Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Uithoorn

Verordening grafrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Uithoorn
Officiële naam regelingVerordening grafrechten 2011
CiteertitelVerordening grafrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 223 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2011nieuwe regeling

11-11-2010

Nieuwe Meerbode, 24-11-2010

RV 10.65
01-01-201101-01-2012Tarieventabel

16-12-2010

Nieuwe Meerbode, 22-12-2010

RV 10.81

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Uithoorn;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2010, nr.RV10.65;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening grafrechten 2011

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De grafrechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1.

    De rechten dienen te worden betaald binnen dertig (30) dagen na de dag van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Indien tussen het moment van het aanvragen van een verlening van het recht als bedoeld in onderdeel 1.4 van de tarieventabel, en de aanvang van het verlengde tienjarig tijdvak drie maanden of meer resteert, kan de belastingplichtige in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, binnen veertien dagen nadat de aanvraag is gedaan opteren voor een gespreide betaling van het in 1.4, genoemde bedrag in zoveel gelijke achtereenvolgende volle maandelijkse termijnen van de periode tussen het moment van de optie en de aanvang van het verlengde tijdvak van tien jaren.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de grafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de grafrechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    De “Verordening grafrechten 2010” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat indien de bekendmaking vóór 1 januari 2011 plaatsvindt, de verordening niet eerder in werking treed dan de in het derde lid genoemde datum.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening grafrechten 2011”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad van Uithoorn van 11 november 2010, nr.4.1/3.0

De griffier (plv), De voorzitter,

(mr. J.H. van Leeuwen) (mevr. drs. D.H. Oudshoorn)

Tarieventabel Grafrechten 2011

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een graf wordt geheven: 
1.1.1voor een periode van 20 jaar bij een enkelgraf2.622,00
1.1.2voor een periode van 20 jaar bij een dubbelgraf5.244,00
1.2Voor het verlenen van een uitsluitend recht tot het bezetten van asbussen wordt geheven: 
1.2.1voor een periode van 20 jaar950,00
1.2.2voor een periode van 10 jaar475,00
1.2.3voor een periode van 5 jaar237,00
1.3Voor het ter beschikking stellen van een 
1.3.1algemeen graf voor een periode van 10 jaar655,00
1.3.2algemeen urnengraf of urnennis voor een periode van 10 jaar475,00
1.4Voor het verlengen van het uitsluitend recht 
1.4.1als bedoeld in 1.1.1 met 10 jaar wordt geheven1.421,00
1.4.2als bedoeld in 1.1.2 met 10 jaar wordt geheven2.842,00
1.4.3als bedoeld in 1.2.1 t/m 1.2.3 met 10 jaar wordt geheven585,00
1.5Voor het verlengen van het onder het 1.1.1 en 1.1.2 genoemde recht als gevolg van het aflopen van de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn (10 jaar) wordt geheven een bedrag van € (10 procent van de bedragen onder 1.1.1 en 1.1.2) per jaar dat de grafrusttermijn doorloopt na de in 1.1.1 en 1.1.2 genoemde termijn; 
1.6Voor het verlengen van het onder het 1.2.1 t/m 1.2.3 genoemde recht als gevolg van het aflopen van de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn (20 jaar) wordt geheven een bedrag van € (5 procent van de bedragen onder 1.2.1 t/m 1.2.3) per jaar dat de grafrusttermijn doorloopt na de in 1.2.1 t/m 1.2.3 genoemde termijn; 

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1Voor het begraven 
2.1.1van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder, wordt geheven600,00
2.1.2van een lijk van een persoon van 1 jaar tot 12 jaar, wordt geheven300,00
2.1.3van een lijk van een persoon van beneden 1 jaar, wordt geheven150,00
2.2Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven282,00
2.3Indien het begraven van een lijk of het bijzetten van een asbus geschiedt op buitengewonen uren, worden de rechten als bedoeld in 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3 en 2.2 verhoogd met 
2.3.1100% op zondagen en feestdagen. Het gestelde in artikel 3 van de Algemene termijnwet is van overeenkomstige toepassing. 
2.3.250% op overige tijden en dagen niet bedoeld onder 2.3.1 
2.4Onder buitengewone uren wordt verstaan buiten de openingstijden als bedoeld in artikel 1, onder a, van het besluit openingstijden algemene begraafplaats 1977. 
2.5Voor het begraven van stoffelijke resten van als levensloos aangegeven of binnen een maand na de geboorte overleden kinderen van een meervoudige geboorte, die in één kist zijn gesloten, worden in dit hoofdstuk genoemde rechten slechts éénmaal geheven. 
2.6Voor de in dit hoofdstuk genoemde rechten worden niet geheven voor het begraven van een als levenloos aangegeven of binnen een maand na de geboorte overleden kind, dat met het lijk van zijn moeder in één kist wordt begraven. 
2.7Voor het begeleiden van het verstrooien121,00

Hoofdstuk 3 Opgraven

3.1Voor het opgraven van een lijk uit een graf of het lichten van een asbus, behalve wanneer dit geschiedt op rechterlijk gezag, worden geheven de in- en externe kosten die voorafgaand aan de aanvrager worden medegedeeld, blijkend uit een begroting, die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. 
3.2Voor de toepassing van het eerste lid wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de in- en externe kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. 
3.3Ingeval bij de toepassing van het eerste lid blijkt dat de werkelijk gemaakte kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag wordt voor het verschil teruggaaf verleend. 
3.4Voor het opnieuw begraven van een lijk of het opnieuw bijzetten van een asbus worden wederom de rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 geheven. 

Hoofdstuk 4 Plaatsen grafbedekking

4.1Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor het plaatsen en/of wijzigen van een gedenkteken en/of beplanting op een graf wordt geheven109,00