Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Hbhplus gemeente Roosendaal 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel maatschappelijke ondersteuning Hbhplus gemeente Roosendaal 2018
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. wet Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-09-201801-10-2020Nieuwe regeling

28-08-2018

gmb-2018-186502

81677

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Hbhplus gemeente Roosendaal 2018

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

 

gelet de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het wenselijk is om een beleidsregel vast te stellen waarin een nadere invulling wordt gegeven aan de maatwerkvoorziening Huishoudelijke hulp met lichte begeleiding (Hbhplus);

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Hbhplus gemeente Roosendaal 2018.

 

1. Definities

  • a.

    Huishoudelijke hulp: het – al dan niet samen met de cliënt of mensen uit diens netwerk – verrichten van activiteiten op het gebied van verzorging van het huishouden, zoals het schoonhouden van de voor de kwaliteit van leven van de cliënt essentiële woon- en verblijfsruimtes, was- en strijkverzorging en in beperkte mate het verzorgen van huisdieren en planten.

  • b.

    Lichte begeleiding: het ondersteunen van de cliënt bij bepaalde algemene dagelijkse levensverrichtingen en/of het vergroten van de regie op deze verrichtingen.

  • c.

    HbHplus: een voorziening op het gebied van huishoudelijke hulp al dan niet gecombineerd met lichte begeleiding.

2. Het bepalen en vastleggen van de voorziening

  • 1.

    Voordat het college een voorziening verstrekt op het gebied van HbHplus doorloopt het college de volgende stappen:

    • a.

      Het college stelt vast wat de hulpvraag is van de aanvrager;

    • b.

      Het college stelt vast welke problemen de aanvrager met betrekking tot het verrichten van activiteiten op het gebied van verzorging van het huishouden en (het voeren van regie over) algemene dagelijkse levensverrichtingen ondervindt in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, dan wel bij het zich kunnen handhaven in de samenleving;

    • c.

      Het college stelt vervolgens vast welke ondersteuning naar aard en omvang nodig is om hieraan een passende bijdrage te leveren;

    • d.

      Het college onderzoekt daarna of en in hoeverre eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp, mantelzorg, ondersteuning door andere mensen uit het sociale netwerk en voorliggende (algemene) voorzieningen de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden.

  • Van het hiervoor omschreven onderzoek wordt een verslag opgesteld overeenkomstig het als bijlage 1 bij deze beleidsregel gevoegde model.

     

  • 2.

    Het college verleent slechts een voorziening op het gebied van HbHplus voor zover de in lid 1onder d bedoelde mogelijkheden van cliënt ontoereikend zijn.

  • 3.

    Voor het vaststellen van de eigen mogelijkheden van cliënt, betrekt het college algemeen gebruikelijke voorzieningen. Hieronder vallen onder meer, indien de cliënt hierover beschikt, algemene technische hulpmiddelen, een afwasmachine, aangepast bestek, een stofzuiger, een wasmachine, een wasdroger, verhoging voor wasmachine en een wasdroger.

  • 4.

    De toe te kennen voorziening wordt nader omschreven in het ondersteuningsplan ingevuld overeenkomstig het model als bedoeld in bijlage 2 bij deze beleidsregel.

    Het ondersteuningsplan maakt een integraal onderdeel uit van de beschikking waarbij de voorziening wordt toegekend.

  • 5.

    Het onderzoek als bedoeld in het eerste lid en daarin de eindverantwoordelijkheid voor het ondersteuningsplan als bedoeld in het vierde lid wordt namens het college in mandaat verricht door een toegangsprofessional.

  • 6.

    Bij het invullen van het ondersteuningsplan is een vertegenwoordiger van een aanbieder aanwezig. De vertegenwoordiger van de aanbieder geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de toegangsprofessional omtrent de inhoud van het ondersteuningsplan. De toegangsprofessional blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor het bepalen van de inhoud van het ondersteuningsplan.

3. De onderverdeling van huishoudelijke hulp en lichte begeleiding

De huishoudelijke hulp met begeleiding bestaat uit de volgende gebieden:

  • a.

    Schoon en Leefbaar huis;

  • b.

    Schone was;

  • c.

    Boodschappen;

  • d.

    Maaltijden;

  • e.

    Kindverzorging;

  • f.

    Lichte begeleiding.

4. Maatwerk

Het college verleent een voorziening inzake HbHplus steeds op basis van de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de cliënt.

5. Bijdrage van kinderen

  • 1.

    Het college hanteert in beginsel als uitgangspunt dat kinderen in de volgende mate een bijdrage kunnen leveren aan activiteiten op het gebied van huishoudelijke hulp en dat die bijdrage aangemerkt dient te worden als gebruikelijke hulp binnen de algemeen aanvaarde opvattingen:

    • a.

      Kinderen tot 5 jaar leveren geen bijdrage aan het huishouden;

    • b.

      Kinderen van 5 tot en met 12 jaar kunnen een bijdrage leveren bij lichte huishoudelijke werkzaamheden zoals opruimen, de tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, boodschappen en kleding sorteren voor de was.

    • c.

      Kinderen vanaf 13 jaar kunnen naast bovengenoemde taken hun eigen kamer opruimen, stofzuigen en het bed verschonen.

  • 2.

    De cliënt kan gemotiveerd aangeven waarom voornoemde uitgangspunten in het individuele geval niet gelden. Daarbij kan de cliënt onder meer wijzen op het psychosociaal functioneren van het betreffende kind.

     

Schoon en leefbaar huis

6. Het te bereiken resultaat bij een schoon en leefbaar huis

  • 1.

    Er is sprake van een schoon en leefbaar huis indien de woning functioneel en schoon is overeenkomstig algemeen gebruikelijke hygiënische maatstaven.

  • 2.

    Functioneel staat onder meer voor opgeruimd, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen. Er dient goed en veilig in de woning geleefd te kunnen worden. De woning dient een basis te vormen waar de cliënt mensen kan ontvangen en van waaruit de cliënt kan participeren in de samenleving.

  • 3.

    Per huishouden worden de woonkamer, de als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimte(s), sanitaire ruimten (maximaal 1 badkamer en 2 toiletten), de keuken en de hal (inclusief mogelijk aanwezige trap) als essentiële ruimtes aangemerkt en structureel schoongemaakt.

  • 4.

    Niet-essentiële ruimtes, worden in beginsel uitsluitend schoongemaakt voor zover deze dagelijks in gebruik zijn, dan wel uit de persoonlijke omstandigheden van de cliënt blijkt dat schoonmaak noodzakelijk is.

  • 5.

    Andere ruimtes dan de ruimtes als bedoeld in de leden 3 en 4 worden in beginsel niet schoongemaakt, tenzij dat noodzakelijk is om het resultaat als bedoeld in de leden 1 en 2 te bereiken.

  • 6.

    De volgende activiteiten vallen niet onder de voorziening hulp bij het huishouden:

    • a.

      Het schoonhouden of schoonmaken van de buitenkant van het huis, zoals het ramen lappen aan de buitenkant;

    • b.

      Het onderhouden van de tuin;

    • c.

      Het uitlaten van huisdieren:

    • d.

      Overige activiteiten buiten het huis;

    • e.

      Hand- en spandiensten zoals het vervangen van een lamp of ophangen van een plank.

7. De te verrichten activiteiten en de frequentie daarvan

  • 1.

    Indien er sprake is van een gemiddelde situatie als bedoeld in lid 4, wordt het in artikel 6 omschreven resultaat geacht gerealiseerd te worden indien met betrekking tot de in artikel 6 lid 3 bedoelde essentiële ruimtes de basis- en incidentele activiteiten zoals beschreven in het als bijlage 2 bij deze beleidsregel behorende overzicht worden verricht overeenkomstig de in dat overzicht genoemde frequentie. Het in de vorige volzin geformuleerde uitgangspunt heeft het college gebaseerd op een het rapport “Toets Procedure HbHplus Gemeente Roosendaal” van Bureau HHM.

  • 2.

    Indien er sprake is van een gemiddelde situatie als bedoeld in het vierde lid, worden in het ondersteuningsplan, als bedoeld in artikel 2 lid 4, in beginsel de in bijlage 2 bedoelde activiteiten en frequenties opgenomen.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid laat onverlet dat indien de persoonlijke situatie van cliënt daartoe aanleiding geeft wordt afgeweken van de in bijlage 2 genoemde activiteiten en/of frequenties.

  • 4.

    Het college stelt in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2, voor zover is gebleken van een ondersteuningsbehoefte waarin door middel van een maatwerkvoorziening voorzien dient te worden, mede vast of er sprake is van een gemiddelde situatie. Daarvan is sprake indien (cumulatief) aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      De cliënt leeft in een huishouden met 1 of 2 volwassenen zonder thuiswonende kinderen;

    • b.

      De cliënt heeft een zelfstandige huisvestingssituatie, gelijkvloers of met een trap;

    • c.

      De cliënt heeft geen huisdieren die extra ondersteuning vragen;

    • d.

      De cliënt kan de woning dagelijks op orde houden (bijvoorbeeld aanrecht afnemen, algemeen opruimen) zodat deze gereed is voor de schoonmaak;

    • e.

      De cliënt heeft geen mogelijkheden om zelf bij te dragen aan de activiteiten die moeten worden uitgevoerd;

    • f.

      Mantelzorgers, netwerk en vrijwilligers kunnen geen ondersteuning leveren bij activiteiten die moeten worden uitgevoerd;

    • g.

      De cliënt ervaart geen beperkingen of belemmeringen die resulteren in een extra vervuilde woning of vereisen dat de woning extra schoon dient te worden gemaakt;

    • h.

      De woning van cliënt heeft geen uitzonderlijke inrichting en is niet extra bewerkelijk of extra omvangrijk.

  • 5.

    Indien er geen sprake is van een gemiddelde situatie als bedoeld in lid 4 wordt aan de hand van de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de cliënt bepaald in welke mate er van de activiteiten en frequenties als bedoeld in bijlage 2 dient te worden afgeweken om het resultaat als bedoeld in artikel 6 te bereiken. Indien er sprake is van een of meer van de navolgende situaties kan dat in ieder geval aanleiding geven om te voorzien in een hogere frequentie:

    • a.

      Huisstofmijtallergie van cliënt;

    • b.

      COPD;

    • c.

      Terminale situaties;

    • d.

      Bij ingrijpende medische behandelingen, zoals en een chemokuur;

    • e.

      De aanwezigheid van een rolstoelgebruiker.

  • 6.

    De aanwezigheid van een huisdier, behoudens een hulphond, geeft in beginsel geen aanleiding tot het vaststellen van extra activiteiten of het voorzien in een hogere frequentie.

8. Schoonmaakhulp voor eigen rekening

Indien cliënt reeds gewoon was om voor eigen rekening een schoonmaakhulp in te huren, dan is het enkele feit dat er zich beperkingen voordoen niet zonder meer een reden om een voorziening op het gebied van schoon en leefbaar huis toe te kennen. Dit is niet het geval indien het college tot het oordeel komt dat de schoonmaakhulp daadwerkelijk beschikbaar is, de daarmee gepaard gaande kosten door de cliënt financieel gedragen kunnen worden en gewaarborgd is dat met die schoonmaakhulp het resultaat als bedoeld in artikel 6 wordt bereikt en de cliënt daarmee op eigen kracht geacht moet worden de beperkingen weg te nemen.

 

Schone was

9. Het te bereiken resultaat bij het gebied schone kleding

  • 1.

    Er is sprake van schone was indien de kleding schoon is overeenkomstig algemeen gebruikelijke hygiënische maatstaven. Dit houdt in ieder geval in dat schoongemaakte kleding geen zichtbare vlekken heeft, tenzij deze vlekken niet door wassen verholpen kunnen worden.

  • 2.

    Een voorziening ten aanzien van schone was houdt in dat normale, dagelijkse kleding, inclusief textiel zoals handdoeken en beddengoed, gewassen en gedroogd wordt.

10. De te verrichten activiteiten en de frequentie daarvan

  • 1.

    Het in artikel 9 omschreven resultaat wordt geacht gerealiseerd te worden indien met betrekking tot de in artikel 9 lid 2 bedoelde kleding de activiteiten zoals beschreven in het als bijlage 2 bij deze beleidsregel behorende overzicht worden verricht overeenkomstig de in dat overzicht genoemde frequentie. Het in de vorige volzin geformuleerde uitgangspunt heeft het college gebaseerd op een het rapport “Toets Procedure HbHplus Gemeente Roosendaal” van Bureau HHM. De bedoelde activiteiten en frequenties worden in het ondersteuningsplan opgenomen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid laat onverlet dat indien de persoonlijke situatie van cliënt daartoe aanleiding geeft wordt afgeweken van de in bijlage 2 genoemde activiteiten en/of frequenties.

     

Boodschappen

11. Het te bereiken bij resultaat bij het gebied boodschappen

Het doel van een voorziening met betrekking tot boodschappen is dat de cliënt kan beschikken over die boodschappen die nodig zijn voor de dagelijkse levensbehoeften. Hieronder vallen levensmiddelen, toiletartikelen en schoonmaakmiddelen.

12. De te verrichten activiteiten en de frequentie daarvan

  • 1.

    Het in artikel 11 omschreven resultaat wordt geacht gerealiseerd te worden indien met betrekking tot de in dat artikel bedoelde boodschappen de activiteiten zoals beschreven in het als bijlage 2 bij deze beleidsregel behorende overzicht worden verricht overeenkomstig de in dat overzicht genoemde frequentie. Het in de vorige volzin geformuleerde uitgangspunt heeft het college gebaseerd op een het rapport “Toets Procedure HbHplus Gemeente Roosendaal” van Bureau HHM. De bedoelde activiteiten en frequenties worden in het ondersteuningsplan opgenomen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid laat onverlet dat indien de persoonlijke situatie van cliënt daartoe aanleiding geeft wordt afgeweken van de in bijlage 2 genoemde activiteiten en/of frequenties.

13. Boodschappenservice

Een cliënt heeft geen aanspraak op een voorziening met betrekking tot het doen van boodschappen indien er voor de cliënt een boodschappenservice beschikbaar is waar deze daadwerkelijk gebruik van kan maken, die de cliënt financieel kan worden gedragen en een adequate compensatie biedt.

14. Scootmobiel

Voor het vaststellen van de eigen mogelijkheden van cliënt als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel kunnen de beschikbaarheid van een scootmobiel of andere toegankelijke vervoersvoorzieningen van belang zijn.

 

Maaltijden

15. Het te bereiken resultaat bij het gebied maaltijden

  • 1.

    Het doel van een voorziening met betrekking tot maaltijden is dat de cliënt in staat is om twee broodmaaltijden en één warme maaltijd per dag te gebruiken.

  • 2.

    Het uitgangspunt is dat het opwarmen van kant-en-klaarmaaltijden toereikend is;

  • 3.

    Warme maaltijdbereiding wordt in principe alleen geïndiceerd bij speciale diëten (niet zijnde zoutloos, suikervrije of soortgelijke diëten) of voor kinderen onder de 7 jaar;

16. De te verrichten activiteiten en de frequentie daarvan

  • 1.

    Het in artikel 15 omschreven resultaat wordt geacht gerealiseerd te worden indien met betrekking tot de in dat artikel bedoelde maaltijden de activiteiten zoals beschreven in het als bijlage 2 bij deze beleidsregel behorende overzicht worden verricht overeenkomstig de in dat overzicht genoemde frequentie. Het in de vorige volzin geformuleerde uitgangspunt heeft het college gebaseerd op een het rapport “Toets Procedure HbHplus Gemeente Roosendaal” van Bureau HHM. De bedoelde activiteiten en frequenties worden in het ondersteuningsplan opgenomen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid laat onverlet dat indien de persoonlijke situatie van cliënt daartoe aanleiding geeft wordt afgeweken van de in bijlage 2 genoemde activiteiten en/of frequenties.

 

17. Maaltijdservice

Een maaltijdenservice wordt geacht toereikend te zijn om te voorzien in de ondersteuningsvraag van de cliënt, indien de service daadwerkelijk beschikbaar is, door de cliënt financieel kan worden gedragen en adequate compensatie biedt.

 

Kindverzorging

18. Kindverzorging

Kindverzorging bestaat uit het bieden van dagelijkse, gebruikelijke hulp voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren, indien de ouders/verzorgers niet in staat zijn deze te leveren. Deze dagelijkse gebruikelijke hulp kan bestaan uit het wassen, aankleden, hulp bij eten en/of drinken bieden, een maaltijd voorbereiden en toezicht houden. Ook mobiliteitsproblemen, zoals beperkingen bij het begeleiden van- en naar kinderen naar school, vallen hieronder.

 

Lichte begeleiding als plusvoorziening die uitgaat boven de normale huishoudelijke hulp als bedoeld in de WMO

19. Vormen van lichte begeleiding

  • 1.

    De lichte vormen van begeleiding kunnen onder meer bestaan uit:

    • a.

      Het informeren over en adviseren van cliënten over diensten en voorzieningen die beschikbaar zijn en kunnen bijdragen aan een hogere kwaliteit van leven van de cliënt;

    • b.

      Het regelen van praktische zaken, zoals administratieve werkzaamheden;

    • c.

      Het signaleren van risico’s, zoals eenzaamheidsproblematiek en armoede en verwijzen naar andere zorgpartijen;

    • d.

      Het onderhouden van contact met het netwerk van de cliënt;

    • e.

      Het onderhouden met WegWijs;

    • f.

      Het bieden van ondersteuning bij de organisatie van huishoudelijke activiteiten;

    • g.

      Het aanleren van Algemene Levensverrichting en het vergoten van de regie op deze verrichtingen;

  • 2.

    De frequentie van de lichte begeleiding wordt per geval bepaald.

     

Slot

20. Hardheidsclausule

Het college kan een bepaling geheel of gedeeltelijk buiten toepassing kan worden gelaten als de toepassing ervan zou leiden tot uitzonderlijk onbillijke of onredelijke gevolgen.

21. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking 3 dagen nadat hij is bekendgemaakt.

22. Overgangsrecht

  • 1.

    Voor zover aan cliënten reeds voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze beleidsregel HbHplus is toegekend blijft dienaangaande hetgeen in de beschikking waarbij HbHplus is toegekend is bepaald onverkort van toepassing, behoudens de uitzonderingen uit lid 2.

  • 2.

    Indien en voor zover een cliënt waaraan reeds voorafgaande aan de inwerkintreding van deze beleidsregel HbHplus is toegekend door toepassing van een bepaling uit deze beleidsregel in gunstigere positie zou komen te verkeren dan zonder toepassing van die bepaling het geval zou zijn, vindt de betreffende bepaling, desnoods in afwijking van het bepaalde in de beschikking waarbij HbHplus is toegekend, direct na inwerkintreding van deze beleidsregel ook jegens die cliënt toepassing.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 28 augustus 2018,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1 Gespreksverslag WMO

 

 

GESPREKSVERSLAG WMO

Cliënt:

Indicatienummer:

Medewerker:

 

 

 

UW PERSOONLIJKE GEGEVENS

Naam cliënt :

Geboorte datum :

Adres :

Postcode + plaats :

Telefoonnummer 1 :

Telefoonnummer 2 :

E-mail :

Burgerlijke Staat :

Zorgverzekeraar :

Polisnummer :

Huisarts :

Telefoonnummer huisarts :

Postadres :

 

Identiteit vastgesteld na inzage :

 

UW GEZINSLEDEN / HUISGENOTEN

Naam :

Soort relatie :

Telefoonnummer 1 :

Telefoonnummer 2 :

 

Naam :

Soort relatie :

Telefoonnummer 1 :

Telefoonnummer 2 :

 

UW CONTACTPERSOON

Met wie mogen wij contact opnemen?

☐ met u zelf

☐ met onderstaande contactpersoon

 

Naam :

Soort relatie :

Adres :

Postcode + plaats :

Telefoonnummer 1 :

 

AANMELDING

Datum melding :

Aanleiding aanmelding:

 

ONDERZOEK

Welke hulp(middel) of ondersteuning ontvangt u al op dit moment?

 

 

INFORMATIE UIT HET GESPREK

 

Lichamelijke gezondheid

 

Geestelijke gezondheid

 

Huisvesting

 

Activiteiten van het dagelijks leven

 

Huiselijke relaties

 

Sociaal Netwerk

 

Werk & Opleiding

 

Financiën

 

Tijdsbesteding

 

Maatschappelijke participatie

 

Middelengebruik

 

Justitie

 

Ouderschap

 

 

HULPVRAAG

 

 

DOELEN

 

 

CONCLUSIE: OPLOSSINGEN EN AFSPRAKEN

Probleemanalyse / inhoudelijke overwegingen:

 

 

U vraagt de volgende (maatwerk)voorziening(en) aan:

 

U vraagt de volgende (maatwerk)voorziening(en) aan:

 

 

Bruikleen of eigendom

 

Deze voorziening(en) zal na het besluit in bruikleen worden verstrekt. Dit betekent dat deze eigendom van de leverancier blijft, maar dat u deze kunt gebruiken.

 

Deze voorziening(en) zal na het besluit, in eigendom aan u worden verstrekt. Dat betekent dat u deze voorziening(en) mag houden.

 

Ik adviseer u daarnaast de volgende oplossingen:

 

Het college beslist alleen over de Wmo voorzieningen. Maar na ons gesprek, heb ik meer advies voor u. Met dat advies kunt u uw situatie verder verbeteren

 

Dit zijn de oplossingen die ik u adviseer:

U heeft ook de volgende afspraken met ons gemaakt

 

Tijdens het gesprek hebben wij de volgende afspraken met elkaar gemaakt:

  • 1.

    Uw toekomstperspectief is met u besproken. Daarin hebben we u gewezen op ..

  • 2.

    Bij begeleiding: u gaat akkoord met het delen van het gespreksverslag met de zorgaanbieder.

  • 3.

    Afspraken om uw situatie te evalueren.

 

Eigen bijdrage

 

Voor deze voorziening(en) betaalt u wel eigen bijdrage.

We hebben de eigen bijdrage besproken. Er is afgesproken dat xxxx

Als u het gespreksverslag ondertekend retour stuurt, gaan we er vanuit dat u akkoord bent met de eigen bijdrage. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) berekent hoeveel u moet betalen. U krijgt van hen de factuur. Als u nog vragen heeft over de eigen bijdrage, kunt u contact opnemen met het CAK via telefoonnummer 0800-1925 of bezoek de website www.hetcak.nl.

 

TOT SLOT, UW HANDTEKENING

Bent u het eens met de informatie die in het verslag staat?

Mist u nog dingen of wilt u wat aanpassen in het verslag? U mag uw opmerkingen er met pen bijschrijven.

 

Plaats: ……………….

 

Datum: ……………….

 

 

Uw Handtekening: …………………………………

 

Indien niet mogelijk: handtekening van uw contactpersoon:

 

 

……………………………………….

 

 

Wilt u dit verslag naar mij terugsturen?

 

Dat kan met behulp van de bijgevoegde antwoordenvelop. Een postzegel is niet nodig!

 

Wilt u toch geen aanvraag doen, stuur het verslag ook dan ondertekend terug. Vink daarbij onderstaandeoptie aan

 

o Ik wil geen aanvraag doen en hierbij de bevestiging dat u mijn brief heeft ontvangen en een keuze heeft gemaakt.

 

Bel mij gerust als u nog vragen heeft

 

In dit verslag heeft u gelezen welke afspraken we met elkaar maakten. En wat ik adviseer over de voorziening die u wilt aanvragen. Heeft u hierover nog vragen? Neem dan gerust contact op met WegWijs. Op maandag tot en met donderdag kun u tussen 8:00 en 17:00 uur bellen naar 14 0165. Op vrijdag zijn wij bereikbaar van 8.00 tot 12.00 uur. U kunt ook mailen naar info@wegwijsroosendaal.nl

 

 

Met vriendelijke groet,

 

WegWijs-professional – Wmo

 

Bijlage 2 Ondersteuningsplan Hbhplus gemeente Roosendaal

 

 

Ondersteuningsplan Hulp bij het huishouden met lichte vormen van begeleiding

 

 

Doelen (uit het gespreksverslag tussen client en gemeente)

-

-

-

 

 

 

SCHOON EN LEEFBAAR HUIS

gemiddelde frequentie

woonkamer (en andere kamers)

basis

Stof afnemen hoog

1 x per 2 weken

 

 

Stof afnemen midden

1 x per week

 

 

Stof afnemen laag

1 x per week

 

 

Opruimen

1 x per week

 

 

Stofzuigen

1 x per week

 

 

Dweilen

1 x per week

 

incidenteel

Gordijnen wassen

1 x per jaar

 

 

Reinigen lamellen / luxaflex

2 x per jaar

 

 

Ramen binnenzijde wassen

4 x per jaar

 

 

Deuren/deurposten nat afdoen

2 x per jaar

 

 

Zitmeubels afnemen (droog/nat)

1 x per 8 weken

 

 

Radiatoren afnemen

2 x per jaar

slaapkamer

basis

Stof afnemen hoog

1 x per 6 weken

 

 

Stof afnemen midden incl. tastvlakken

1 x per week

 

 

Stof afnemen laag

1 x per week

 

 

Opruimen

1 x per week

 

 

Stofzuigen

1 x per week

 

 

Dweilen

1 x per 4 weken

 

 

Bed verschonen of opmaken

1 x per 2 weken

 

incidenteel

Gordijnen wassen

1 x per jaar

 

 

Reinigen lamellen / luxaflex

2 x per jaar

 

 

Ramen binnenzijde wassen

4 x per jaar

 

 

Deuren/deurposten nat afdoen

2 x per jaar

 

 

Radiatoren afnemen

2 x per jaar

 

 

 

 

 

 

SCHOON EN LEEFBAAR HUIS

gemiddelde frequentie

keuken

basis

Stofzuigen

1 x per week

 

 

Dweilen

1 x per week

 

 

Keukenblok (buitenzijde) inclusief tegelwand, kookplaat, spoelbak, koelkast, eventuele tafel

1 x per week

 

 

Afwassen

1x per week

 

 

Keukenapparatuur (buitenzijde)

1 x per week

 

 

Afval opruimen

1 x per week

 

incidenteel

Gordijnen wassen

2x per jaar

 

 

Reinigen lamellen / luxaflex

3 x per jaar

 

 

Ramen binnenzijde wassen

4 x per jaar

 

 

Deuren/deurposten nat afdoen

2 x per jaar

 

 

Radiatoren afnemen

3 x per jaar

 

 

Keukenkastjes (binnenzijde)

2 x per jaar

 

 

Koelkast (binnenzijde)

3 x per jaar

 

 

Oven/magnetron binnenzijde

4 x per jaar

 

 

Vriezer los reinigen binnenzijde (ontdooid)

1 x per jaar

 

 

Afzuigkap reinigen (binnenzijde) - vaatwasserbestendig

2 x per jaar

 

 

Afzuigkap reinigen (binnenzijde) - niet vaatwasserbestendig

2 x per jaar

 

 

Bovenkant keukenkastjes

1 x per 6 weken

 

 

Tegelwand (los van keukenblok)

2 x per jaar

Sanitair

basis

Badkamer schoonmaken (inclusief stofzuigen en dweilen)

1 x per week

 

 

Toilet schoonmaken

1 x per week

 

incidenteel

Deuren/deurposten nat afdoen

2 x per jaar

 

 

Radiatoren afnemen

2 x per jaar

 

 

Tegelwand badkamer afnemen

4 x per jaar

 

 

Gordijnen wassen

1 x per jaar

 

 

Ramen binnenzijde wassen

4 x per jaar

 

 

Reinigen lamellen / luxaflex

3 x per jaar

Hal

basis

Stof afnemen hoog

1 x per week

 

 

Stof afnemen midden incl. tastvlakken

1 x per week

 

 

Stof afnemen laag

1 x per week

 

 

Stofzuigen

1 x per week

 

 

Dweilen

1 x per 2 weken

 

 

Trap stofzuigen (binnenshuis)

1 x per 4 weken

 

incidenteel

Radiatoren afnemen

2 x per jaar

 

 

Deuren/deurposten nat afdoen

2 x per jaar

 

 

 

 

 

 

SCHONE WAS

gemiddelde frequentie

 

 

Wasgoed sorteren

1 x per week

 

 

wassen

5 x per 2 weken

 

 

drogen / ophangen / afhalen

5 x per 2 weken

 

 

Was strijken

1 x per week

 

 

Was opbergen/opruimen

5 x per 2 weken

 

 

 

 

 

 

BOODSCHAPPEN

gemiddelde frequentie

 

 

Boodschappenlijst opstellen

1x per week

 

 

Boodschappen doen

1x per week

 

 

Boodschappen opruimen

1x per week

 

 

 

 

 

 

MAALTIJDEN

gemiddelde frequentie

 

 

Maaltijd klaarzetten, tafel dekken en afruimen, vaatwass

2x per dag

 

 

Vaatwasser inruimen

2x per dag

 

 

Maaltijd opwarmen of bereiden

1x per dag

 

 

Vaatwasser uitruimen

1x per dag

 

 

 

 

 

 

LICHTE BEGELEIDING

 

 

 

begeleiding naar voorliggend veld

 

 

 

Regelen praktische zaken (administr. werkzaamheden client)

 

 

 

Organisatie huishoudelijke activiteiten

 

 

 

Aanleren activiteiten (incl. aan kinderen)

 

 

 

Contact onderhouden met familie en/of netwerk

 

 

 

Contact onderhouden met WegWijs

 

 

 

Signaleren en verwijzen naar andere zorgpartijen

 

 

 

 

 

 

 

KINDVERZORGING

 

 

 

-

 

 

 

-

 

 

 

-

 

 

 

-

 

 

 

-