschikte en op voor het algemene publiek toegankelijke wijze beschreven resultaat van de doelstellingen waarvoor subsidie is aangevraagd.
Indien de subsidie is verleend ten laste van de specifieke uitkering educatie die het Rijk op grond van artikel 2.3.1 van de wet beschikbaar heeft gesteld en het Rijk andere of aanvullende eisen stelt ten aanzien van de verantwoording van deze specifieke uitkering, kan het college dezelfde of soortgelijke aanvullende eisen stellen ten aanzien van de verantwoording van de verleende subsidie.
Het college kan het bepaalde in artikel 4:2 van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van het doel van de regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college van burgemeester en wethouders,
Bij de regeling educatie heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de regio educatie Haaglanden vastgesteld. De regio bestaat uit de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk, Den Haag en Westland. Den Haag is aangewezen als contactgemeente.
De activiteiten op het gebied van volwasseneneducatie kunnen worden onderverdeeld in:
In artikel 2:1 onder d wordt gedoeld op bijvoorbeeld activiteiten die gericht zijn op de werving van cursisten of de kosten voor digitale ondersteuning bij de opleidingen en trajecten in een (computer)lokaal.
Aangegeven is dat een rechtspersoon uitsluitend voor subsidie in aanmerking kan komen indien hij over ruime en brede ervaring beschikt op het gebied van volwasseneneducatie met de inzet van docenten met lesbevoegdheid NT1 en NT 2 voor het volwassenenonderwijs én met ondersteuning van vrijwilligers. Het moet gaan om een uiteenlopend aanbod voor Nederlands als tweede taal variërend van alfabetisering tot en met taalniveau B2, Nederlands als eerste taal en rekenen gericht op de referentiekaders: tot 1Fen 2F. Daarnaast een aanbod gericht op digitale vaardigheden voor instroom naar basisniveau 1, basisniveau 1 en 2 die aansluiten bij de niveaus taal en rekenen op niveau 1F en 2F.
De opzet van het in te dienen activiteitenplan wordt door het college bepaald en vooraf bekend gemaakt.
Het Rijk verstrekt aan regiogemeenten een doeluitkering voor volwasseneneducatie; deze heet: specifieke uitkering educatie. Aan de verantwoording van deze gelden door de gemeente, stelt het Rijk eisen. Burgemeester en wethouders kunnen deze eisen “doorvertalen” in een subsidieverplichting ten aanzien van de verantwoording (aanvraag tot subsidievaststelling) die geldt voor de subsidieontvanger.