Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Coördinatieverordening Den Haag 2018 |
Citeertitel | Coördinatieverordening Den Haag 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 3/2018 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-10-2018 | nieuw regeling | 20-09-2018 | RIS300137 |
De verordening verstaat onder:
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit om een bestemmingsplan, dan wel wijzigings- of uitwerkingsplan vast te stellen met het besluit over een of meer daarmee samenhangende omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, al dan niet met de aan de omgevingsvergunning en/of aan het bestemmingsplan gerelateerde vergunningen, afwijkingen en ontheffingen als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.
Artikel 3 Besluiten (vergunningen, afwijkingen en ontheffingen), die naast de besluiten genoemd in artikel 2 deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan dan wel uitwerkings- of wijzigingsplan vast te stellen
De voorbereiding van besluiten over onderstaande vergunningen, afwijkingen en of ontheffingen kan gecoördineerd worden met de in artikel 2 genoemde besluiten die de basis vormen voor de toepassing van de coördinatieregeling op grond van deze verordening:
Artikel 4 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd
Het college coördineert de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2 en 3, indien:
het besluit over een omgevingsvergunningaanvraag die op het moment van indienen op grond van artikel 2.10 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geweigerd zou moeten worden en het besluit over het bestemmingsplan, het uitwerkingsplan of het wijzigingsplan dat de omgevingsvergunning mogelijk maakt maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten en
Artikel 5 Geval waarin geen coördinatie op grond van deze verordening plaatsvindt
Een gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking van besluiten op grond van deze verordening is niet mogelijk indien blijkt dat het verhaal van schade niet verzekerd is door middel van een overeenkomst als bedoeld in afdeling 6.1 (artikel 6.4a) van de Wet ruimtelijke ordening.
De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in aanmerking te kunnen komen; de procedureregeling kan bepalen hoe het college van burgemeester en wethouders toepassing geeft aan artikel 3.20 van de Algemene wet bestuursrecht.
Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling als bedoeld in het eerste lid heeft vastgesteld, is, aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.
De Coördinatieverordening gemeente Den Haag, van 13 juni 2013 (rv 64, RIS 254454), wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 september 2018.