Organisatie | Duiven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent beleid en uitvoering re-integratie |
Citeertitel | Beleids- en uitvoeringsregels re-integratie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-08-2018 | nieuwe regeling | 25-06-2018 | Z/18/037592 |
Werken met behoud van uitkering
De werkgever heeft naar het oordeel van de gemeente de serieuze intentie de uitkeringsgerechtigde bij goed functioneren na afloop van de proefplaatsing een regulier arbeidscontract aan te bieden van minimaal zes maanden met een minimale omvang van hetzelfde aantal uren als gedurende de proefplaatsing van toepassing was.
Artikel 10 Interne jobcoaching (subsidie aan werkgever als tegemoetkoming in de kosten voor het inzetten voor een interne begeleider)
De interne jobcoach die de werknemer coacht, heeft een training gevolgd om werknemers met structureel functionele beperkingen te begeleiden op de werkplek (bijvoorbeeld een Harrie-training (CNV)of een training Praktijkopleider plus (Kenniscentrum). De interne jobcoach kan dit aantonen door het overleggen van een relevant certificaat.
Bij cliënten van 27 jaar en ouder zonder een startkwalificatie 1 ligt de focus op het halen van een startkwalificatie.
Artikel 15 Leenfiets (fietsenpoule)
Cliënten die niet over een eigen fiets beschikken, kunnen maximaal 3 maanden een leenfiets krijgen.
Duiven, 25 juni 2018
Burgemeester en wethouders van Duiven,
ing. C.J. (Chris) Papjes
secretaris
drs. H.B.I. (Rik) de Lange
burgemeester
Het Re-integratiebeleid ligt vast in de volgende documenten:
1. Re-integratieverordening Participatiewet (raadsbevoegdheid)
In de Re-integratieverordening Participatiewet staan de gemeentelijke voorzieningen waarop inwoners op grond van de Participatiewet aanspraak kunnen maken. De Participatiewet geeft aan welke voorzieningen de gemeenten in hun verordening moeten regelen. De Participatiewet geeft tegelijk ook de kaders aan. Hierbinnen hebben gemeenten wel enige vrijheid. De Re-integratieverordening is algemeen geformuleerd, niet alles is dichtgeregeld. Dit biedt de mogelijkheid om op uitvoeringsniveau maatwerk te bieden.
Om het voor het WSP 2 werkbaar te maken, hebben de gemeenten in Midden-Gelderland dezelfde voorzieningen in hun re-integratieverordeningen opgenomen. Omdat inwoners vanaf 1 januari 2017 zelf een indicatie voor nieuw beschut werk mogen aanvragen, is de re-integratieverordening in 2017 aangepast. Nieuw beschut werk is als voorziening opgenomen, de jobcoachregeling is uitgebreid en er zijn enkele kleinere wijzigingen doorgevoerd.
Beleidsregels re-integratie (collegebevoegdheid)
In de beleidsregels re-integratie zijn de voorzieningen uit de Re-integratieverordening verder uitgewerkt. Het gaat vooral om bedragen en de duur van voorzieningen. De huidige beleidsregels zijn in december 2014 door de Liemerse colleges van B&W vastgesteld. De beleidsregels staan ook in het Handboek van de RSD.
Actualisering beleids- en uitvoeringsregels re-integratie
Om meerdere redenen is het noodzakelijk om de bestaande regels te actualiseren:
De regels over participatieplaats, interne jobcoaching, leenfiets, diplomawaardering en niet-uitkeringsontvangers zijn nieuw. De regels over externe jobcoaching, reiskostenvergoedingen en uitstroomsubsidie zijn enigszins gewijzigd. De overige regels zijn nog actueel en zijn daarom hetzelfde gebleven. In onderstaand overzicht staan alle geactualiseerde regels. In de toelichting onder de artikelen staat of en wat er veranderd is. Na besluitvorming hierover zal een nieuw document met werkinstructies worden opgesteld.
De verwachting is dat de kosten voor de geactualiseerde regels binnen de huidige financiële kaders blijven. De meeste regels zijn immers hetzelfde gebleven. De nieuwe regels komen voort uit al bestaande uitvoeringspraktijken.
Toelichting (artikelen 1 tot en met 4)
Naar aanleiding van het wetsvoorstel Verdringingstoets van SP-kamerlid Karabulut zijn de betreffende artikelen in de re-integratieverordening en de betreffende beleidsregels nog eens tegen het licht gehouden. Vastgesteld is dat het beleid voldoet aan het wetsvoorstel Verdringingstoets. Om te voorkomen dat er misbruik van het instrument wordt gebruikt (mensen worden vooral ingezet voor de productie of blijven langer dan nodig is werken met uitkering), is het noodzakelijk dat de klantmanagers bij de inzet van dit instrument zorgvuldig te werk gaan. Hiervoor is een uitgebreide werkinstructie gemaakt. De beleidsregels hoeven niet te worden aangepast.
Toelichting (artikelen 5 tot en met 7)
Bovenstaande beleidsregels zijn nog actueel en zijn daarom niet gewijzigd.
Toelichting (artikelen 8 tot en met 10)
Om te verduidelijken dat er een verschil is tussen externe en interne jobcoaching, zijn twee aparte artikelen opgenomen. Over lid 1 tot en met 10 van artikel 9 (externe jobcoaching) heeft regionale afstemming plaatsgevonden. Op grond daarvan zijn ze opgenomen in het Handboek van het WSP. Lid 11 tot en met 15 van artikel 9 zijn toegevoegd met het oog op de kwaliteit van de begeleiding. Dit geldt ook voor lid 1 tot en met 9 van artikel 10 (interne jobcoaching). Lid 9 tot en met 17 van artikel 10 zijn uitvoeringsregels. Deze zijn al eerder vastgesteld.
Dit artikel is aangepast. Nieuw is dat mensen die werkzaam zijn op een participatieplaats in aanmerking kunnen komen voor de activeringssubsidie. Nieuw is ook dat de uitstroomsubsidie in twee keer wordt uitbetaald. Uitbetaling van de eerste helft van de uitstroomsubsidie vindt plaats direct bij uitstroom naar werk. Uitbetaling van de tweede helft kan na een half jaar worden aangevraagd.
Toelichting (artikelen 14 tot en met 18)
De mogelijkheid om een leenfiets te krijgen is nieuw. Ook nieuw is een volgorde van voorkeur. De reiskostenvergoeding voor eigen vervoer is aangepast. Deelnemers aan projecten ervaren het als probleem dat de reiskosten niet vanaf de eerste kilometer worden vergoed.
Toelichting (artikelen 19 tot en met 21)
Het bedrag voor een vergoeding voor een computer is geactualiseerd.
Op basis van de Participatiewet zijn NUO’s een klantgroep van de RSD. Belangrijk is dat ze voor de zelfde voorzieningen in aanmerking kunnen komen als bijstandsgerechtigden en dat ook dezelfde uitgangspunten gelden. Van NUO’s met voldoende eigen middelen kan een eigen bijdrage worden gevraagd.
Een startkwalificatie is in de ogen van de Nederlandse overheid het minimale onderwijsniveau dat nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk in Nederland. Een havo- of vwo-diploma valt onder de norm van startkwalificatie. Een vmbo-diploma geeft wel toegang tot de vervolgopleiding mbo, maar wordt door de overheid niet gezien als startkwalificatie. Een mbo-diploma is wel een startkwalificatie met uitzondering van niveau 1 (assistent-beroepsbeoefenaar).