Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent aanwezigheid van horecabedrijven Horecasanctiestrategie openbare orde |
Citeertitel | Horecasanctiestrategie Openbare Orde |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2018 | 01-04-2020 | nieuwe regeling | 21-06-2018 |
Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 28 juni 2018 gepubliceerd in Gemeenteblad 2018 met kenmerk 137687, geplaatst.
1. Aanleiding en uitgangspunten
De aanwezigheid van horecabedrijven is één van de belangrijkste voorwaarden voor een bruisend uitgaansleven. Ook in Zoetermeer. Zij zorgen in een aangename omgeving voor de dorstige en hongerige mens. Tevens is het organiseren van evenementen en festiviteiten voor de meeste horecabedrijven een belangrijke activiteit.
Het gaat helaas niet altijd goed. Het uitgaansleven gaat soms gepaard met overlast, openbare dronkenschap, verstoring van de openbare orde en criminaliteit. De laatste jaren is gebleken dat het aantal horecagerelateerde overtredingen en incidenten (verder: incidenten) is toegenomen.
Om in geval van horecagerelateerde incidenten maatregelen te kunnen nemen is deze Horeca-sanctiestrategie Openbare Orde (verder: HSO) opgesteld. Deze ziet toe op het nemen van maatregelen indien er sprake is van incidenten die leiden tot overlast en/of een verstoring van de openbare orde tot gevolg hebben.
De HSO is gebaseerd op de Wabosanctiestrategie Haaglanden1. Uitgangspunt van laatstgenoemde strategie is de ‘beginselplicht tot handhaving’. Deze beginselplicht is niet in beton gegoten. Er kan rekening worden gehouden met lokale omstandigheden. Voor de werking van de HSO betekent dit dat er rekening wordt gehouden met individuele omstandigheden. In de Wabosanctiestrategie Haaglanden ligt ook vast dat er eerst een waarschuwing volgt voordat een maatregel wordt opgelegd.
Daarnaast is gekeken naar de beleidsregels die de gemeenten Den Haag, Delft en Leiden hanteren.
De burgemeester is op basis van de artikelen 172 en 174 van de Gemeentewet exclusief bevoegd om de openbare orde in zijn gemeente te handhaven. Ook de Algemene Plaatselijke Verordening Zoetermeer (hierna: APV) bevat bepalingen op grond waarvan de burgemeester bevoegd is maatregelen te nemen2. De burgemeester is om deze redenen diegene die exclusief uitvoering geeft aan de HSO en maatregelen kan nemen. Het besluit dat de burgemeester op basis van de HSO neemt is op grond van de Algemene wet bestuursrecht vatbaar voor bezwaar en beroep.
2. De indeling van de overtredingen
Voor een aantal horecagerelateerde onderwerpen is in Zoetermeer reeds een handhavingsmodel vastgesteld. Het betreft het Toezichts- en handhavingsmodel Drank en Horecawet (DHW)3. Deze bevat echter geen maatregelen met betrekking tot overtredingen en incidenten waarop de HSO toeziet: die incidenten die overlast en/of een verstoring van de openbare orde tot gevolg hebben. De HSO is nevenschikkend aan voornoemd handhavingsmodel. Er is geen hiërarchie of overlap.
De concrete overtredingen waarvoor de HSO regels stelt zijn ingedeeld in twee categorieën: de lichte overtredingen en de zware overtredingen. De lichte overtredingen zijn: racistische uitlatingen, seksuele intimidatie, het veroorzaken van geluidsoverlast, het inhuren of in dienst hebben van een illegale portier, illegale tewerkstelling van een vreemdeling, de aanwezigheid van wapenobjecten (d.w.z.: objecten waarvan bekend is dat zij binnen de context van een horecabedrijf als wapen zijn te gebruiken) en het overtreden van de sluitingstijden van een terras. Zij zijn opgenomen in afdeling 2 van de HSO.
De zware overtredingen zijn: ernstige geweldsincidenten (waarbij een persoon is komen te overlijden en/of één of meer ernstig gewonden zijn gevallen), geweldsincidenten (bijvoorbeeld een vechtpartij), een aanslag op het horecabedrijf, illegale gokactiviteiten, de aanwezigheid en/of het gebruik van softdrugs, de aanwezigheid en/of het gebruik van harddrugs, de aanwezigheid van wapens, de aanwezigheid van vuurwapens, heling en drugshandel. Zij zijn opgenomen in afdeling 3 van de HSO.
Over wapenobjecten, objecten die binnen een context van het horecabedrijf als wapen worden beschouwd zonder dat daadwerkelijk te zijn (denk aan een honkbalknuppel), wordt nog het volgende opgemerkt. Dit lijkt voer voor discussie op te leveren. Is het aangetroffen object daadwerkelijk als een wapen te beschouwen? In de Wet wapens en munitie is echter een restcategorie opgenomen waaronder dit soort wapens valt. Het gaat om de volgende bepaling (artikel 2.1, categorie IV, nummer 7):
De HSO is op dit punt dus in overeenstemming met genoemde wet. Indien een honkbalknuppel achter de bar wordt aangetroffen is de conclusie dat deze dienst doet als wapen gerechtvaardigd. Onder normale omstandigheden hoort een honkbalknuppel niet achter de bar te worden aangetroffen.
Het Nederlandse gedoogbeleid staat de verkoop van hasj en/of wiet in een gedoogde coffeeshop toe. Mits deze zich houdt aan de AHOJG-criteria4. Houdt de coffeeshopeigenaar zich niet aan deze criteria dan kan hij strafrechtelijk worden vervolgd. Ook kan de burgemeester bestuursrechtelijke maatregelen nemen.
Op dit moment ontbreekt in Zoetermeer de juridische grondslag op basis waarvan de burgemeester maatregelen ten aanzien van coffeeshops kan nemen. Door deze maatregelen in de HSO op te nemen krijgt de burgemeester instrumenten in handen om op te treden tegen coffeeshops die de AHOJG-criteria overtreden. Een aantal bepalingen uit de HSO geldt dus alleen voor een coffeeshop. Vanwege de overzichtelijkheid is aan coffeeshops een aparte afdeling in de HSO gewijd.
Om ook de andere bepalingen uit de HSO op de coffeeshop van toepassing te laten zijn wordt onder een ‘horecabedrijf’ ook een coffeeshop verstaan.
4. De procedure en de bepaling van de maatregel
De procedure van de HSO bestaat uit drie stappen. De eerst stap is dat na het constateren van de overtreding een waarschuwing volgt. De waarschuwing is altijd schriftelijk. Indien er binnen zes maanden ná de waarschuwing (dat wil zeggen: na de eerste overtreding) voor de tweede maal een overtreding wordt geconstateerd volgt een eerste maatregel. Dit is de tweede stap. Wordt er binnen anderhalf jaar na de eerste overtreding voor de derde maal een overtreding geconstateerd dan volgt een tweede maatregel. Dit is de derde en laatste stap. De zwaarste maatregel wordt dus opgelegd als er drie overtredingen in anderhalf jaar tijd zijn geweest.
Nadat anderhalf jaar is verstreken start een nieuwe periode. Dat houdt concreet het volgende in. Stel de derde overtreding vindt na 19 maanden plaats. Dan kan de burgemeester niet de zwaarste maatregel nemen. Het anderhalf jaar (18 maanden) is immers voorbij. Op grond van de HSO moet hij dan eerst weer een waarschuwing afgeven.
In twee gevallen geldt een afwijkende procedure. De eerste afwijkende procedure betreft de ernstige geweldsincidenten. Deze bestaat niet uit drie maar uit twee stappen. De eerste stap, de waarschuwing, wordt gezien de aard van het incident overgeslagen. Daarbij komt dat het zwaard van Damocles langer boven het hoofd van de horecaondernemer hangt. Het tweede incident mag zich niet binnen 24 maanden voordoen. Anders volgen onmiddellijk de intrekking van de Drank- en Horecavergunning en een sluiting voor onbepaalde tijd.
De tweede afwijkende procedure betreft drugs. De burgemeester heeft voor het aantreffen van soft- en/of harddrugs in lokalen en woningen Damoclesbeleid vastgesteld. Om te voorkomen dat er strijdigheid is tussen het Damoclesbeleid en de HSO is de handhavingsmatrix van het Damocles-beleid één op één overgenomen in de HSO.
De HSO is zo opgebouwd dat in iedere afdeling wordt begonnen met de overtredingen waarvoor de minst zware maatregelen kunnen worden opgelegd en wordt geëindigd met de overtredingen waarvoor de zwaarste maatregelen kunnen worden opgelegd.
De hierboven genoemde indeling is leidend voor de bepaling van de strafmaat van de lichte en zware overtredingen. Binnen iedere categorie overtredingen is een afzonderlijk kader voor de strafmaat bepaald. Lichte overtredingen behoeven immers lichte maatregelen, zware overtredingen behoeven zware maatregelen.
Voor de categorie lichte overtredingen bestaat dat kader uit de volgende maatregelen:
Voor de categorie zware overtredingen bestaat dat kader uit de volgende maatregelen:
Voor iedere individuele overtreding is vervolens de strafmaat vastgesteld. Het werkt als volgt. Eerst is bepaald of een overtreding tot de lichte of tot de zware categorie behoort. Vervolgens is op grond van het voor die categorie geldende kader bepaald welke maatregel daadwerkelijk van kracht is. Met andere woorden: de zwaarste maatregel wordt niet automatisch op de overtreding toegepast. Maatwerk is, dus ook binnen het kader van de twee categorieën, mogelijk.
Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Illegaal gokken is ondergebracht in de categorie ‘zware overtredingen’. Dat betekent dat de maximale straf het intrekken van de Drank- en Horeca-vergunning is. In de praktijk houdt dit de sluiting van het horecabedrijf in. Dat zou in dit geval, gezien de aard van de overtreding, een te zware maatregel zijn (disproportioneel). Daarom is de maximale maatregel een tijdelijke sluiting van zes maanden.
De maatregel die nog enige toelichting behoeft is de vervroegde sluitingstijd. Zoetermeer kent, met uitzondering voor de terrassen, geen vaste sluitingstijden. Indien een horecabedrijf zijn deuren normaliter om 23:00 uur sluit heeft het geen zin hem een vervroegde sluitingstijd van 23:00 uur op te leggen. Daarom is ervoor gekozen om in geval van het opleggen van vervroegde sluitingstijden uit te gaan van de door het betrokken horecabedrijf gehanteerde sluitingstijden. In de maatregel wordt dit als volgt omschreven: Indien binnen zes maanden na de eerste overtreding voor een tweede maal sprake is van een portier die niet aan de wettelijke eisen voldoet sluit het horecabedrijf voor de duur van één maand twee uur eerder dan de gebruikelijke sluitingstijd. Dit leidt tot een meer effectieve maatregel.
Voor coffeeshops is een apart regiem in het leven geroepen omdat er geen vergunningplicht geldt. Ook binnen dat regiem zijn eerst de lichtste en vervolgens de zwaarste overtredingen opgenomen.
Tabel 1 De Horecasanctiestrategie Openbare Orde in één oogopslag
Drie bepalingen uit de HSO verdienen nog aandacht. Artikel 19 regelt dat de burgemeester bij de constatering van een onvertreding in verband met onderzoek het horecabedrijf onmiddellijk kan sluiten. Per situatie wordt bekeken wat de meest geschikte sluitingstermijn is. De bepaling daarvan hangt onder meer af van de aard van en/of de noodzaak tot het doen van sporenonderzoek, de controle van de bouwconstructie, brandveiligheidseisen etc.
Artikel 26 bepaalt dat de burgemeester bij een cumulatie van overtredingen het horecabedrijf direct (tijdelijk) kan sluiten. De aard van de overtredingen doet er dan niet toe. Hij kan de waarschuwende fase overslaan.
Daarnaast beschikt de burgemeester op grond van artikel 27 over een discretionaire bevoegdheid af te wijken van de HSO. Indien de burgemeester van mening is dat een lichte overtreding een zwaardere straf verdient dan een tijdelijke sluiting met maximaal zes weken, dan kan hij zwaarder straffen. Het omgekeerde is vanzelfsprekend ook mogelijk. Eén en ander hangt af van de specifieke omstandigheden in en in de directe omgeving van het betrokken horecabedrijf. De burgemeester motiveert zijn besluit goed indien hij gebruik maakt van zijn discretionaire bevoegdheid.
7. De verantwoordelijkheid van de horecaondernemer
Hoe is het gesteld met de verantwoordelijkheid van de horecaondernemer voor het gedrag van zijn klanten? Kan hij bestraft worden voor iets dat zijn klanten is aan te rekenen? Het gaat in dit verband met name om de geweldsincidenten en de handel in drugs. Indien de horecaondernemer zich niet aan de terrassluitingstijden houdt is hij daarvoor vanzelfsprekend altijd zelf verantwoordelijk. De algemene lijn is dat als het incident duidelijk gelieerd is aan het horecabedrijf de burgemeester een maatregel kan nemen. Deze lijn geldt ook als het incident in de directe omgeving van het horecabedrijf plaatsvindt. Is er een link tussen het incident buiten en een gebeurtenis die in het horecabedrijf heeft plaatsgevonden dan kan de burgemeester een maatregel nemen. Daarnaast spelen de houding van het personeel en van de exploitant, de aard van het incident en de al dan niet door de exploitant genomen maatregelen een rol bij het toeschrijven van de verantwoordelijkheid aan de exploitant. Niet of in geringere mate ter zake doen de persoonlijke verwijtbaarheid van de exploitant en de financiële gevolgen die de genomen maatregel heeft. Het belang van het handhaven van de openbare orde en veiligheid kan zwaarder wegen dan het financiële belang van de horeca-ondernemer.
Indien een horecabedrijf wordt overgenomen door een andere ondernemer erft hij het verleden van zijn voorganger niet. De overtreding die door de voormalige ondernemer is begaan wordt niet toegerekend aan de nieuwe ondernemer. De nieuwe ondernemer begint met een schone lei. Hierdoor is geborgd dat de overtreding gelinkt is en blijft aan de daadwerkelijke horecaondernemer. Er zijn twee uitzonderingen. Indien de ondernemingsvorm wijzigt, er komt bijvoorbeeld een nieuwe vennoot in de zaak, wordt de overtreding ook toegerekend aan de nieuwe ondernemer (i.c. de nieuwe vennoot). De tweede uitzondering betreft de wijziging en/of vernieuwing van de vergunning. Ook in dat geval blijft de overtreding op het conto van de ondernemer staan.
Afdeling 2 Lichte overtredingen
Artikel 8 Racisme en/of seksuele intimidatie
Indien binnen zes maanden na de eerste overtreding in of in de directe omgeving van het horecabedrijf voor een tweede maal sprake is van seksuele intimidatie en/of racisme sluit het horecabedrijf voor de duur van drie maanden twee uur eerder dan de voor dat horecabedrijf gebruikelijke sluitingstijd.
Afdeling 3 Zware overtredingen
Artikel 16 Aantreffen vuurwapen
Indien in of in de directe omgeving van het horecabedrijf binnen achttien maanden na de tweede overtreding voor een derde maal één of meer vuurwapens worden aangetroffen wordt de vergunning op grond van artikel 31, lid 1 onder c van de Drank- en horecawet ingetrokken en wordt het horecabedrijf voor onbepaalde tijd gesloten.
Indien in of in de directe omgeving van het horecabedrijf binnen achttien maanden na de tweede overtreding voor een derde maal een geweldsincident plaats vindt wordt de vergunning op grond van artikel 31, lid 1 onder c van de Drank- en horecawet ingetrokken en wordt het horecabedrijf voor onbepaalde tijd gesloten.
Artikel 18 Ernstige geweldsincidenten
Indien zich binnen vierentwintig maanden na het eerste ernstige geweldsincident in of in de directe omgeving van het horecabedrijf een tweede ernstig geweldsincident voordoet wordt de vergunning op grond van artikel 31, lid 1 onder c van de Drank- en horecawet ingetrokken en wordt het horecabedrijf voor onbepaalde tijd gesloten.
Artikel 27 Cumulatie van overtredingen
Bij cumulatie van overtredingen waarvoor in deze horecastrategie maatregelen zijn vermeld kan de burgemeester het horecabedrijf direct voor een bepaalde of een onbepaalde tijd sluiten.
1 De Wabosanctiestrategie bestaat uit een drietrapsraket. De eerste trap is het constateren van de overtreding. De tweede trap is het waarschuwen van de overtreder. De derde trap is het daadwerkelijke bestraffen van de overtreder met als uiteindelijk doel het ongedaan maken van de overtreding. In de meest ernstige gevallen kan de waarschuwende fase worden overgeslagen en wordt de overtreder direct bestraft. Dit is echter de uitzondering.
3 Onderwerpen die zijn geregeld in het Toezichts- en handhavingsmodel Drank en Horecawet:Geen horecavergunning, afwezigheid leidinggevende, leidinggevende is dronken, doorschenken aan dronken personen, toelaten van dronken personen, verstrekken alcohol aan jeugdigen, leidinggevenden van slecht levensgedrag en het overtreden regels alcohol-verstrekking door paracommerciële rechtspersonen.
4 Deze afkorting staat voor: Niet Afficheren: geen reclame voor hasj en/of wiet maken; geen Harddrugsverhandelen; geen Overlast veroorzaken; geen Jeugdigen onder de 18 jaar toelaten; geen Grote hoeveelheden verkopen en/of op voorraad hebben; toepassen van het Ingezetenencriterium: alleen verkoop aan mensen die in Nederland wonen.