Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde gemeenteraad Tilburg 2018 |
Citeertitel | Reglement van orde gemeenteraad Tilburg 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2018 | 29-10-2019 | Nieuwe regeling | 02-07-2018 | Raad 2018_719 |
De raad van de gemeente Tilburg;
- gezien het voorstel van de agendacommissie;
I. Vast te stellen het Reglement van orde gemeenteraad Tilburg 2018 en het Reglement informatie- en debatbijeenkomsten 2018;
II. De vergoeding voor burgerraadsleden vaststellen op € 125,-- per maand en het presidium opdracht geven de vergoeding voor burgerraadsleden nader te bezien en hiervoor een nader voorstel aan de raad voor te leggen.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. burgerraadslid: door de raad als zodanig benoemde persoon, die namens een fractie deelneemt aan informatie- en debatbijeenkomsten.
b. commissie voor de geloofsbrieven: commissie uit de raad, die belast is met het onderzoek van de geloofsbrieven en daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden, burgerraadsleden en kandidaat-wethouders.
c. fractie: groep van een of meerdere raadsleden, behorende tot dezelfde politieke groepering.
d. raadscommissie: commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.
e. raadswerkgroep: door de raad benoemde groep raadsleden/burgerraadsleden, belast met een opdracht van de raad.
f. voorzitter: de voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger.
g. werkgeverscommissie: de door het presidium ingestelde commissie, belast met de aansturing van de raadsgriffie en het vervullen van het werkgeverschap van de raadsgriffie.
1. De voorzitter is, onverminderd hetgeen hieromtrent is bepaald in de Gemeentewet, belast met:
2. De raad kiest uit zijn midden een of meer plaatsvervangend voorzitters, die bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter, de voorzitter van de raad waarnemen.
De agendacommissie heeft de volgende taken:
a. vaststellen van het vergaderschema.
b. voorbereiden en vaststellen van de concept-agenda's van de informatie- en debatbijeenkomsten en de raadsvergaderingen, inclusief de wijze van behandelen, waaronder, indien gewenst, het vaststellen van een spreektijdregeling.
c. beoordelen van de kwaliteit van de voorstellen.
7. Vergaderingen van de agendacommissie vinden alleen doorgang, als ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden, onderzoek burgerraadsleden en kandidaat-wethouders
De raad stelt een commissie in bestaande uit drie raadsleden voor het onderzoek van de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden, burgerraadsleden en kandidaat-wethouders. Tevens benoemt de raad een of meer plaatsvervangende leden voor de commissie voor de geloofsbrieven.
De commissie brengt, bij monde van de voorzitter van de commissie voor de geloofsbrieven, advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad en de benoeming van burgerraadsleden en wethouders. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Als geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren. De fractie kan tijdens de raadsperiode besluiten een nieuwe naam te gebruiken. Een naam van een fractie moet voldoen aan de eisen van artikel G 3 van de Kieswet.
Er wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter van de raad als:
a. één of meer leden van een zittende fractie als zelfstandige nieuwe fractie gaat/gaan optreden, zulks onder mededeling van de naam van deze nieuwe fractie(s);
b. twee of meer fracties als één fractie gaan optreden, zulks onder mededeling van de naam van deze nieuwe fractie;
c. één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie.
Hoofdstuk III Voorbereiding raadsvergadering
Artikel 10. Tijd en plaats van vergaderen
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen, in overleg met de voorzitter, als daar in een concrete situatie aanleiding voor is, een andere dag en/of een ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen, waarbij in beginsel de donderdagavond de alternatieve vergaderavond is. Dit geldt in het bijzonder voor de bespreking van de Jaarrekening, de Perspectiefnota en de Begroting.
-algemeen (opening, vaststellen agenda, vaststellen van de notulen en ingekomen stukken);
-agendapunten zonder discussie (A-stukken);
-agendapunten met moties en amendementen (B-stukken);
-agendapunten met discussie (C-stukken);
Artikel 13. Openbare kennisgeving
Indien omtrent stukken, op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet, geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken, in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier of een door hem aan te wijzen functionaris van de raadsgriffie, de raadsleden inzage.
Hoofdstuk IV Gang van zaken tijdens raadsvergadering
Tijdens elke raadsvergadering zijn de wethouders in de raadzaal aanwezig en kunnen, op uitnodiging van de voorzitter, aan de beraadslaging deelnemen.
Artikel 19. De gemeentesecretaris
De raad kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te doen zijn. Hij kan op uitnodiging van de voorzitter aan de beraadslaging deelnemen.
De raadsleden spreken vanaf het spreekgestoelte of interruptiemicrofoons en richten zich tot de voorzitter.
Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde en het maken van een interruptie. Per fractie kan door één raadslid het woord worden gevoerd bij een agendapunt. De voorzitter kan desgevraagd, indien daar bijzondere redenen voor zijn, meerdere leden van een fractie toestemming geven het woord te voeren bij een agendapunt.
Na de eerste termijn en na de tweede termijn waarin het onderwerp of voorstel door de raadsleden is besproken, krijgt een raadslid van het college gelegenheid het woord te voeren. Indien het voorstel niet van het college afkomstig is, krijgt de indiener of een vertegenwoordiger van de indiener gelegenheid het woord te voeren.
Bij de agendapunten met discussie (C-stukken) verzoekt de voorzitter per agendapunt aan de raad wie het woord wil voeren. Indien een raadslid alleen tijdens de tweede termijn het woord wil voeren maakt hij daarvan melding bij de opgave. De voorzitter verleent de verschillende sprekers in eerste en tweede termijn het woord in volgorde van opgave.
a. de agenda van de desbetreffende raadsvergadering;
b. de namen van ter vergadering aanwezige raadsleden, de voorzitter, de leden van het college en de griffier, alsmede van hen die afwezig waren;
c. wanneer anderen dan de onder punt 2b genoemde personen aan de beraadslaging deelnemen worden de naam / namen van deze sprekers eveneens in de notulen opgenomen.
d. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de raadsleden en eventueel overige sprekers, die het woord hebben gevoerd;
e. een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden inclusief de namen van de raadsleden die zich, overeenkomstig de Gemeentewet, van stemming hebben onthouden;
f. een weergave van de ter vergadering ingediende voorstellen van orde alsmede de tekst van de ingediende (sub)amendementen en moties. Bij de vermelding van de (sub)amendementen en moties wordt steeds de naam van de indiener én het nummer van het amendement of de motie vermeld;
g. de aantekening dat een raadslid zich niet met het genomen besluit kan verenigingen, zonder vermelding van de redenen.
De raadsleden en de leden van het college hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de ontwerpnotulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen tijdens de raadsvergadering gezegd of besloten is. Indien de raad dit voorstel overneemt worden de notulen in overeenkomstige zin gewijzigd.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, zich niet houdt aan de aanwijzingen van de voorzitter, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de beraadslaging over dat onderwerp het woord ontnemen.
Hoofdstuk V Procedures bij stemmingen
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder raadslid het recht zijn uit te brengen stem kort toe te lichten.
Artikel 33. Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal raadsleden dat op basis van het vierde lid van dit artikel verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 34. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk VI Rechten van raadsleden
Ieder raadslid dat in de vergadering aanwezig is, kan, tot het moment waarop de stemming over het betreffende agendapunt is aangevangen, ter vergadering één of meer amendementen met betrekking tot het aan de orde zijnde agendapunt indienen tot het moment dat de stemming over dat onderwerp is aangevangen. Een amendement moet schriftelijk en door minimaal één raadslid ondertekend bij de voorzitter worden ingediend. Ook kan hij voorstellen het voorgestelde besluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.
Een (sub-)amendement heeft betrekking op één onderdeel van het ontwerpbesluit en moet schriftelijk en door minimaal één raadslid ondertekend bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter, met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde, oordeelt dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.
Artikel 39. Initiatiefvoorstellen
De voorzitter zendt initiatiefvoorstellen door aan de raad, de agendacommissie en het college. De agendacommissie draagt zorgt voor agendering in de informatie- en debatsessies (voor zover nodig) en de raad, nadat het college in de gelegenheid is gesteld om, conform artikel 147a van de Gemeentewet, wensen en bedenkingen ter kennis van de raad te brengen.
Hoofdstuk VII Lidmaatschap van andere organisaties
Ieder raadslid kan, zonder verlof van de raad, aan een uit de raad of het college afkomstig lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen schriftelijke vragen stellen over aangelegenheden, die tot het werkterrein van dat lichaam behoren.
Een lid, dat aan een uit de raad of het college afkomstig lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen in de raadsvergadering verantwoording wenst te vragen over het door hem in dat bestuur gevoerde beleid, heeft daarvoor verlof van de raad nodig.
Artikel 44. Privaatrechtelijke instellingen.
1. Raads- en collegeleden worden door de raad alleen voorgedragen voor of benoemd in besturen van privaatrechtelijke instellingen, die hij als functiegebonden beschouwt, als de betrokken kandidaat zich bereid heeft verklaard de in lid 2 opgenomen schriftelijke verklaring te ondertekenen.
2. De in het vorige lid bedoelde verklaring luidt als volgt:
a. dat ik het lidmaatschap/de functie van ( ) als gebonden aan mijn functie als wethouder/raadslid van de gemeente Tilburg beschouw en dat ik mitsdien met onmiddellijke ingang ontslag zal nemen als ( ) indien en zodra ik de hoedanigheid van wethouder/raadslid verlies.
b. dat ik desgevraagd en indien en voor zover zulks niet in enig opzicht ten nadele zal/kan strekken voor de betrokken privaatrechtelijke instelling aan ( ) informatie zal verstrekken en verantwoording zal afleggen over mijn functioneren als ( );
c. dat ik met onmiddellijke ingang ontslag als ( ) zal nemen, indien de ( ) het vertrouwen in mij als ( ) opzegt;
d. dat ik hierbij aan ( ) onherroepelijke volmacht verleen om mijn ontslag in te dienen voor het geval ik in bovenbedoelde omstandigheden niet binnen een maand ontslag neem".
Hoofdstuk VIII Besloten vergaderingprivate
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.