Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Uitvoeringsregels garantie en lening 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregels garantie en lening 2018
CiteertitelUitvoeringsregels garantie en lening 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-08-2018nieuwe regeling

10-04-2018

gmb-2018-167740

1568049

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregels garantie en lening 2018

 

Zaaknummer: 1568049

 

Gelezen het voorstel van Planning & Control

Treasurystatuut 2018

 

d.d.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

 

- De uitvoeringsregels Garantie en lening 2018 vast te stellen;

- De notititie "Garantstelling of Zelf Uitlenen" 2003 in te trekken;

 

te bepalen dat bovenstaand wordt bekendgemaakt:

• door opname in het Gemeenteblad

 

Aldus vastgesteld, 10 april 2018

 

 

College van burgemeester en wethouders

 

 

de secretaris,                                 de burgemeester,

 

 

Uitvoeringsregels garantie en lening 2018

Artikel 1 Begripsbepaling

Garantie: Een zekerheid verstrekt door de gemeente voor een door de aanvrager bij een financiële instelling aan te trekken lening en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.

Borgtocht: In deze uitvoeringsregels wordt het begrip ‘garantie’ gehanteerd. Formeel gezien moet de terminologie van het burgerlijk Wetboek worden gehanteerd en is dit de term ‘borgtocht’. Borgtocht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen (Artikel 7:850 BW). Een nadere toelichting van het verschil tussen garantie en borgtocht kan gevonden worden in de “toelichting per artikel”.

Lening: een lening door de gemeente die kan worden verstrekt in de vorm van een hypothecaire lening of in de vorm van een onderhandse lening (afhankelijk van de gestelde zekerheden) voor roerende en onroerende zaken.

 

Artikel 2 De aanvraag gemeentegarantie / lening

  • 1.

    De aanvraag moet vóór het aangaan van verplichtingen van de gevraagde garantie of lening volledig en schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag moet voorzien te zijn van:

    • a.

      een afwijzing van twee financiële instellingen, deze moet door de aanvrager voorzien zijn van een toelichting waaruit blijkt dat te financieren activiteit zonder gemeentegarantie niet of niet exploitabel tot stand komt;

    • b.

      een exemplaar van de statuten;

    • c.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, waaruit ook de namen van de huidige bestuurders blijken;

    • d.

      tekeningen en technische omschrijving als het een garantstelling betreft in verband met het aangaan van een geldlening voor de aankoop of verbouwing van een onroerende zaak;

    • e.

      een document waaruit blijkt dat het onderpand vrij is van pand of hypotheek;

    • f.

      een recent taxatierapport van de marktwaarde in het geval het gaat om een bestaande onroerende zaak;

    • g.

      de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren;

    • h.

      een exploitatiebegroting waarin rente en aflossing van de geldlening zijn verwerkt;

    • i.

      een meerjarenbegroting;

    • j.

      een gespecificeerde opstelling van de wijze van financiering van de voorgenomen investering

    • k.

      de conceptleningsovereenkomst dan wel een offerte met de leningsvoorwaarden met/van de beoogde financiële instelling bij garantstelling van de gemeente.

 

Artikel 3 Toetsing inhoudelijke criteria van de aanvraag

  • 1.

    De met de gemeentegarantie of lening te financieren zaken moeten nodig zijn voor de uitvoering van de publieke taak in de gemeente Hoorn.

  • 2.

    Een garantie of lening wordt slechts verstrekt aan maatschappelijke organisaties met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht.

  • 3.

    Geen garantie wordt verstrekt aan organisaties die:

    • a.

      commerciële activiteiten ontplooien of een winstoogmerk hebben

    • b.

      een besloten karakter hebben of zijn gericht op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard.

  • 4.

    Een garantie of lening wordt niet verstrekt als de aanvrager zonder gemeentegarantie een geldlening kan verkrijgen bij een financiële instelling.

  • 5.

    Een rentevoordeel ten opzichte van een lening bij een financiële instelling zonder gemeentegarantie is op zichzelf onvoldoende reden om een garantie te verlenen.

  • 6.

    Voordat een garantie of lening wordt aangevraagd moeten eigen middelen, subsidiegelden en middelen van sponsoren, etc, door de aanvrager worden benut.

  • 7.

    De gemeente bedingt zoveel als mogelijk zekerheden. In het geval de te financieren zaak een onroerende zaak is, wordt aan de gemeente het recht van (eerste) hypotheek verleend en voor roerende zaken wordt een recht van pand verleend. Dit gebeurt op kosten van de aanvrager.

  • 8.

    Het verstrekken van geldleningen is de kerntaak van financiële instellingen. Daarom heeft de gemeente een voorkeur voor een garantie ten opzichte van een gemeentelijke lening.

  • 9.

    Bij het verstrekken van garanties worden deze in principe alleen verstrekt in de vorm van een borgtocht.

  • 10.

    Als er landelijk opererende instellingen, andere overheidsinstanties of waarborgfondsen zijn die bereid zijn onder overzienbare voorwaarden en aanvaardbare voorwaarden garanties of leningen te verstrekken dan garandeert de gemeente niet of slechts gedeeltelijk.

 

Artikel 4 Waarborgfonds

  • 1.

    Als voor een garantieverlening een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds, dan moet de aanvraag bij het desbetreffende fonds worden ingediend. Als het waarborgfonds garant staat, wordt door de gemeente geen garantie verleend, met uitzondering van deelgarantie (zoals bij lid 3 van dit artikel).

  • 2.

    Als de aanvraag van een instelling door een waarborgfonds wordt afgewezen, is dit een reden voor afwijzing door de gemeente, tenzij de reden van de afwijzing van het waarborgfonds is dat de aanvraag niet onder de reikwijdte van het fonds valt.

  • 3.

    Specifiek voor sport geldt dat er kan worden samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). De SWS biedt slechts een garantie van maximaal 50%. De gemeente kan er voor kiezen voor de andere 50% garant te staan. Zonder medewerking van de SWS wordt in beginsel geen garantie verstrekt door de gemeente. Door de gemeente wordt, naast de eigen garantievoorwaarden, aansluiting gezocht bij de garantievoorwaarden van de SWS.

 

Artikel 5 Toetsing financiële criteria van de aanvraag

  • 1.

    De financiële positie en prognoses van de aanvrager moeten zodanig zijn dat rente en aflossing betaald kunnen blijven worden. De prognoses van de bedrijfsvoering van de aanvrager moeten zijn gebaseerd op reële verwachtingen.

  • 2.

    Een aanvraag wordt in ieder geval afgewezen als het college van burgemeester en wethouders niet de zekerheid heeft dat de investeringen plaatsvinden, dat de aanvrager voldoet aan de aan de lening of garantieverlening verbonden betalings- en andere verplichtingen, of de aanvrager juiste of volledige gegevens heeft verstrekt.

 

Artikel 6 Overige criteria met betrekking tot de aanvraag

  • 1.

    Het college geeft de raad vooraf inlichtingen over de te verstrekken geldlening of garanties als de raad daarom verzoekt, of als de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Het college neemt in het laatste geval geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst een aanvraag af als het weerstandsvermogen van de gemeente niet toereikend is.

 

Artikel 7 Looptijd, hoogte en aanwending geldlening

  • 1.

    De looptijd van de geldlening of garantstelling mag niet langer zijn dan de verwachte technische of economische levensduur (als deze korter is) van het object waarvoor de financiering wordt aangewend.

  • 2.

    Gedurende de looptijd van de geldlening vindt aflossing plaats waardoor het financiële risico van de gemeente jaarlijks vermindert.

  • 3.

    De verstrekte geldlening of de garantstelling mag uitsluitend worden aangewend voor de financiering van het in de aanvraag genoemde object dan wel voor de in de aanvraag aangegeven financieringsbehoefte.

 

Artikel 8 Algemene verplichtingen van de aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is verplicht om het object waarvoor de garantie of lening is verstrekt met al zijn toebehoren te verzekeren of verzekerd te houden tegen (brand- en storm)schade, verlies en diefstal en andere risico’s. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om nadere eisen te stellen aan de door de aanvrager af te sluiten verzekering(en).

  • 2.

    De aanvrager is verplicht het object waarvoor de garantie of lening is verstrekt met al zijn toebehoren in behoorlijke staat te onderhouden en in stand te houden.

  • 3.

    Het object waarvoor de garantie of lening is verstrekt met al zijn toebehoren mag niet zonder schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders door de aanvrager van aard of bestemming worden veranderd, vervreemd, met andere hypotheken of andere zakelijke lasten hoe ook genaamd worden bezwaard, noch geheel of gedeeltelijk in verhuur of gebruik worden gegeven. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om aan voornoemde toestemming voorwaarden te verbinden.

  • 4.

    De aanvrager moet een besluit tot fusie, statutenwijziging dan wel een besluit tot ontbinding of opheffing van de aanvrager ter goedkeuring aan het college van burgemeester en wethouders voorleggen.

  • 5.

    Door de aanvrager mogen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en wethouders geen (andere) geldleningen worden afgesloten of verstrekt alsmede garanties, in welke vorm dan ook, voor door derden aan te gane geldleningen worden afgegeven. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om aan voornoemde toestemming voorwaarden te verbinden.

 

Artikel 9 Jaarrekening en begroting

  • 1.

    De aanvrager is verplicht onmiddellijk na het vaststellen van de begroting voor een nieuw exploitatiejaar de begroting van dat jaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders. Binnen zes maanden na het einde van ieder exploitatiejaar moeten de jaarstukken, alsmede alle bescheiden die burgemeester en wethouders nodig achten ter beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager, bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2.

    In het geval de gemeente op grond van haar garantieverplichtingen betalingen heeft verricht, behoeven de hierboven genoemde stukken de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 10 Informatieverplichtingen

  • 1.

    De aanvrager moet op eerste aanvraag van het college van burgemeester en wethouders alle verlangde inlichtingen verstrekken en inzage geven in alle boeken en bescheiden, waarvan burgemeester en wethouders inzage nodig achten voor de beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager

  • 2.

    De aanvrager moet aan burgemeester en wethouders die inlichtingen verstrekken, waarvan zij redelijkerwijs mag verwachten dat die van belang zijn voor de garantie of lening.

  • 3.

    Zodra er substantiële financiële nadelen in de exploitatie dreigen op te treden moet het college van burgemeester en wethouders worden geïnformeerd.

  • 4.

    Bij een garantie moet de aanvrager in ieder geval verplicht aan het eind van ieder kalenderjaar aan het college van burgemeester en wethouders een overzicht te verstrekken van het saldo van de geldlening waarvoor de garantie is verleend per 1 januari en 31 december van dat kalenderjaar alsmede een overzicht van de door de aanvrager in dat kalenderjaar feitelijk verrichte betalingen aan aflossing en rente.

 

Artikel 11 Kosten en vergoeding

  • 1.

    Alle kosten die voortvloeien uit de verstrekking van de garantieverlening of lening zijn voor rekening van de aanvrager. Bij leningen wordt door de gemeente een rentevergoeding in rekening gesteld. Indien dat nodig wordt geacht, kan het college van burgemeester en wethouders bij verstrekken van een garantie besluiten een risico- of garantstellingsprovisie bij de aanvrager in rekening te stellen.

  • 2.

    De door de gemeente betaalde bedragen uit hoofde van de garantie blijven als een direct opeisbare schuld op de aanvrager rusten. De terugbetaling van de door de gemeente gedane betalingen vindt plaats met vergoeding van de dan geldende wettelijke rente, te berekenen vanaf het tijdstip dat door de gemeente uit hoofde van de garantstelling betalingen zijn verricht.

 

Artikel 12 Instemmingsverplichting

Door aanvaarding van de lening of lening met borgtocht van de gemeente verklaart de aanvrager bekend te zijn en akkoord te gaan met de verplichtingen als omschreven in deze regels. Een exemplaar hiervan wordt door de gemeente aan de aanvrager verstrekt. Bij het verstrekken van een geldlening worden aanvullende voorwaarden vastgelegd in de “overeenkomst van geldlening”.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 10 april 2018.

 

 

Stroomschema garantie/lening

 

 

Toelichting per artikel

 

Algemeen

De Notitie Garantstelling of Zelf Uitlenen dateert uit 2003. De huidige notitie is verouderd. De gemeente Hoorn staat borg voor enkele leningen van derden, heeft zelfstandig enkele geldleningen verstrekt en krijgt ieder jaar één tot enkele aanvragen voor garantstelling of lening. Daarom is een (actueel) kader nodig om tot een gefundeerde keuze te komen tot aanvaarding of afwijzing van een verzoek voor een garantstelling of lening. De hoofdpunten van het beleid zijn conform de financiële verordening nu opgenomen in het treasurystatuut 2018. Een nadere uitwerking van de regels is opgenomen in deze uitvoeringsregels. Een verduidelijking van enkele regels is opgenomen in de onderstaande toelichtingen.

 

Artikel 1: Borgstelling en garantstelling worden in de praktijk vaak door elkaar gebruikt, maar zijn juridisch niet gelijk. Een belangrijk verschil is dat bij een borgstelling de borg pas hoeft te betalen, wanneer de hoofdschuldenaar al is aangesproken (en eventuele zekerheden zijn uitgewonnen). Een ander verschil is dat bij het gebruik maken van een borg, de hoofdschuldenaar automatisch een schuld heeft bij de borg. Bij een garantstelling is dat alleen zo wanneer dat is afgesproken in een overeenkomst.

 

Artikel 3 lid 1: Dat wil zeggen dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijke beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend. Een garantie of lening wordt slechts verstrekt indien dit noodzakelijk is voor het creëren van nieuwe of handhaven van maatschappelijk gewenste activiteiten.

 

Artikel 3 lid 7: Gemeenten zijn geen financiële instellingen en het is niet toegestaan dat overheden concurreren met financiële instellingen en/of dat zij de marktwerking beïnvloeden. Gemeente Hoorn staat uitsluitend borg voor een geldlening of verstrekt zelf rechtstreeks een geldlening als er aantoonbaar geen markt is voor de gevraagde steun. Dit wordt vastgesteld door twee schriftelijke afwijzingen van commerciële banken.

De gemeente vervult geen bankfunctie en heeft haar organisatie niet ingericht om een bankfunctie te vervullen. Hieronder wordt onder andere verstaan het uitvoeren van een kredietbeoordeling, het opstellen van een leningsovereenkomst, het incasseren van rente en aflossen en het beheer van de overige controle- en uitvoeringstaken. Het heeft de voorkeur om, waar mogelijk, een borgstelling te verstrekken aan een financiële instelling voor een geldlening aan de aanvrager, dan dat de gemeente zelfstandig een geldlening verstrekt. De gemeente kijkt hierbij kritisch naar de offertes van financiële instellingen.

 

Artikel 4 lid 1: In Nederland zijn meerdere waarborgfondsen actief. Waarborgfondsen zijn fondsen die zijn opgericht om garanties aan organisaties in een specifieke sector te verstrekken om nieuwe projecten mogelijk te maken. Het gaat hier om bijvoorbeeld Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stichting Waarborgfonds Sport, Waarborgfonds Kinderopvang. Waarborgfondsen zijn speciaal ingericht om garanties op hun taakgebied te verstrekken en de financiële risico’s hiervan te dragen. Indien de aanvrager ook aanspraak kan maken op steun van een specifiek waarborgfonds, dient de aanvrager eerst steun te vragen bij het betreffende waarborgfonds.

 

Artikel 5 lid 1: De gemeente gebruikt conform Artikel 2 lid 2 aangeleverde documenten voor de kredietbeoordeling en risico inschatting van de gemeente. Bij het zelfstandig verstrekken van een geldlening zijn er geen banken betrokken en dient de gemeente zelfstandig een kredietbeoordeling uit te voeren. Ook als de gemeente borg staat voor een banklening, is de gemeente de risicodrager en voert de gemeente een kredietbeoordeling uit. Door het gebrek aan risico past de bank in geval van een garantstelling door de gemeente doorgaans een lichtere beoordeling toe en ligt het kredietrisico alsnog bij de gemeente. De gemeente gebruikt bij de kredietbeoordeling, net als banken, financiële ratio’s. Er wordt in ieder geval gebruik gemaakt van de volgende ratio’s:

- Debt service coverage ratio (DSCR);

- Interest coverage ratio (ICR)

- Loan to Value (LtV)

- Solvabiliteitsratio

- Liquiditeitsratio.

 

Bij de beoordeling wordt gekeken naar de toepasselijkheid van de ratio’s, de samenhang tussen de ratio’s en de trend gedurende meerdere jaren. Daarnaast moeten zaken als samenstelling van het bestuur (consistentie en historie), relatie met de gemeente, en de mogelijkheid tot het verkrijgen van zekerheden worden meegewogen.

 

Artikel 11 lid 1: Gemeentegaranties moeten voldoen aan de Europese regelgeving. Er moet voorkomen worden dat sprake is van staatssteun als bedoeld in artikel 87, eerste lid, van het EG-verdrag. Gelet op de (complexe) definitie van staatssteun, de zgn. “de-minimis”- vrijstelling en verschillende andere vrijstellingsverordeningen, de jurisprudentie en mededelingen van de Commissie zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld of sprake is of zou kunnen zijn van staatssteun, en zo ja, of de garantieverlening gemeld moet worden bij de Europese Commissie. Het heffen van risico of garantstellingsprovisie kan een kwalificatie als staatssteun vermijden, en is daartoe in de uitvoeringsregels opgenomen.