Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gouda

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent beloningen Beloningsregeling Gouda

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGouda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent beloningen Beloningsregeling Gouda
CiteertitelBeloningsregeling Gouda
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Bezoldigingsverordening gemeente Gouda 2004, Regeling afbouwtoelage inkomensverlies 1999, Regeling bezwarende werkomstandigheden gemeente Gouda 2004, Regeling reis- en verblijfkosten dienstreizen, Procedurebesluit bevorderingen 1986, Procedurebesluit blijken van waardering 1986 en het besluit d.d. 8 juli 1975/9 oktober 1979 tot toekenning van een afscheidsgratificatie.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-201701-01-2020nieuwe regeling

16-02-2016

gmb-2018-181766

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent beloningen Beloningsregeling Gouda

Deze regeling is eerder al op gebruikelijke wijze bekend gemaakt op 18 april 2017, Gemeenteblad 2017, 63316. Door deze publicatie wordt het nu ook bekend gemaakt via het elektronisch en algemeen toegankelijke Gemeenteblad.

 

Burgemeester en wethouders van Gouda

 

gelezen het voorstel, d.d 23 september 2015 en 11 februari 2016 met voorstelnummer 312;

gezien de door het Georganiseerd Overleg verleende instemming d.d. 2 februari 2016;

 

besluiten vast te stellen de volgende regeling

 

Beloningsregeling Gouda

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    CAR–GUWO: Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten – Goudse Uitwerkingsovereenkomst;

  • b.

    medewerker: ambtenaar van de gemeente Gouda in de zin van artikel 1:1, lid 1, sub a, van de CAR–GUWO.

  • c.

    inconveniënten: bezwaren die aan de functie zijn verbonden, zoals gespecificeerd in de bijlage van deze Regeling, die niet vermijdbare zware, onaangename of gevaarlijke arbeid omvatten.

Artikel 2 Wijze van berekenen van het salaris

  • 1.

    Wanneer het salaris, een vergoeding, een salaristoelage of een uitkering wordt berekend over een gedeelte van een maand, dan wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

  • 2.

    Het salaris, de vergoeding, de salaristoelage of de uitkering van de medewerker met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 3 Verhoging van het salaris

  • 1.

    De volgende periodiek wordt toegekend, tenzij de medewerker onvoldoende functioneert wat blijkt uit een personeelsbeoordeling met eindscore d.

  • 2.

    Deze personeelsbeoordeling is formeel vastgesteld voordat de periodieke verhoging wordt onthouden. De vaststelling hiervan vindt uiterlijk één maand voor de betreffende ingangsdatum plaats.

  • 3.

    Toekenning van een extra periodiek kan plaatsvinden indien de medewerker blijk geeft van zeer goede of uitstekende wijze van functioneren wat blijkt uit een personeelsbeoordeling met eindscore a.

  • 4.

    Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 CAR–GUWO is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van de periodiek.

Artikel 4 Salaris bij promotie naar hogere schaal

  • 1.

    Wanneer voor de medewerker een hogere salarisschaal gaat gelden, dan wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het bedrag, dat de medewerker volgens de oude schaal ontving. Als deze nieuwe inschaling tegelijkertijd plaatsvindt met de toekenning van een periodieke salarisverhoging, dan vindt eerst de periodieke salarisverhoging plaats in de huidige salarisschaal daarna de promotie.

  • 2.

    Bij toepassing van het eerste lid wordt het nieuwe salaris van de medewerker met één periodiek verhoogd als:

    • a.

      het salaris in de nieuwe schaal een groei van minder dan 75% bedraagt van het salarisverschil tussen het oude salaris en een periodieke salarisverhoging binnen die schaal;

    • b.

      het maximum van de oude schaal reeds was bereikt, maar de groei minder dan 75% bedraagt van het salarisverschil, dat met de laatste periodieke salarisverhoging in de oude schaal is verkregen.

Artikel 5 Uitloopschaal

  • 1.

    De uitloopschaal is de salarisschaal die één salarisschaal hoger is dan de functieschaal.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is salarisschaal 10A de uitloopschaal van functieschaal 10 en salarisschaal 11A de uitloopschaal van functieschaal 11.

  • 3.

    De medewerker komt in aanmerking voor promotie naar de uitloopschaal bij goed functioneren wat blijkt uit een personeelsbeoordeling met tenminste een eindscore b en indien hij

    • a.

      twee jaar is ingeschaald op het maximum van één van de functieschalen 1 t/m 5

    • b.

      vijf jaar is ingeschaald op het maximum van één van de functieschalen 6 t/m 11

  • 4.

    De medewerker die een functie bekleedt met functieschaal 12 of hoger heeft geen recht op toekenning van de uitloopschaal.

Artikel 6 Inconveniëntentoelage

  • 1.

    Aan de medewerker wordt compensatie verleend in de vorm van een toelage indien hij arbeid verricht waarbij sprake is van:

    • a.

      inconveniënten;

    • b.

      bedrijfshulpverleningstaken;

    • c.

      interventietaken.

  • 2.1

    De toelage voor inconveniënten als bedoeld in lid 1 bedraagt per gewerkt uur:

    • a.

      categorie 1: matig bezwarend 2%

    • b.

      categorie 2: ernstig bezwarend 4%

    • c.

      categorie 3: zeer bezwarend 6%

  • 2.2

    De toelage per kalenderjaar voor bedrijfshulpverleningstaken bedraagt voor:

    • a.

      het hoofd Bedrijfshulpverlening 15% van het salarisbedrag van schaal 9, periodieknummer 11, onder aftrek van de toe te kenen vergoeding genoemd in artikel 3:17 van de CAR;

    • b.

      het plv. hoofd Bedrijfshulpverlening 13% van het salarisbedrag van schaal 8, periodieknummer 11, onder aftrek van de toe te kenen vergoeding genoemd in artikel 3:17 van de CAR;

    • c.

      de bedrijfshulpverlener 10% van het salarisbedrag van schaal 7, periodieknummer 11, onder aftrek van de toe te kenen vergoeding genoemd in artikel 3:17 van de CAR.

  • 2.3

    De toelage per kalenderjaar voor interventietaken bedraagt voor de:

    • a.

      coördinator interventieteam 13% van het salarisbedrag van schaal 8, periodieknummer 11, onder aftrek van de toe te kenen vergoeding genoemd in artikel 3:17 van de CAR;

    • b.

      interventiemedewerker 10% van het salarisbedrag van schaal 7, periodieknummer 11, onder aftrek van de toe te kenen vergoeding genoemd in artikel 3:17 van de CAR.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel en het gestelde in de bijlage 1 van deze Regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      soms: de aan de functie verbonden inconveniënten doen zich minmaal 10% van de voor de medewerker geldende werktijd voor, inclusief onderbreking met korte pauzes;

    • b.

      regelmatig: de aan de functie verbonden inconveniënten doen zich minimaal 40% van de voor de medewerker geldende werktijd voor, inclusief onderbreking met korte pauzes;

    • c.

      frequent: de aan de functie verbonden inconveniënten doen zich minimaal 80% van de voor de medewerker geldende werktijd voor, inclusief onderbreking met korte pauzes.

  • 4.

    Indien nog één of meerdere typen inconveniënten voorkomen van gelijke zwaarte wordt het op basis van de bijlage 1 toegekende percentage met maximaal 1% verhoogd.

  • 5.

    De berekeningsbasis van de procentuele toelage, bedoeld in lid 2.1 van dit artikel, is maximaal gelijk aan het tot het uurloon herleide bedrag dat behoort bij het maximum van salarisschaal 6.

  • 6.
    • a.

      De toelage voor inconveniënten wordt betaalbaar gesteld op de eerste dag van de maand volgend op die van indiening van de aanvraag.

    • b.

      De toelage in verband met de verrichte bedrijfshulpverleningstaken en/of interventietaken wordt betaalbaar gesteld in de maand december.

  • 7.

    Indien de medewerker incidenteel werkzaamheden verricht waaraan inconveniënten zijn verbonden, welke werkzaamheden onderdeel uitmaken van een functie waarvoor een vaste inconveniëntentoelage is vastgesteld, kan op dagbasis een toelage worden toegekend naar evenredigheid van de vaste toelage.

  • 8.

    De puntentoekenning op basis van het in het ODRP-functiewaarderingssysteem (OFS) 2000 gestelde over agressie, blijft achterwege.

Artikel 7 Reis- en verblijfkostenvergoeding

  • 1.

    Indien voor de dienstreis gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer, wordt bij voorkeur gereisd met gebruikmaking van de zakelijke OV-pas.

  • 2.

    Indien de in het belang van de dienst te maken dienstreis niet of niet op doelmatige wijze met het openbaar vervoer kan worden gemaakt, bedraagt de vergoeding € 0,28 bruto per kilometer.

  • 3.

    Indien de in het belang van de dienst te maken dienstreis op doelmatige wijze met het openbaar vervoer kan worden gemaakt, maar de medewerker geeft er de voorkeur aan met een eigen motorrijtuig te reizen, bedraagt de vergoeding het in artikel 3 van de Reisregeling binnenland vermelde bedrag.

  • 4.

    De naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte verblijfskosten worden vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 1, van de Reisregeling binnenland.

  • 5.

    In gevallen waarin dit artikel niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1.

    De medewerker die vóór 11 januari 1978 in dienst van de gemeente is getreden en zonder onderbreking in dienst van de gemeente is gebleven, behoudt zijn aanspraak op de afscheidsgratificatie bij ontslag door ouderdomspensioen op AOW-gerechtigde leeftijd of volledige arbeidsongeschiktheid op grond van het besluit d.d. 8 juli 1975/9 oktober 1979.

  • 2.

    Indien de medewerker uiterlijk op 31 december 2020 een betrekking heeft vervuld bij de overheid gedurende 12½-jaar, wordt hem een gratificatie toegekend overeenkomende met een kwart van zijn salaris, salaristoelagen en vakantietoelage waarop de medewerker in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft. Het gratificatiebedrag wordt naar boven afgerond op een veelvoud van vijf euro.

Artikel 9 Overige regelingen

In de Regeling interne hulpverlening Gouda en de Regeling woon – werkverkeer vindt een nadere uitwerking plaats van respectievelijk alle interne hulpverleningstaken en de reiskostenvergoeding woon – werkverkeer.

Artikel 10 Intrekking

Vanaf de datum van inwerkingtreding worden ingetrokken:

  • a.

    de Bezoldigingsverordening gemeente Gouda 2004;

  • b.

    de Regeling afbouwtoelage inkomensverlies 1999;

  • c.

    de Regeling bezwarende werkomstandigheden gemeente Gouda 2004;

  • d.

    de Regeling reis- en verblijfkosten dienstreizen;

  • e.

    het Procedurebesluit bevorderingen 1986;

  • f.

    het Procedurebesluit blijken van waardering 1986;

  • g.

    het besluit d.d. 8 juli 1975/9 oktober 1979 tot toekenning van een afscheidsgratificatie.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beloningsregeling Gouda.

 

Aldus besloten in de vergadering van 16 februari 2016.

Burgemeester en wethouders van Gouda,

getekend op 16-02-2016 ,burgemeester

getekend op 16-02-2016 ,wnd. gemeentesecretaris/algemeen directeur 

Toelichting

 

Per 1 januari 2016 wordt er een nieuw beloningshoofdstuk 3 in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) opgenomen. Door de werkgevers en de vakorganisaties zijn in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) afspraken gemaakt over de arbeidsvoorwaarden voor het personeel werkzaam in de gemeentelijke sector. Deze afspraken zijn bindend. Tevens is afgesproken dat de huidige lokale bezoldigingsregelingen verdwijnen.

 

Eventuele afspraken die de gemeente Gouda in stand wil houden, bijvoorbeeld de toekenning van een uitloopschaal, zijn in deze Beloningsregeling vastgelegd.

 

Artikel 2 Wijze van berekenen van het salaris

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 3 Verhoging van het salaris

In dit artikel is vastgelegd dat een medewerker die onvoldoende functioneert niet in aanmerking komt voor verhoging van het salaris. Dit behoort voor de medewerker geen verrassing te zijn. Het onvoldoende functioneren van de medewerker is dan ook al meerdere keren onderwerp van gesprek geweest. Voorwaarde voor het onthouden van de verhoging van het salaris is dat de personeelsbeoordeling definitief is vastgesteld. Een leidinggevende behoort tijdig voor de ingangsdatum te starten met het houden van een personeelsbeoordelingsgesprek.

 

De toekenning van een extra periodieke verhoging vindt eveneens plaats op basis van een personeelsbe-oordelingsgesprek. Een toekenning kan alleen plaatsvinden indien de medewerker zich in zijn functioneren duidelijk onderscheidt van andere medewerkers. Daarom is ook gekozen voor de terminologie zeer goede of uitstekende wijze van functioneren, overeenkomend met eindscore a.

 

Artikel 4 Salaris bij promotie naar hogere schaal

Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. Bedraagt deze salarisverhoging echter minder dan 75% van de periodieke verhoging die hij in zijn oude schaal zou hebben ontvangen, dan wordt het salaris met één periodiek verhoogd.

 

Artikel 5 Uitloopschaal

In dit artikel zijn de uitgangspunten voor de toekenning van de uitloopschaal geformuleerd. Eén van de uitgangspunten is dat voorafgaande aan de toekenning van de uitloopschaal, er een personeelsbeoorde-lingsgesprek plaatsvindt. Indien de medewerker blijk geeft van goed functioneren, met eindscore b, komt hij in aanmerking voor de uitloopschaal.

 

Artikel 6 Inconveniëntentoelage

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Uitgangspunt bij het maken van een dienstreis is het gebruik maken van de zakelijke OV-pas. Het eerste klas reizen met het OV wordt niet meer vergoed.

 

Overige artikelen

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

 

Overzicht typen inconveniënten Bijlage

 

Type

matig bezwarend

2%

ernstig bezwarend

4%

zeer bezwarend

6%

Verontreiniging

Regelmatige verontreiniging door nat, vies, vuil of verontreinigde olie/vet die na gebruik van spe-ciale wasmiddelen enige tijd enigszins zichtbaar blijft.

Frequente verontreiniging die zo-danig in de huid doordringt, dat de gevolgen van het werk aan het uiterlijk van handen of lichaam langere tijd waarneem-baar blijven.

N.v.t.

Afkeer

Soms werken in een omgeving met sterk onaangename geuren en/of lichte huidprikkeling oproe-pende werksituaties.

Regelmatig werken in afkeer/ walging oproepende situaties en/ of duidelijk voelbare huidprikke-ling oproepende situaties van kortstondige duur.

Frequent werken in sterke afkeer/ walging oproepende situaties en duidelijk voelbare huidirriterende oproepende situaties van langere duur.

Huid- en slijm-

vliesprikkeling

N.v.t.

Soms werken in een situatie die een hoge mate van huid- of slijmvliesprikkeling teweegbrengt, zodanig dat dit effect ook na het werk nog enige tijd voelbaar blijft.

Regelmatig werken in een situa-tie die een hoge mate van huid- of slijmvliesprikkeling veroor-zaakt, zodanig dat dit effect ook na het werk nog lange tijd voel-baar blijft.

Hitte en koude

Soms verrichten van werkzaam-heden waarbij men regelmatig is blootgesteld aan onaangename hoge of lage temperaturen of aan sterke temperatuurwisselingen.

Regelmatig verrichten van werk-zaamheden waarbij men lang-durig is blootgesteld aan zeer onaangename hoge of lage tem-peraturen of aan sterke tempera-tuurwisselingen.

N.v.t.

Lawaai/trillingen

Soms werken in situaties waarin het gebruik van gehoorbescher-mingsmiddelen niet mogelijk of onvoldoende is en men is bloot-gesteld aan zodanig aanhoudend lawaai dat irriteert door wisselen-de sterkte of hinderlijke geluidfre-quentie; behoorlijk hinderlijk tril-lende apparatuur.

Regelmatig werken in situaties waarin het gebruik van gehoorbe-schermingsmiddelen niet moge-lijk of onvoldoende is en men is blootgesteld aan zodanig aan-houdend lawaai dat onderling contact nauwelijks mogelijk is; duidelijk onaangename sterk trillende apparatuur.

N.v.t.

Zwaarte

Soms (met korte tussenpozen) verrichten van werkzaamheden waarbij sprake is van zowel houding- en fixeerbelasting als van bewegingsbelasting. Dit uit zich in vermoeidheid van spie-ren, veroorzaakt door de basis-houdingen (zitten, staan, lopen, hurken of knielen) of die worden veroorzaakt door krachtuitoefe-ning bij het hanteren van materi-alen, onderdelen, goederen, ge-reedschappen of hulpmiddelen.

Regelmatig verrichten (met korte tussenpozen) van werkzaam-heden waarbij sprake is van zowel houding- en fixeerbelasting als van bewegingsbelasting. Dit uit zich in behoorlijke vermoeid-heid van spieren, veroorzaakt door de basishoudingen (zitten, staan, lopen, hurken of knielen) of die worden veroorzaakt door aanzienlijke krachtuitoefening bij het hanteren van materialen, ge-reedschappen, onderdelen, goe-deren of hulpmiddelen.

N.v.t.

Hinderlijke be-

schermingsmid-

delen

Soms werken met hinderlijke beschermingskleding of –midde-len bijvoorbeeld doordat deze een belemmering vormen voor normale huidoppervlakteuitwase-ming of voor de bewegings-mogelijkheden.

Regelmatig werken met behoor-lijk hinderlijk beschermingskle-ding of -middelen bijvoorbeeld doordat deze een belemmering vormen voor normale huidopper-vlakteuitwaseming of bewegings-mogelijkheden.

N.v.t.

Agressie

Verbale uitingen van agressie en geweld, rechtstreeks gericht tegen werknemer, waarbij hulp van collega of derden snel aan-wezig is. Het agressief gedrag richt zich op intimidatie bij de medewerker.

De frequentie bedraagt gemid-deld tenminste 5 x per week.

Verbale uitingen van agressie en geweld, soms met uitingen van lichamelijk geweld, rechtstreeks gericht tegen werknemer, waarbij hulp van collega of derden langere tijd uitblijft. Het agressief gedrag richt zich op intimidatie bij de medewerker.

De frequentie bedraagt gemid-deld tenminste 10 x per week.

N.v.t.