Subsidieregeling Onderwijs Subsidie De Ronde Venen 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2017.Voor het overige wordt in deze subsidieregeling verstaan onder:

• a.

  Activiteit: Het onderwerp van de aanvraag. Dit kan betreffen een evenement, project, lessenreeks, materialen of een vorm van ondersteuning.

• b.

  Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2017 (hierna: ASV 2017);

• c.

  Bestuurlijk overleg: overleg tussen de wethouder van de gemeente en vertegenwoordiging van de schoolbesturen, de samenwerkingsverbanden en betrokken organisaties;

• d.

  Cofinanciering: financiering van een activiteit door meerdere partijen/organisaties;

• e.

  Kalenderjaar: de jaarlijkse subsidies worden per kalenderjaar verstrekt (1 januari tot en met 31 december);

• f.

  Middelen onderwijsachterstandenbeleid (hierna: OAB): het bedrag waarvoor de gemeente bekostigd wordt ten behoeve van onderwijsachterstandenbestrijding als bedoeld in artikel 28 van het Besluit bekostiging WPO;

• g.

  Samenwerkingsagenda Onderwijs 2017-2021 (hierna: Samenwerkingsagenda Onderwijs); het beleidskader waarin de uitvoering van het OAB is vastgelegd en het onderwijsbeleid in het algemeen. Hiermee worden ook alle aanvullende, gewijzigde en opvolgende beleidskaders bedoeld;

• h.

  Samenwerkingsverband: om elk kind een passende onderwijsplek te bieden, werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband maakt onder meer afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke kinderen een plek kunnen krijgen in het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) of speciaal basisonderwijs (sbo) en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. Het samenwerkingsverband stemt de plannen af met de gemeente(n) in de regio.

• i.

  School: alle op grond van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO), Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs erkende scholen en de instellingen op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs, Wet op het hoger en wetenschappelijk onderzoek;

• j.

  Schoolbegeleidingsmiddelen: deze middelen worden ingezet ten behoeve van leerlingen op de basisschool voor psychodiagnostisch onderzoek leidend tot een handelingsgericht plan van aanpak op basis van de door de school gestelde hulpvraag;

• k.

  Schoolbestuur: bevoegd gezag van een school;

• l.

  Subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene Wet Bestuursrecht, dat beschikbaar is voor een activiteit;

• m.

  Voor- en Vroegschoolse Educatie (hierna: VVE): peuterspeelzaalwerk voor kinderen vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin via een VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling;

• n.

  VVE-instelling: een door de gemeente bekostigde instelling voor voor- en vroegschoolse educatie, gevestigd in De Ronde Venen.

Artikel 2 Doelstelling

• 2.1

  Deze subsidieregeling heeft twee doelstellingen:

  • a.

    Het signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden.

  • b.

    Het realiseren van resultaten in lijn met de speerpunten genoemd in de Samenwerkingsagenda Onderwijs 2017-2021:

    • 1)

      Voorkomen van taalachterstanden;

    • 2)

      Borgen van een doorgaande lijn;

    • 3)

      Brede preventieve inzet in het onderwijs;

    • 4)

      Verbinden jeugdzorg en passend onderwijs;

    • 5)

      Aansluiten van onderwijs op de arbeidsmarkt;

    • 6)

      Ouderparticipatie.

• 2.2

  Ter versterking van het speerpunt ‘borgen van een doorgaande lijn’ wordt extra ondersteuning geboden aan het primair onderwijs middels schoolbegeleidingsmiddelen. Deze subsidieregeling geldt ook voor de aanvraag voor schoolbegeleidingsmiddelen door het samenwerkingsverband.

   

Artikel 3 Aanvraag

• 3.1

  Een subsidieaanvraag wordt gedaan door:

  • 3.1.1

    een school, een schoolbestuur of het betreffende samenwerkingsverband;

  • 3.1.2

    een VVE-instelling;

  • 3.1.3

    een maatschappelijke organisatie.

• 3.2

  Aanvragen moeten digitaal ingediend worden middels het aanvraagformulier op de website van gemeente De Ronde Venen.

   

• 3.3

  De aanvraag

  • 3.3.1

    Jaarlijkse subsidies dienen uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd digitaal bij het college te zijn ingediend.

  • 3.3.2

    Eenmalige subsidies kunnen gedurende het kalenderjaar digitaal worden aangevraagd.

• 3.4

  Besluitvorming

  • 3.4.1

    Uiterlijk 31 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, wordt een besluit genomen over de verlening van een jaarlijkse subsidie.

  • 3.4.2

    Uiterlijk 8 weken na de ontvangst van de eenmalige aanvraag wordt een besluit genomen over de subsidieverlening.

• 3.5

  Bij de subsidieaanvraag te overleggen gegevens

  • 3.5.1

    Een plan van aanpak

    Bijgevoegd moet worden:

    • a.

      waarin de doelstelling(en) van de activiteit(en) is / zijn benoemd

    • b.

      met een weergave van de verwachte resultaten en hoe u deze specifiek meetbaar maakt

    • c.

      en een toelichting van de verantwoordelijkheden van uw organisatie en de partners waarmee u samenwerkt.

  • Bij een nieuwe subsidie voor een nieuw project aanvullend:

    • d.

      Een overzicht van geconsulteerde partijen voor draagvlak voor het project en partners waarmee wordt samengewerkt.

  • 3.5.2

    Een begroting (op hoofdlijnen) van de aanvragende organisatie

  • 3.5.3

    Een begroting van de geplande activiteit.

  • 3.5.4

    Social return on investment maakt, in afwijking van artikel 7 lid 5 van de ASV 2017, geen deel uit van de aanvraag. Bij de aanvraag van een onderwijs subsidie wordt ervan uit gegaan dat al voldoende invulling wordt gegeven aan een maatschappelijke bijdrage.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidiabele activiteiten zijn:

• 4.1

  Eenmalige of jaarlijkse activiteiten die bijdragen aan het signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden. Deze activiteiten voldoen aan de landelijke voorwaarden van het OAB.

• 4.2

  Subsidieverlening van de activiteiten genoemd onder 4.1 geschiedt onder voorbehoud van het ontvangen van rijksmiddelen voor het OAB. De besteding van deze middelen is aan landelijke kaders gebonden (Wet op het primair onderwijs).

• 4.3

  Eenmalige of jaarlijkse activiteiten die bijdragen aan de speerpunten zoals geformuleerd in de Samenwerkingsagenda Onderwijs en opvolgende beleidskaders.

• 4.4

  Subsidieverlening van de activiteiten genoemd onder 4.3 geschiedt vanuit gemeentelijke middelen.

Artikel 5 Voorwaarden

Bij het beoordelen van de subsidieaanvraag worden de volgende overwegingen in acht genomen:

• 5.1

  De mate waarin een activiteit bijdraagt aan de Samenwerkingsagenda Onderwijs. Hierbij dient de activiteit zich te richten op ten minste één van de genoemde speerpunten;

• 5.2

  Een zo concreet mogelijk geformuleerd resultaat;

• 5.3

  Een concrete meting van het resultaat;

• 5.4

  Een aantoonbare causale relatie tussen de activiteit, als bedoeld in lid 1 en het te verwachten resultaat, als bedoeld in lid 2 en 3;

• 5.5

  Activiteiten waarbij sprake is van samenwerking en/of cofinanciering hebben de voorkeur.

• 5.6

  Individuele aanvragen voor schoolbegeleiding kunnen wij niet in behandeling nemen en zullen worden doorgestuurd naar het samenwerkingsverband.

Artikel 6 Verantwoording en vaststelling

• 6.1

  Jaarlijkse subsidie: uiterlijk 1 maart na het kalenderjaar waarbinnen subsidie is ontvangen dient een verzoek tot vaststelling te worden ingediend bij het college.

• 6.2

  Eenmalige subsidie: Uiterlijk 13 weken na uitvoering van de (laatste) activiteit die betrekking heeft op de aanvraag dient een verzoek tot vaststelling te worden ingediend bij het college.

• 6.3

  Bij een verzoek tot vaststelling legt de aanvrager verantwoording af over de wijze van besteding. De verantwoording bevat tenminste het volgende:

  • 1)

    Resultaten (gemeten aan de doelstellingen). De aanvrager moet aantonen dat de activiteit voldoende heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de begeleide kinderen. Bij voorkeur zijn dat toets resultaten vóór en na de activiteit en/of de ontwikkeling van begeleide kinderen zoals gerapporteerd door betrokkenen;

  • 2)

    Een inhoudelijke evaluatie;

  • 3)

    Een overzicht van de werkelijke kosten, vergeleken met de begroting.

• 6.4

  In de beschikking tot subsidieverlening en/of voortgangsgesprekken kunnen aanvullende voorwaarden voor de evaluatie en verantwoording worden geformuleerd. Indien nodig wordt de beschikking herzien.

• 6.5

  Het college stelt de subsidie vast overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 en artikel 17 van de ASV 2017.

Artikel 7 Budget subsidietoekenning

• 7.1

  Voor deze subsidie bestaat een subsidieplafond. Activiteiten uit bestaande subsidierelaties zullen als eerste worden toegekend, tenzij het bestuurlijk overleg adviseert om hiervan af te wijken en/of het college besluit dit te doen.

• 7.2

  De eenmalige aanvragen worden in chronologische volgorde behandeld. De datum van ontvangst is leidend voor het bepalen van de volgorde van behandelen. De bepalingen van artikel 5 zijn leidend voor de inhoudelijke toetsing.

• 7.3

  Subsidieverlening geschiedt onder voorbehoud van het ontvangen van rijksmiddelen voor het OAB. De hoogte van de rijksmiddelen vormt het subsidieplafond voor onderwijsachterstandenbeleid.

• 7.4

  Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld in de begroting van de gemeente en wordt uitgewerkt in het bestuurlijk overleg.

   

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

• 8.1

  Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

• 8.2

  Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Onderwijs Subsidie De Ronde Venen 2018’.