Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden 2012 |
Citeertitel | Mandaatbesluit omgevingsdienst Haaglanden 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Mandaat Omgevingsdienst Haaglanden m.b.t. Wet open overheid |
Externe bijlage | RIS311986 bijlage |
Geen
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2022 | wijziging | 12-04-2022 | RIS311986 DSB/10292926 | ||
01-07-2018 | 01-05-2022 | Wijziging regeling | 24-04-2018 | RIS254766 | |
13-12-2012 | 01-07-2018 | Nieuwe regeling | 04-12-2012 | RIS254766 |
Het college van burgemeester en wethouders,
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen;
artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Haaglanden en de met de regiogemeenten in Haaglanden gesloten ‘Uitvoeringsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Haaglanden op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden’;
Gezien de schriftelijke instemming van de waarnemend directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden, de heer ir. L.P. Klaassen, met het voorgenomen mandaatbesluit.
In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Aan de directeur wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het in rechte vertegenwoordigen van het college en ook het ondersteunen van de vertegenwoordiging van het college in gerechtelijke procedures alsmede het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures inclusief het opstellen van verweerschriften en pleidooien alsmede het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van het college dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van het college in gerechtelijke procedures.
Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het besluiten tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, namens de gemeente, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden.
De directeur, alsmede de ambtenaren aan wie overeenkomstig artikel 3 ondermandaat is gegeven zijn gemachtigd om namens het college aan de gemandateerde bevoegdheden gelieerde feitelijke handelingen te verrichten.
Artikel 5: Kaders uitoefening bevoegdheden
Onverminderd het eerste lid, heeft de directeur een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur alle benodigde informatie en voert hij overleg met de het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.