Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Landerd

Verordening op de heffing en invordering van leges

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Landerd
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges
CiteertitelLegesverordening 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinancien

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De historie bij het "Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen" is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.

De Tarieventabel, deel uit makend van de verordening, wordt jaarlijks integraal vastgesteld.

Per 1 augustus 2008 heeft de Dienst Wegverkeer (RDW) het spoedtarief voor een rijbewijs verlaagd (terugwerkende kracht 1-8-2008).

Per 1 juli 2008 is de nieuwe wet Ruimtelijke ordening in werking getreden. Hiervoor zijn in de legestabel een aantal artikelen aangepast (terugwerkende kracht 6-10-2008).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet algemene regels herindeling
  2. Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-10-200801-08-200801-01-2009aanpassing tarieven

25-09-2008

Koerier, 08-10-2008

-1.714.2/GL

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges

Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit.

Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het door de gemeente verlenen van diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

a.dag:de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b.week:een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c.maand:het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot en met
   de laatste dag in een kalendermaand;
d.jaar:het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot en met de laatste dag in het kalenderjaar;
e.kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 3. Belastingplicht.

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4. Tarieven.

  • 1. De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening

    behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Belastingtijdvak.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing.

De rechten worden geheven bij wege van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7. Tijdstip van betaling.

  • 1. De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Teruggaaf.

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van rechten ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1993, nr. 611) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9. Vrijstellingen.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    stukken, inlichtingen of nasporingen, waarvan de kosteloze afgifteverstrekking of verrichting bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;

  • b.

    nasporingen en werkzaamheden als omschreven in hoofdstuk 7 van de bijbehorende tarieventabel, die in het openbaar belang worden verricht;

  • c.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, lonen, bezoldiging en andere dergelijke periodieke uitkeringen;

  • d.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften terzake van belastingen;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • f.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • g.

    één exemplaar van de stukken bedoeld in hoofdstuk 2, onder 2.2.1. en 2.2.3., van de bij deze verordening behorende tarieventabel, die worden verstrekt aan de raadsfracties;

  • h.

    vijf exemplaren van de stukken bedoeld in hoofdstuk 2, onder 2.2.4. en 2.2.6, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, die worden verstrekt aan de raadsfracties.

  • i.

    het afgeven van een monumentenvergunning voor objecten die op de door de gemeenteraad vastgestelde lijst van gemeentelijke monumenten staan vermeld.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. Het tijdstip van ingang van de heffing is 1 januari 1995.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in lid 2 bepaalde blijven, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het eerste lid genoemde datum van ingang van de heffing, de bepalingen van de vóór die datum geldende verordeningen daaromtrent gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten, voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 1995".