Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent maatschappelijke participatie Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Borne

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent maatschappelijke participatie Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Borne
CiteertitelVerordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Borne
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke participatie 2017 gemeente Borne.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2018nieuwe regeling

03-07-2018

gmb-2018-163167

18int02011

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent maatschappelijke participatie Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Borne

de raad van de gemeente Borne;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12-6-2018;

 

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

de Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Borne vast te stellen.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben

dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Borne;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van Borne;

  • c.

    de wet: de Participatiewet;

  • d.

    inkomensgrenzen: deze worden elk jaar op 1 januari en 1 juli vastgesteld op 120% van de gehuwdennorm voor een echtpaar en 120% van de alleenstaandennorm voor een alleenstaande ouder en alleenstaande: (normen als bedoeld in artikelen 21 en 22 Participatiewet);

  • e.

    sportieve respectievelijk sociaal-culturele activiteit: een sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;

  • f.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • g.

    WSF 2000: Wet Studiefinanciering 2000;

  • h.

    subsidiejaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 augustus tot 1 augustus van het jaar daarop volgend;

  • i.

    vaste kosten: kosten van contributie voor deelname aan sportieve en of culturele activiteiten;

  • j.

    bijkomende kosten: kosten voor sportkleding, sportmiddelen en of middelen om culturele activiteiten te kunnen uitoefenen;

  • k.

    schoolgaande kinderen: ten laste komende kinderen van 4 tot en met 17 jaar die voltijds dagonderwijs volgen;

  • l.

    voorziening: bijdrage in de kosten van een activiteit, voucher voor de aanschaf in natura of betaling aan de aanbieders.

Artikel 2 Rechthebbenden

  • 1.

    Recht op een volledige voorziening krachtens deze verordening heeft de inwoner van Borne, die 18 jaar of ouder is en die een inkomen heeft, dat gelijk is aan of minder is dan de voor hem geldende inkomensgrens.

  • 2.

    Indien het inkomen hoger is dan de geldende inkomensgrens kan recht bestaan op een gedeeltelijke voorziening. Het deel van het inkomen dat hoger is dan de inkomensgrens wordt op jaarbasis op de voorziening(en) in mindering gebracht.

  • 3.

    Degene die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000 of daarmee vergelijkbaar onderwijs volgt, kan niet zelf voor een voorziening in aanmerking komen. De student kan wel voor voorzieningen ten behoeve van ten laste komende kinderen in aanmerking komen als wel aan de overige voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Toekenning van de voorzieningen vindt plaats op aanvraag. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van het aanvraagformulier dat door burgemeester en wethouders is vastgesteld.

  • 2.

    De voorzieningen kunnen uitsluitend in het betreffende subsidiejaar worden aangevraagd. Het is niet mogelijk met terugwerkende kracht, over het voorafgaande subsidiejaar/jaren, voor voorzieningen in aanmerking te komen.

HOOFDSTUK 2 KINDPAKKET

Artikel 4 Kindpakket

  • 1.

    Het kindpakket bestaat uit een aantal voorzieningen dat in hoofdstuk 3 wordt genoemd. Het bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

    • a.

      fiets;

    • b.

      kledingvoucher;

    • c.

      Identiteitsbewijs;

    • d.

      zwemlessen;

    • e.

      vakantieweek/activiteit;

    • f.

      schoolkosten;

    • g.

      computer/laptop.

  • 2.

    De bijdragen van het kindpakket verstrekt het college bij voorkeur en waar het kan in natura.

  • 3.

    Als de bijdrage niet in natura kan worden verstrekt, dan betaalt het college de bijdrage ten behoeve van kinderen tot en met 17 jaar in principe rechtstreeks uit aan vereniging of instelling.

  • 4.

    Een bijdrage van het Jeugdfonds sport- en cultuur is voor kinderen tot en met 17 jaar een voorliggende voorziening.

HOOFDSTUK 3 VOORZIENINGEN

Artikel 5 Bijdrage voor sport of cultuur

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van deelname aan sportieve en culturele activiteiten.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 225, - per persoon per subsidiejaar. De bijdrage is bestemd voor de vaste kosten en de bijkomende kosten.

  • 3.

    Als na de betaling van contributie of kosten lidmaatschap nog een bedrag resteert - verschil tussen kosten en maximaal € 225,- - dan kan het restant desgevraagd met een voucher worden verstrekt tot een bedrag van ten hoogste € 75,-. Daarmee kunnen de bijkomende kosten worden betaald.

Artikel 6 Fiets

  • 1.

    Als geen gebruik gemaakt kan worden van een voorliggende voorziening, dan kan het college maximaal drie keer, met tussenpozen van tenminste twee jaar een bijdrage verstrekken in de kosten van de aanschaf van een fiets ten behoeve van ten laste komende kinderen van 8 tot en met 17 jaar.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 100,- per fiets voor een kind van 8 tot en met 10 jaar.

  • 3.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 165,- per fiets voor een kind van 11 tot en met 17 jaar.

  • 4.

    De leeftijd die het kind in het subsidiejaar bereikt is bepalend voor de hoogte van de bijdrage.

Artikel 7 Kledingvoucher

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per subsidiejaar een voucher verstrekken voor de kosten van kleding en schoenen van een ten laste komend kind tot en met 17 jaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de kledingvoucher vast op € 100,- per subsidiejaar.

Artikel 8 Identiteitsbewijs

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor de kosten van een identiteitsbewijs van een ten laste komend kind tot en met 17 jaar zonder legitimatiebewijs of een legitimatiebewijs heeft waarvan de geldigheidsduur binnen twee maanden verloopt.

  • 2.

    De bijdrage wordt per kind eenmaal per vijf jaar verstrekt.

Artikel 9 Zwemlessen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor de kosten van zwemlessen van een ten laste komend kind tot en met 17 jaar dat niet over een KNZB zwemdiploma beschikt.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 300,- per subsidiejaar en is bestemd voor de kosten van zwemlessen, het inschrijfgeld en de kosten voor twee examens.

  • 3.

    De bijdrage wordt maximaal twee keer per kind verstrekt.

  • 4.

    De bijdrage geldt voor zwemlessen in het zwembad Laco ’t Wooldrik in Borne.

  • 5.

    De bijdrage voor zwemlessen wordt niet toegekend als er in hetzelfde subsidiejaar al een bijdrage van het Jeugdfonds sport- en cultuur voor hetzelfde kind is verstrekt.

Artikel 10 Vakantieweek / - activiteit

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van een vakantieweek of vakantieactiviteit in Nederland.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 100,- per subsidiejaar voor elk ten laste komend kind tot en met 17 jaar.

Artikel 11 Voorstellingen culturele instellingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen per subsidiejaar een bijdrage verstrekken voor het bijwonen van voorstellingen van culturele instellingen in Nederland.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt 50% van de entreekosten van maximaal 5 voorstellingen per persoon per subsidiejaar voor de ouder(s) en alle ten laste komende kinderen tot en met 17 jaar.

Artikel 12 Schoolkosten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor een tegemoetkoming in de schoolkosten voor schoolgaande kinderen.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt € 150,- per subsidiejaar voor een schoolgaand kind van 4 tot en met 10 jaar.

  • 3.

    De bijdrage bedraagt € 200,- per subsidiejaar voor een schoolgaand kind van 11 tot en met 17 jaar.

  • 4.

    De leeftijd van het kind op 1 augustus van het subsidiejaar is bepalend voor de hoogte van de bijdrage.

Artikel 13 Computer / laptop

  • 1.

    Het college kan aan rechthebbenden een desktop-computer/laptop verstrekken ten behoeve van hun schoolgaande kinderen en indien er geen computer/laptop in het gezin aanwezig is.

  • 2.

    Er wordt maximaal één computer/laptop per vijf jaar per gezin verstrekt.

  • 3.

    Het college verstrekt de computer/laptop aan rechthebbende onder de voorwaarde dat de rechthebbende deze gedurende vijf jaar niet verkoopt of weggeeft.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 14. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15. Terugvordering

In het geval dat een verstrekte bijdrage niet wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is, wordt verkocht, te koop wordt aangeboden of wordt vervreemd, dan is er sprake van een onverschuldigde betaling. De verstrekte bijdrage of bijdragen vordert het college terug op basis van artikel 6 203 Burgerlijk Wetboek.

Artikel 16. Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17. Beleid

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen en kunnen jaarlijks de hoogte van de bijdragen en de kledingvoucher opnieuw vaststellen.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Borne’.

Artikel 19. Inwerkingtreding

De Verordening maatschappelijke participatie 2018 gemeente Borne treedt in werking met ingang van 1 augustus 2018, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening maatschappelijke participatie 2017 gemeente Borne.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 3-7-2018.

De voorzitter,

De griffier,