Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van de burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent sociaal statuut Sociaal statuut gemeente Smallingerland 2018 |
Citeertitel | Sociaal statuut gemeente Smallingerland 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-08-2018 | nieuwe regeling | 14-05-2018 | 220222018 |
Ontwikkelingen in de maatschappij zorgen ervoor dat de overheid continu door ontwikkelt. Ook onze gemeentelijke organisatie is altijd in beweging.
Beweging in de organisatie kan leiden tot een organisatiewijziging, die personele gevolgen met zich meebrengt.
Een organisatiewijziging doet een groot beroep op de flexibiliteit en mobiliteit van medewerkers en hiermee tegelijkertijd op de werkgever: om de medewerker hierin te faciliteren. "Er sterker uitkomen" is een verantwoordelijkheid van ons samen.
Het sociaal statuut begeleidt ons hierin; het bevat waarborgen om de personele gevolgen van een organisatiewijziging op een zorgvuldig en sociaal verantwoorde wijze te laten verlopen.
Uitgangspunt is kwaliteit: dit bereiken wij onder andere wanneer de medewerkers werk doen waar zij goed in zijn. Wanneer dat voor de uitoefening van de nieuwe functie noodzakelijk is, bieden wij opleidings-/coachingsmogelijkheden aan om de betreffende medewerker in staat te stellen naar het gewenste niveau te groeien.
Ingeval van een organisatiewijziging worden medewerkers zoveel als mogelijk geplaatst in een (nagenoeg) ongewijzigde functie. Een passende functie ligt zo dicht mogelijk bij het werk- en denk niveau, persoonlijkheid, omstandigheden en bestaande vooruitzichten van de medewerker. Een geschikte functie komt door deze gezamenlijke inspanning zo min mogelijk aan de orde.
Wanneer medewerkers desondanks bovenformatief worden, dan is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werkgever en de betrokken medewerker om ervoor te zorgen dat de medewerker zo spoedig mogelijk aan de slag kan in een andere functie binnen of buiten de gemeentelijke organisatie, of om een (maatwerk)oplossing te realiseren.
Naast een formeel instrument zoals dit sociaal statuut gaat het (vooral) ook om persoonlijke aandacht. Het is daarom van belang dat in een vroeg stadium naar alle betrokkenen duidelijkheid wordt gegeven over zijn of haar positie in de organisatie, en voor elke medewerker passende aandacht te hebben.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland
de navolgende regeling vast te stellen
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Bovenformatieve plaatsing: De medewerker die boven de vastgestelde formatie is geplaatst als gevolg van een organisatiewijziging, omdat hij niet is geplaatst in een passende of geschikte functie.
Belangstellingsformulier: Een formulier waarop de medewerker zijn voorkeur(en) voor een functie(s) kenbaar maakt en gegevens vermeldt die in de plaatsingsprocedure gebruikt worden, waaronder opleiding en ervaring, huidige functie, inschaling.
CAR/UWO: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst voor de sector gemeenten.
College: Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland
Directeur: Algemeen directeur van gemeente Smallingerland.
Functie: Het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de medewerker op basis van een vastgestelde functie en resultaatbeschrijving dient uit te voeren.
Functieboek: De voor de gewijzigde organisatie of het organisatieonderdeel vastgestelde functies met de beschikbare formatie.
Geschikte functie: Een functie die niet valt onder het begrip “passend”, maar die de medewerker bereid is te vervullen.
GO: De commissie voor Georganiseerd Overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR/UWO.
Medewerker: De medewerker als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR/UWO.
Ongewijzigde functie: Een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde.
OR: De ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden.
Organisatiewijziging: Belangrijke inkrimping, wijziging, opheffing, uitbreiding of verzelfstandiging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt.
Personele gevolgen: Gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken medewerker.
Paritaire commissie: De commissie als bedoeld in paragraaf 5 van hoofdstuk 10d CAR/UWO.
Passende functie: Een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau die de medewerker redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan maximaal één schaal hoger of lager zijn dan de oude functie.
Plaatsingsplan: Een inventarisatie van de bemensing van de organisatie (of organisatieonderdeel) inclusief de beschikbare formatie en functies.
Privatisering: Organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuw (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij.
Publiekrechtelijketaakoverheveling: Organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan.
Salaris: Bruto maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de medewerker is toegekend, naar evenredigheid van zijn formele arbeidsduur.
Salaristoelagen: Toelagen als bedoeld in paragraaf 3 van hoofdstuk 3 CAR/UWO
Sleutelfuncties: Functies die zijn aangewezen als zijnde van vitaal belang voor de nieuwe organisatie, namelijk de (beoogd) leidinggevenden, zijnde de eerste en de tweede laag onder de directie.
Sociaal plan: Nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit sociaal statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging.
Van Werk naar Werk (VWNW) traject: Traject als bedoeld in paragraaf 5 van hoofdstuk 10d CAR/UWO.
Dit sociaal statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeente Smallingerland, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.
Artikel 3. Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging
Het college is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van de ambtelijke organisatie.
Artikel 4. Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele medewerkers
De directeur is, namens het college, bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van aanstelling, bovenformatief verklaren en ontslag van medewerkers, tenzij bij of krachtens de wet of lokale regelgeving anders is bepaald.
Artikel 6. Advies OR over organisatiewijziging
De adviesaanvraag bevat een heldere omschrijving van het voorgenomen besluit, de beweegredenen van het besluit, de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen personele maatregelen en de eindrapportage van het onderzoek naar de organisatiewijziging als bedoeld in artikel 5, lid 3.
Artikel 7. Taakverdeling tussen OR en GO
Als algemeen uitgangspunt geldt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging aan bod komen, primair door één orgaan worden behandeld.
Indien de betrokken medewerkers overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt het college een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, toelagen, (pre-)pensioen, verlofdagen, tegemoetkoming ziektekosten, en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeente Smallingerland, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.
Artikel 9. Kennisgeving en uitvoering besluit
Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de OR, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging wordt in dit geval uitgesteld tot een maand na de dag waarop de OR van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden.
Hoofdstuk 2. Plaatsingsprocedure bij organisatiewijzigingen
Bij een organisatiewijziging worden sleutelfuncties ingevuld op basis van geschiktheid. Voor de sleutelfuncties worden interne kandidaten uitgenodigd te solliciteren. Een assessment maakt deel uit van de sollicitatieprocedure. Indien een interne kandidaat niet benoembaar blijkt en daardoor een vacature ontstaat wordt alsnog extern geworven. Plaatsing in de sleutelfuncties vindt plaats voordat tot plaatsing in de overige functies wordt overgegaan.
Eventueel gedwongen ontslag behoort uitsluitend tot de mogelijkheden, indien na het VWNW-traject niet mogelijk blijkt de medewerker te plaatsen, waarbij uitvoering wordt gegeven aan hoofdstuk 10d CAR/UWO binnen de hierin gestelde termijnen en indien sprake is van een medewerker zoals bedoeld in artikel 19, lid 1 van dit sociaal statuut.
Artikel 11. Vrijwillige plaatsing buiten de formatie
De medewerker die binnen een jaar na ingang van de organisatiewijziging, de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, kan op basis van vrijwilligheid plaatsmaken voor een medewerker die geplaatst moet worden in een passende of geschikte functie. De medewerker kan met behoud van zijn arbeidsomvang, salaris en salaristoelagen buiten de vastgestelde formatie geplaatst en in overleg ingezet op taken binnen de gemeentelijke organisatie. Binnen het jaar na ingang van de organisatiewijziging wordt aan de medewerker bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van rechtswege eervol ontslag verleend.
Artikel 12. Voorkeursvolgorde bij plaatsing
Bij het nemen van besluiten ten aanzien van de medewerkers die betrokken zijn bij de organisatiewijziging, wordt - met uitzondering van de plaatsing van de sleutelfunctionarissen - de volgende voorkeursvolgorde gehanteerd:
De directeur of het college neemt de zienswijze in behandeling en hoort de betrokken medewerker na ontvangst van de ingediende zienswijze, behoudens wanneer de medewerker schriftelijk heeft verklaard daarvan geen gebruik te willen maken. De medewerker kan zich bij het horen voor eigen rekening laten bijstaan door een adviseur.
Artikel 18. Besluit tot definitieve plaatsing
Iedere medewerker die betrokken is bij de organisatiewijziging ontvangt schriftelijk een definitief plaatsingsbesluit.
Artikel 22. Verplichtingen medewerker
wanneer de medewerker een functie, zoals genoemd in sub a van dit artikel, weigert te aanvaarden en/of zich niet houdt aan de afspraken vastgelegd in het VWNW-contract, kan het college overgaan tot tussentijdse beëindiging van het VWNW-traject en ontslag. Ontslag wordt verleend op grond van artikel 8:3 CAR/UWO met ingang van de dag volgend op die waarop het VWNW-traject is beëindigd. In dit geval kan het college aangeven dat sprake is van verwijtbare werkloosheid en vervallen de rechten op een aanvullende uitkering en een na-wettelijke uitkering;
Hoofdstuk 3. Individuele gevolgen na plaatsing
De medewerker die wordt geplaatst in een passende of geschikte functie binnen de organisatie met een lagere functieschaal, behoudt het recht op het salaris en de salarisvooruitzichten, zoals die voor hem golden in de oude functie.
Artikel 25. Studiefaciliteiten
De medewerker die wordt geplaatst in een passende of geschikte functie binnen de organisatie en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn studie, wordt ontheven van terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit artikel 4 van de Regeling studiefaciliteiten en de regeling terugbetaling studiefaciliteiten.
Artikel 26. Aanvullende scholing
Indien het nodig is de medewerker, die is geplaatst in een passende of geschikte functie binnen de organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie, komen de kosten van de scholing volledig voor rekening van de werkgever.
Artikel 27. Ontheffing terugbetalingsverplichtingen bij aanvaarden externe functie
De medewerker, van wie het VWNW- traject eerder eindigt dan na afloop van de volgens de CAR/UWO geldende reguliere termijn, vanwege het aanvaarden van een andere functie binnen of buiten de gemeentelijke organisatie wordt -behoudens afwijkende afspraken in het VWNW contract- ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de “Regeling studiefaciliteiten” en het betaald ouderschapsverlof, zoals gesteld in de CAR/UWO.