Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent een openstellingsbesluit en de daarbij behorende nadere regels Openstellingsbesluit Kavelruil Gelderland, september 2018 |
Citeertitel | Openstellingsbesluit Kavelruil Gelderland, september 2018 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-09-2018 | 29-10-2020 | nieuwe regeling | 17-08-2018 | 2018-010283 |
Bekendmaking van het besluit van 17 augustus 2018 – zaaknummer 2018-010283 tot vaststelling van een regeling
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 4 van de Verordening POP3 subsidies provincie
BESLUITEN vast te stellen het Openstellingsbesluit “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven, september 2018”
Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,
Bijlage1 Nadere regels bij het Openstellingsbesluit Kavelruil Gelderland, september 2018
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven zoals bedoeld in artikel 2.4.1. onderdeel b van de Verordening.
Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel b van de Verordening kan worden verstrekt aan:
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Verordening bevat de aanvraag om een subsidie een kaart met een duidelijke begrenzing en oppervlakte van het projectgebied.
Bij de Regeling “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven, september 2018”
Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken is een blijvende investering in de landbouwstructuur noodzakelijk. Door deze investeringen kan de efficiëntie van de sector worden verhoogd. Daarom zet de provincie met de POP3 regeling ‘Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ in op de ontwikkeling van een duurzame en concurrerende landbouw in Gelderland.
Voor de grondgebonden landbouw is een goede ruimtelijke structuur van de landbouwbedrijven een belangrijke voorwaarde. De provincie richt zich met deze regeling op verbetering van de verkaveling (de omvang, ligging en de vorm van de kavels) door uitruil en de juiste aanpassingen van percelen.
Naast verbetering van de bedrijfsefficiëntie kan de kavelruil ook bij dragen aan de realisatie van inter(nationale) en provinciale doelen rondom water, Klimaat, Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), biodiversiteit, Natuur (Natura-2000), en in stand houden van het landschap. Voor het provinciale beleidskader wordt verwezen naar de Omgevingsvisie van de Provincie Gelderland.
Alle projecten moeten voldoen aan de (inter)nationale wet- en regelgeving, zoals onder meer de voorwaarde dat het project moet passen binnen vigerende bestemmingsplannen, waardoor negatieve effecten beperkt blijven. Een efficiëntere bedrijfsvoering kan leiden tot vermindering van de emissies. Dit heeft een direct positief effect op de kwaliteit van bodem, water en lucht. Het schoner worden van het leefmilieu, betere luchtkwaliteit, meer groen, minder geuremissies en minder verkeersbewegingen, heeft op zijn beurt weer indirecte positieve effecten op het woon- en leefklimaat.
Dit openstellingsbesluit is een nadere invulling van de algemene bepalingen (hoofdstuk 1) uit de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland, mei 2018. Aanvragen dienen ook te voldoen aan de criteria uit hoofdstuk 1, tenzij er in het openstellingsbesluit van wordt afgeweken.
Artikel 2 subsidiabele activiteiten
Ontwikkelingen in de landbouw raken in een stroomversnelling. Als gevolg van regelgeving door de overheid en het vervallen van de melkquotering wordt verwacht dat meer bedrijven hun activiteiten zullen beëindigen. Daardoor kan er meer beweging op de grondmarkt komen waardoor enerzijds kansen ontstaan voor bedrijven die zich verder ontwikkelen en anderzijds kan dat leiden tot verdere versnippering van de verkaveling. Deze regeling beoogt een hulpmiddel te zijn om de verkaveling te verbeteren.
Kavelruilprojecten zijn gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid en waterhuishouding. Ook kan een goede verkaveling het mogelijk maken dat er weer meer gebruik gemaakt wordt van beweiding (“Koeien in de wei”) in plaats van zomerstalvoedering. Het gaat daarbij om de volgende concrete kosten:
Dit zijn uitgaven gericht op verdere draagvlakontwikkeling, voorbereidingskosten, inhuur van kavelruilcoördinatoren en andere experts, opstellen en uitvoeren van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures, projectmanagement; kadaster- en notariskosten;
Dit zijn uitgaven voor graven en dempen van sloten, met elkaar verbinden van percelen, aanpassen van drainage, aanleg of verbetering van dammen en kavelpaden, aanpassen van het wegenstelsel, aanpassen van de waterhuishouding.
Artikel 7 Selectiecriteria, weging en selectie
Voor de selectie van POP3 projecten wordt gewerkt met een tendersystematiek. Alle in de openstellingsperiode ingediende projecten worden gerangschikt aan de hand van tevoren bekend gemaakte selectiecriteria en de tevoren bekend gemaakte weging van die criteria. . Hierbij geldt dat alle te financieren projectvoorstellen de van tevoren bekend gemaakte minimale puntenscore moeten behalen. De best scorende projecten staan bovenaan en komen naar volgorde van plaatsing in aanmerking voor financiering binnen de beschikbare budgetruimte.
Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 2.4.1.3 van de Verordening de volgende selectiecriteria:
ad a. Mate van effectiviteit van de activiteit
Het maximale aantal punten voor de mate van effectiviteit uit artikel 7 bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 2. Omdat verkaveling zowel kan bijdragen aan landbouwstructuurverbetering als aan de realisatie van andere (inter)nationale doelen, is voor de mate van effectiviteit gekozen voor een wegingsfactor 2.
De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit:
de verbetering in verkavelingsstructuur die bereikt kan gaan worden, te meten door het verschil in ‘uitgangskwaliteit’ én te behalen ‘eindkwaliteit’ van het gebied waar het ruilverkavelingsproces plaats zal gaan vinden. De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van de kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels.
Voor de berekening van de bijdrage aan het beleidsdoel landbouwstructuurverbetering dienen de volgende onderdelen opgenomen te worden in het projectplan:
Zowel voor de nul situatie als voor het beoordelen van de effectiviteit van de kavelruil dient de hierna genoemde klasse indeling mate van verkaveling te worden opgenomen.
Klasse indeling mate van verkaveling:
Hiervoor is een beschrijving nodig van:
De punten toekenning is als volgt
0 punten: Zeer geringe bijdrage: Het project draagt slechts in zeer geringe mate bij aan het criterium: de verbetering van de verkavelingsstructuur en overige provinciale- en (inter) nationale doelen
1punt: geringe bijdrage van het project aan het criterium.
2 punten: Het project draagt matig bij aan het criterium.
3 punten: Het project draagt in voldoende mate bij aan het criterium.
4 punten: de bijdrage van het project aan het criterium is goed.
5 punten: zeer goede bijdrage van het project aan het criterium.
ad.b Haalbaarheid / kans op succes
Het maximale aantal punten voor haalbaarheid uit artikel 7 bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 2.
De haalbaarheid van het projectplan tot opstellen en realisatie van een verkavelingsplan wordt beoordeeld door in samenhang de volgende vier aspecten te bezien:
De mate waarin er al draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten, maar kan ook aangetoond worden met het al aanwezig zijn van een samenwerkingsintentie van de belangrijkste partijen of het aantonen van de betrokkenheid van met name de ondernemers en andere eigenaren/gebruikers wiens gronden deel uit maken van het te verkavelen plangebied;
De punten toekenning is als volgt:
0 punt, project scoort onvoldoende op alle genoemde aspecten.
1 punt: project scoort onvoldoende tot matig op één of alle genoemde aspecten.
2 punten: project scoort ten minste voldoende op de genoemde aspecten.
3 punten: project scoort goed op ten minste twee van genoemde aspecten, andere aspecten scoren voldoende.
4 punten: project scoort goed op de genoemde aspecten.
5 punten: project scoort zeer goed op ten minste twee van genoemde aspecten, andere aspecten scoren goed.
Het maximale aantal punten voor Urgentie uit artikel 7 bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 2. Omdat verkaveling zowel bijdraagt aan landbouwstructuurverbetering als aan de realisatie van andere (inter) nationale doelen, is zowel voor de mate van effectiviteit als voor urgentie gekozen om een wegingsfactor 2 toe te passen.
Hierbij gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden door de herverkaveling geïdentificeerd zijn als opgaven die op grond van het provinciale (sectorale of integrale) beleid noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is. Zo zijn er (inter)nationale doelstellingen die voor een bepaalde einddatum gerealiseerd dienen te zijn en waar de verbetering van de verkavelingsstructuur aan bijdraagt of noodzakelijk voor is.
In het projectplan dient te worden beschreven welke positieve effecten er voor weidegang, milieu, waterhuishouding en landschap of natuur ontstaan door het herverkavelingsinstrument in te zetten. Bovendien dient dit gerelateerd te worden aan de relevante provinciale omgevingsvisie met betrekking tot de termijn waarop die maatregelen gerealiseerd dienen te worden.
De punten toekenning is als volgt:
0 punt, er is sprake van een opgave die op grond van in het openstellingsbesluit
weergegeven provinciale plannen noodzakelijk is, maar die op grond van die plannen pas op zeer lange termijn aangepakt hoeft te worden.
1 punt, er is sprake van een opgave die op grond van in het openstellingsbesluit
weergegeven provinciale plannen noodzakelijk is, maar die op grond van die plannen pas op langere termijn aangepakt hoeft te worden.
2 punten, er is sprake van een noodzakelijke opgave op grond van in het
openstellingsbesluit weergegeven provinciale plannen en die op grond van die plannen binnen afzienbare termijn aangepakt moet worden.
3 punten, er is sprake is van een noodzakelijke opgave op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale plannen en die op grond van die plannen op relatief korte termijn aan gepakt moet worden.
4 punten, er is sprake van een op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale plannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen snel aangepakt moet worden.
5 punten, er is sprake van een op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale plannen noodzakelijk opgave, die op grond van die plannen onmiddellijk aangepakt moet worden.
ad.d De efficiëntie van de activiteit
Het maximale aantal te behalen punten voor efficiëntie uit artikel 7 bedraagt 5 punten met een wegingsfactor 3.
De kosten worden vergeleken met een normbedrag. De normkosten per geruilde hectare worden gesteld op € 1.500,- indien geen sprake is van kavelaanvaarding en € 2.300,- per geruilde hectare indien sprake is van kavelaanvaarding. Dit bedrag is gebaseerd op kosten van kavelruil in de afgelopen jaren. De uit de aanvraag blijkende totale subsidiabele kosten worden gedeeld door het voorziene aantal geruilde hectares landbouwgrond.
De punten toekenning is als volgt:
0 punt, indien de kosten meer dan 50 % hoger zijn dan de hiervoor genoemde normkosten.
1 punt, indien de kosten meer dan 30 tot en met 50% hoger zijn dan de normkosten.
2 punten, indien de kosten meer dan 10 tot en met 30% hoger zijn dan de normkosten.
3 punten, indien de kosten tussen de 10% lager en 10% hoger zijn dan de normkosten.
4 punten, indien de kosten meer dan 10 tot 20% lager zijn dan de normkosten.
5 punten, indien de kosten 20% of meer lager zijn dan de normkosten.
Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het doel van deze systematiek is om alle projecten onderling te vergelijken en de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt bereikt, de projecten met de lagere scores geen subsidie zullen ontvangen. Mocht het plafond niet worden bereikt dan worden alle projecten, die de minimumscore hebben behaald, gesubsidieerd. De systematiek van toekenning van punten aan selectiecriteria en de weging daarvan staat hieronder in tabelvorm weergegeven.