Organisatie | Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard houdende regels omtrent peilen Beleidsregel Afwijkende peilen |
Citeertitel | Beleidsregel Afwijkende peilen |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-08-2018 | nieuwe regeling | 07-11-2017 |
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (verder HHSK genoemd) zorgt voor het watersysteembeheer in het gebied. De doelen voor het watersysteembeheer zijn opgenomen in het Waterbeheerplan. Algemene beleidsuitgangspunten zijn vastgelegd in de Nota Watersysteembeheer. In de Beleidsuitwerking Peilbeheer zijn specifieke uitgangspunten voor het peilbeheer opgenomen, inclusief de zogeheten afwijkende peilen.
Onder afwijkende peilen verstaan we oppervlaktewaterpeilen die afwijken van wat in het peilbesluit is vastgelegd. We onderscheiden:
- Opmalingen: plaatselijk hoger peil (inclusief ‘opgehouden peilen’)
- Onderbemalingen: plaatselijk lager peil dan vastgesteld in het peilbesluit.
Afwijkende peilen zijn van invloed op de manier waarop het watersysteem als geheel functioneert. HHSK hanteert daarom een terughoudend beleid voor afwijkende peilen. Voor het beoordelen van vergunningaanvragen hanteert HHSK een beleidsregel. Vergunningaanvragers en andere betrokkenen kunnen aan de hand van deze beleidsregel inschatten of een aanvraag voor een afwijkend peil door HHSK zal worden gehonoreerd. De beleidsregel is van toepassing op het gehele beheergebied van HHSK, zie figuur 1. Voor bestaande opmalingen geldt in veel gevallen een algemene regel. Deze is gelijktijdig met deze beleidsregel vastgesteld.
2. Uitgangspunten en methodiek
2.1 Beleidsdoelstelling en beleidsuitgangspunten
Een goed functionerend watersysteem en een goed beheer van de oppervlaktewaterpeilen zijn van groot belang voor het gebruik van het gebied en de omgevingskwaliteit, ook op de langere termijn.
Met het oog op de betrokken belangen voert HHSK een terughoudend beleid ten aanzien van afwijkende oppervlaktewaterpeilen. Dit beleid is uitgewerkt in de Beleidsuitwerking Peilbeheer, in het bijzonder in paragraaf 4.5 Bestaande afwijkende peilen en paragraaf 4.6 Nieuwe afwijkende peilen.
Deze beleidsregel geeft aan hoe we in de praktijk toepassing geven aan het ontheffingenbeleid inzake afwijkende peilen. Hoofdstuk 2 gaat in op regelgeving en methodiek, met in par.2.3 een stappenschema voor nieuwe en bestaande afwijkende peilen. Hoofdstuk 3 bevat de beleidsregel voor onderbemalingen en voor nieuwe opmalingen.
2.2 Keur, beleidsregels en algemene regels
HHSK heeft voor het uitvoeren van haar taken een keur. De keur is een verordening van het waterschap. De keur (artikel 3.1 lid 1 sub g) verbiedt om zonder watervergunning van het bestuur ‘de waterstand op een peil te brengen of te houden, anders dan het peil dat daarvoor in het desbetreffende peilbesluit is opgenomen of dat normaal wordt aangehouden 1 ’. Daarnaast verbiedt art.3.1 lid 1 en lid 2 onder meer om zonder watervergunning van het bestuur binnen waterstaatswerken de beschermingszone daarvan werkzaamheden te verrichten en om werken te maken, te hebben, te wijzigen of op te ruimen. Onder deze verbodsbepaling vallen ook werken en werkzaamheden die verband kunnen houden met afwijkende peilen, zoals het aanbrengen of hebben van stuwen, pompen, inlaten en andere voorzieningen.
Om te bevorderen dat bestaande situaties, nieuwe initiatieven en vergunningaanvragen zoveel mogelijk op de zelfde, transparante manier worden behandeld maakt HHSK gebruik van beleidsregels en algemene regels. Activiteiten die vallen onder een algemene regel zijn zonder individuele vergunning toegestaan. Hiermee beperken we de administratieve drukte (vergunningverlening) tot een verantwoord minimum. Activiteiten die niet onder de algemene regels vallen beoordelen we aan de hand van de beleidsregels. Zie bijlage I voor meer algemene informatie over de keur, beleidsregels en algemene regels.
Bestaande opmalingen vallen – voor zover ze mogen worden gecontinueerd – onder de algemene regel. Bestaande onderbemalingen en nieuwe afwijkende peilen wil HHSK in verband met de mogelijke gevolgen vooraf toetsen en reguleren. Ze zijn daarom vergunningplichtig. Paragraaf 2.3 bevat een stappenplan om te bepalen of een afwijkend peil onder een algemene regel valt of onder de vergunningplicht. Hoofdstuk 3 geeft de beleidsregel voor nieuwe afwijkende peilen.
2.3 Stappenplan afwijkende peilen
Figuur 2: Stappenplan afwijkende peilen
Stap 1: Bestaande opmalingen zijn – binnen voorwaarden – toegestaan op grond van een algemene regel van HHSK; zie paragraaf 4.2. Let op: Een inlaatwerk in een waterkering of peilscheiding valt buiten de vrijstelling en is altijd vergunningplichtig op grond van art.3.1 van de keur van HHSK. Op grond van de algemene regel geldt de vrijstelling tot de inwerkingtreding van een nieuw peilbesluit. Daarbij kan worden bepaald dat het afwijkende peil moet worden opgeheven of aangepast, of dat het afwijkende peil opnieuw is toegestaan.
Stap 2: Bestaande en nieuwe onderbemalingen, nieuwe opmalingen en bestaande opmalingen die buiten de algemene regel vallen zijn altijd vergunningplichtig. Of en onder welke condities een vergunning kan worden verleend wordt bepaald aan de hand van de beleidsregels uit par. 4.2 tot en met 4.5 van dit document.
Stap 3: Als een vergunning op grond van de beleidsregels mogelijk kan worden verleend kan een vergunning worden aangevraagd. Als de beleidsregels onvoldoende duidelijkheid bieden is het raadzaam om vooraf overleg te plegen met HHSK.
Op grond van de kaders en ontwikkelingen uit hoofdstuk 2 en in aanvulling op de uitgangspunten uit het Waterbeheerplan en Nota Watersystemen (zie paragraaf 2.1) streven we met het peilbeheer – en daarmee ook met de regulering van afwijkende peilen - de volgende doelen na:
Een afwijkend peil kan leiden tot neveneffecten, zoals een verandering in de grondwaterstand of een belemmering van de waterafvoer. Zo’n effect hoeft op zichzelf niet te leiden tot nadelige gevolgen (schade). Of er kans is op schade, kan pas beoordeeld worden als in beeld is of het effect gevolgen heeft voor gebruiksfuncties en belangen zoals bebouwing, archeologie, infrastructuur, landbouw, glastuinbouw, natuur, waterveiligheid, strategische zoetwatervoorziening, drinkwatervoorziening, openbaar groen, bodemverontreiniging, waterhuishouding, waterkwaliteit en bodemdaling.
In de Beleidsuitwerking Peilbeheer is uitgewerkt hoe we op grond van deze doelen omgaan met bestaande afwijkende peilen (par.4.5) en nieuwe afwijkende peilen (par.4.6). Ook de overige uitgangspunten uit hoofdstuk 3 en 4 van de Beleidsuitwerking Peilbeheer betrekken wij waar nodig bij de afweging en regulering van afwijkende peilen.
4. Uitgangspunten toetsing afwijkende peilen
We onderscheiden bij de afwijkende peilen vier situaties:
In de beleidsregel hebben wij rekening gehouden met de mogelijk gevolgen voor andere belangen. Waar de toepassing van de beleidsregels door bijzondere omstandigheden desondanks zou leiden tot onevenredige gevolgen voor een of meer belanghebbenden houden we daarmee rekening bij de afweging en de eventuele vergunningverlening, conform de Algemene wet bestuursrecht, art.4:84. We toetsen de activiteit daartoe aan de doelen en uitgangspunten van hoofdstuk 3 inclusief de documenten waarnaar hoofdstuk 3 verwijst.
Bestaande opmalingen zijn in principe toegestaan op grond van de algemene regel; de vrijstelling geldt tot het moment dat het peilbesluit voor het gebied wordt herzien.
Samengevat houdt de algemene regel in dat bestaande opmalingen zijn vrijgesteld van de vergunningplicht, mits:
De vrijstelling geldt niet voor werken in waterkeringen of waterscheidingen; vaak gaat het daarbij om inlaatvoorzieningen vanuit de boezem of een hoger peilgebied. De vrijstelling vervalt als het belang van de opmaling vervalt doordat de inrichting, de functie en/of het gebruik van het gebied worden gewijzigd. De vrijstelling vervalt met de inwerkingtreding van een nieuw peilbesluit, tenzij daarbij wordt bepaald dat de opmaling mag worden voortgezet.
Het bestuur bepaalt bij heroverweging van het peilbesluit dat de bestaande situatie moet worden aangepast of opgeheven, of mag worden voortgezet. We hanteren hierbij de volgende uitgangspunten:
Toelichting ad c.: als vuistregel voor de maximale omvang van een afwijkend peil hanteren wij een oppervlakte van 40 ha of tien belanghebbenden en/of de aanwezigheid van één of meer relevante algemene maatschappelijke belangen (vgl. Nota Watersystemen HHSK, par.4.2).
Bestaande onderbemalingen zijn altijd vergunningplichtig. Gezien de nadelige effecten streeft HHSK ernaar om bestaande onderbemalingen zoveel mogelijk terug te dringen. Een vergunning wordt alleen verleend als:
Een vergunning vervalt als het belang van het afwijkende peil vervalt (door herinrichting, nieuwbouw of functiewijzigingen van het gebied). Ook vervalt de vergunning met de inwerkingtreding van een nieuw peilbesluit, tenzij daarbij wordt bepaald dat de onderbemaling mag worden voortgezet. We hanteren daarbij – naast de voorgaande uitgangspunten – als vuistregel dat de onderbemaling vervalt of moet worden aangepast als:
Bij het laatste punt hanteren wij als vuistregel voor de maximale omvang van een afwijkend peil een oppervlakte van dan 40 ha of tien belanghebbenden en/of de aanwezigheid van één of meer relevante algemeen maatschappelijke belangen (vgl. Nota Watersystemen HHSK, par.4.2).
Nieuwe onderbemalingen kunnen extra maaivelddaling veroorzaken. HHSK is daarom zeer terughoudend met het toestaan van nieuwe onderbemalingen (zie Beleidsuitwerking Peilbeheer HHSK, par.4.6).
Nieuwe onderbemalingen met een duur van meer dan 70 dagen staan wij niet toe. Nieuwe onderbemalingen voor maximaal 70 dagen kunnen worden vergund mits:
Met het oog op de mogelijke effecten kunnen in de vergunning onder meer eisen worden gesteld aan:
Bij bestaande belangen of voorzieningen, zoals begroeiing of bebouwing, kan de behoefte aan een opmaling ontstaan door peilaanpassing (verlaging van het peil in verband met maaivelddaling) in het desbetreffende peilgebied. Ook wijzigingen in de functie en het gebruik kunnen aanleiding zijn om het plaatselijk instellen van een hoger oppervlaktewaterpeil te overwegen.
Nieuwe opmalingen kunnen worden vergund als dat noodzakelijk is om onevenredige nadeel of schade te beperken, mits:
Een vergunning vervalt als het belang van het afwijkende peil vervalt (door herinrichting, nieuwbouw of functiewijzigingen van het gebied). Ook vervalt de vergunning met de inwerkingtreding van en nieuw peilbesluit, tenzij daarbij wordt bepaald dat de onderbemaling mag worden voortgezet. HHSK hanteert daarbij dezelfde uitgangspunten als bij bestaande opmalingen, zie paragraaf 4.2.
Ad a. Hoofdwatergangen en boezemwateren zijn per definitie van belang voor meerdere partijen en belangen. Daarom wordt daar geen ontheffing voor een opmaling peil verleend.
Ad b. Om het grondwaterpeil op een bepaald niveau te handhaven zijn infiltratieleidingen veelal een effectief en doelmatig alternatief voor het verhogen van het oppervlaktewaterpeil.
Ad d. Om onnodig water- en energieverlies (‘rondpompen’) te voorkomen dient het water voor de opmaling door middel van een pompje te worden aangevoerd uit het aangrenzende peilvak; aanvoeren door middel van een inlaat o.i.d. uit een hoger peilvak of uit de boezem is niet toegestaan.
Ad e. Om onacceptabele effecten op het oppervlaktewatersysteem te voorkomen kunnen onder meer eisen worden gesteld aan:
Ad f. Nieuwe functies en voorzieningen moeten rekening houden met het aanwezige peil (‘functie volgt peil’). Een hoger peil ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen van enige omvang vergt de tijdige aanpassing van het peilbesluit (zie Beleidsuitwerking Peilbeheer HHSK par.4.4). Hierbij hanteren wij als vuistregel voor de maximale omvang van een afwijkend peil een oppervlakte van 40 ha of tien belanghebbenden en/of de aanwezigheid van één of meer relevante algemene maatschappelijke belangen (vgl. Nota Watersystemen HHSK, par.4.2).
Waterbeheerplan HHSK 2016-2021
Beleidsuitwerking Peilbeheer HHSK 2017
Beleidsregel Grondwateronttrekkingen en infiltraties HHSK 2017
Bijlage I - Beleid en regels van het hoogheemraadschap
In de Keur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) staan verboden en geboden die betrekking hebben op oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen en grondwater. De verboden betreffen die handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen of grondwater-lichamen. In bepaalde gevallen kan voor de verboden handelingen onder voorwaarden een vergunning worden verleend. De geboden geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te houden. Een gebod kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een onderhoudsverplichting.
Bij de keur behoren algemene regels. Voor handelingen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in de algemene regels, is geen vergunning nodig. Wel geldt in veel gevallen een meldplicht. Randvoorwaarden voor vrijstelling door middel van algemene regels zijn:
De algemene regels van HHSK zijn te vinden op
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Hoogheemraadschap%20van%20Schieland%20en%20de%20Krimpenerwaard/388001/388001_2.html
Vergunningen worden alleen verleend als de waterstaatkundige belangen niet in het gedrangkomen. Bij het verlenen van een vergunning worden deze belangen altijd afgewogen. Er wordt rekening gehouden met het doel van de Waterwet: het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Om op dit punt zoveel mogelijk duidelijkheid en zekerheid te bieden, zijn zowel ten behoeve van het waterschap als burgers duidelijke uitgangspunten geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels. Daar waar in deze tekst gesproken wordt over burgers worden tevens bedoeld bedrijven en (belangen) organisaties.