Organisatie | Sint Anthonis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder gemeente Sint Anthonis 2016 |
Citeertitel | Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder gemeente Sint Anthonis 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Milieu |
Externe bijlage | Geurgebiedsvisie 2016 |
Geen
besluit van 17 mei 2016 vastgestelde geurgebiedsvisie Sint Anthonis 2016
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2018 | 01-07-2016 | Nieuwe regeling | 23-06-2016 |
In deze beleidsregel wordt voor de begripsbepalingen verwezen naar de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden, als vertaling van het criterium ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ voor het aspect cumulatieve geurhinder uit stallen van veehouderijen, onderstaande waarden gehanteerd als streef- en toetswaarden. Deze waarden zijn uitgedrukt in Europese odour units (ouE).
Als de achtergrondbelasting geclassificeerd kan worden als ‘voldoende’ of ‘goed’ dan zijn er vanuit het deelaspect ‘cumulatieve geurhinder uit stallen van veehouderijen’ geen belemmeringen om mee te werken aan een ruimtelijke initiatief.
Indien, met uitzondering van de toetswaarde in deze beleidsregel, de beoordeling van de overige milieu- en planologische aspecten wel positief uitvalt, kan overwogen worden om gemotiveerd van deze toetswaarde af te wijken. Bijvoorbeeld omdat er concreet zicht is op een verbetering van de achtergrondbelasting of er vanwege het gebruik weinig hinder te verwachten is of acceptabel wordt geacht. Een nadere motivering en besluitvorming is dan wel nodig. Waar nodig wordt dit vastgelegd in een (postzegel) bestemmingsplan, later omgevingsplan.
Het is mogelijk dat ten behoeve van dit initiatief ook een andere (soepelere) voorgrondnorm (Wgv) wenselijk wordt geacht. De raad kan dit dan samen met het ruimtelijk besluit vastleggen in een partiele herziening van de gemeentelijke geurverordening.
In het bijzonder is deze afwijkingsmogelijkheid zoals dat in dit lid is beschreven van toepassing voor de al voor 8 december 2015 ingezette ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij tot dusverre rekening is gehouden met de tot dan toe toegepaste geurnormen en normen t.a.v. cumulatie van geur uit stallen van veehouderijen, maar die niet voldoen aan de nieuwe voorgestelde voorgrondnormen of cumulatieve normen.
Bij het toetsen van initiatieven van veehouderijen wordt de absolute en relatieve bijdrage van de veehouderij aan de achtergrondbelasting en de verandering van die bijdrage in de afweging, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel, betrokken. Ook wordt hierbij meegenomen of de op dat moment best beschikbare en betaalbare technieken onderdeel zijn van het initiatief: technieken die leiden tot een beperkte milieubelasting, rekening houdend met het type en grootte van het bedrijf en de plaatselijke achtergrondbelasting.