Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Veenendaal 2015 |
Citeertitel | Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Veenendaal 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-02-2020 | 01-01-2020 | 01-06-2021 | 1e wijziging Verordening individuele inkomenstoeslag Veenendaal 2015. | 23-01-2020 | |
05-09-2018 | 08-02-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2014 |
De raad van de gemeente Veenendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014, nummer 2014.00084-B;
• artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;
• het noodzakelijk is een individuele inkomenstoeslag te verstrekken aan personen van 21 jaar of ouder, doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd;
Besluit: de Verordening individuele inkomenstoeslag Veenendaal 2015 vast te stellen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand met dien verstande dat voor de zinsnede 'een periode waarover een beroep opbijstand wordt gedaan' moet worden gelezen 'de referteperiode'. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op individuele inkomenstoeslag als inkomen gezien;
Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend via een doorhet college vastgesteld formulier.
Artikel 3. Langdurig laag inkomen
Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen in elke maand niet hoger is dan de 105% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Artikel 4. Hoogte individuele inkomenstoeslag
Als een van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.