Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en Horecaverordening Gemeente Stein 2004 |
Citeertitel | Drank- en Horecaverordening Gemeente Stein 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De "Drank- en Horecaverordening Gemeente Stein 1994" wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2004 | 22-10-2015 | Nieuwe regeling | 05-02-2004 De Schakel, 3-3-2004 | Gemeenteblad Afd. A 2004, no. 2 |
Afdeling 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Drank- en Horecawet;
a. bestuursorgaan: de Burgemeester, aangezien deze besluiten inrichtingen in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet betreffen;
1. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hungevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de wet;
2. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;
3. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;
c. vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;
d. inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;
e. horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
f. lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;
g. horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
h. wijn: de drank, die door alcoholische gisting is verkregen uit en geen andere bestanddelen bevat dan die, afkomstig van het sap van druiven - vruchten van Vitis Vinifera L. - alsmede de drank, die met toepassing van bijzondere technische bewerkingen of met toevoeging van andere bestanddelen is verkregen uit bovenbedoeld sap, voor zover deze toepassing of toevoeging in het land van oorsprong van zodanige drank bij de bereiding daarvan gebruikelijk is;
i. alcoholvrije dank: drank die geen alcohol bevat alsmede drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor hoogstens een half volumeprocent uit alcohol bestaat;
j. sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;
k. zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank.
Afdeling 2 BEPERKING VERSTREKKING STERKE DRANK
Artikel 2.1 Gebruik ter plaatse
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken dan wel bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in de inrichting:
a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht;
b. welke deel uitmaakt van een gebouw welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is voor het geven van onderwijs;
c. welke deel uitmaakt van een gebouw welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is door jeugdorganisaties of -instellingen;
Hieronder wordt in elk geval een jongerencentrum verstaan;
d. welke is gelegen op een terrein dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer sportorganisaties of -instellingen en anderzijds van een inrichting welke deel uitmaakt van een gebouw dat uitsluitend of in hoofdzaak bij een of meer sportorganisaties of -instellingen in gebruik is;
Artikel 2.2 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperkingen
De Burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:
a. niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften;
b. zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid.
Afdeling 3 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANK
Artikel 3.1 Verbod bedrijfsmatig verstrekken alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse
a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;
b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;
c. voor legerplaatsen en lokaliteiten aan het militair gezag onderworpen, gedurende de tijd dat deze uitsluitend voor militaire doeleinden worden gebruikt;
d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
Artikel 3.2 Overlijden verlofhouder
Bij het overlijden van een verlofhouder kan het verlof door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier weken na het overlijden of, indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.
Artikel 3.3 Eisen verlofhouder
Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en sub a en b, en derde lid van de wet, worden gesteld aan de leidinggevenden.
Het verlof wordt geweigerd, indien:
1. de aanvrager een natuurlijk persoon is die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of niet wordt voldaan aan de in artikel 3.3 gestelde eisen krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en sub a en b, en derde lid van de wet;
2. voor de lokaliteit waarvoor het verlof wordt gevraagd, reeds een vergunning ingevolge de wet is verleend;
3. zich in de voor publiek toegankelijke besloten ruimte als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
In een verlof worden in ieder geval vermeld:
a. de natuurlijke of rechtspersoon of -personen aan wie het verlof is verleend;
b. de plaats (de adressering) waar de inrichting zich bevindt;
c. de ligging en de oppervlakten van de lokaliteit(en);
d. de voorschriften of beperkingen die ingevolge artikel 3.4, eerste lid, aan het verlof zijn verbonden.
De Burgemeester trekt het verlof in, indien:
a. de te zijner verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
b. zich in de voor publiek toegankelijke besloten ruimte als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
c. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 3.3 gestelde eisen;
d. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht van het verlof geen gebruik is gemaakt.
Afdeling 4 LEEFTIJDSGRENS VOOR BEZOEKERS VAN INRICHTINGEN
Het is degene die een horecabedrijf uitoefent in een (jongeren)café, discotheek/dancing, hotel, restaurant, pension, kantine, buurt/clubhuis, verboden toe te laten dat in de inrichting waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, personen beneden de 16 jaar aanwezig zijn, anders dan in gezelschap van een persoon van 18 jaar of ouder zijnde een (pleeg)ouder of een voogd dan wel een andere volwassene waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon beneden de 16 jaar.
Afdeling 5 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
Overtredingen van de verboden, gesteld in artikel 3.1 of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 2.2, of artikel 3.4, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Op de artikelen 2.1 en 4.1 is de Wet op de economische delicten van toepassing. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing.