Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

MANDAATBESLUIT OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMANDAATBESLUIT OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2012
CiteertitelMandaatbesluit omgevingsdienst Haaglanden 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpMandaatbesluit omgevingsdienst Haaglanden 2012 2e wijziging
Externe bijlageBijlage

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2018Wijziging regeling

24-04-2018

gmb-2018-201092

RIS254766
13-12-201201-07-2018Nieuwe regeling

04-12-2012

gmb-2018-159480

RIS254766

Tekst van de regeling

Intitulé

MANDAATBESLUIT OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2012

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

 

gelet op:

  • afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen;

  • artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Haaglanden en de met de regiogemeenten in Haaglanden gesloten ‘Uitvoeringsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Haaglanden op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden’;

  • de instemming van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Haaglanden van 30 augustus 2012 op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Gezien de schriftelijke instemming van de waarnemend directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden, de heer ir. L.P. Klaassen, met het voorgenomen mandaatbesluit.

 

Besluit:

I. vast te stellen:

het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden

 

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de omgevingsdienst;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

  • c.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 22 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden, tevens secretaris van het dagelijks en algemeen bestuur van de Omgevingsdienst;

  • d.

    gemeente: de gemeente Den Haag;

  • e.

    omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Haaglanden, bedoeld in artikel 3 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden;

  • f.

    taken: taken zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden;

  • g.

    dienstverleningsovereenkomst: tussen de gemeente en omgevingsdienst gesloten overeenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Haaglanden.

 

Artikel 2: Mandaat

  • 1.

    Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst.

  • 2.

    Aan de directeur wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het in rechte vertegenwoordigen van het college en ook het ondersteunen van de vertegenwoordiging van het college in gerechtelijke procedures alsmede het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures inclusief het opstellen van verweerschriften en pleidooien alsmede het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van het college dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van het college in gerechtelijke procedures.

  • 3.

    Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het besluiten tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, namens de gemeente, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden.

  • 4.

    Het mandaat houdt zowel een beslissings- als een ondertekeningsmandaat in.

  • 5.

    De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 6.

    De directeur neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 3: Ondermandaat

 

  • 1.

    De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, in ondermandaat opdragen aan ambtenaren in dienst van de Omgevingsdienst.

  • 2.

    Artikel 2, vijfde lid, artikel 3 en artikel 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

 

Artikel 4: Ondermandaat

De directeur, alsmede de ambtenaren aan wie overeenkomstig artikel 3 ondermandaat is gegeven zijn gemachtigd om namens het college aan de gemandateerde bevoegdheden gelieerde feitelijke handelingen te verrichten.

 

Artikel 5: Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De directeur houdt zich bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden aan het beleid van het college ter zake, alsmede de door de gemeenteraad van de gemeente vastgestelde kaders en neemt hierbij artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht in acht.

  • 2.

    Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de Omgevingsdienst inzake uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Omgevingsdienst uitvoert.

  • 3.

    Het college zendt de directeur alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

 

Artikel 6: Informatieplicht

  • 1.

    Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend informeert het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, heeft de directeur een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur alle benodigde informatie en voert hij overleg met de het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.

  • 3.

    De directeur rapporteert, zoals afgesproken is in de Dienstverleningsovereenkomst aan het college over de in mandaat genomen besluiten.

 

 

Artikel 7: Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2 luidt de ondertekening: Burgemeester en wethouders van Den Haag namens dezen, directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 2.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 5, luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Den Haag

namens dezen,

functie ondergemandateerde (naam afdeling) van de Omgevingsdienst Haaglanden

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 3.

    Degene die bevoegd is tot het ondertekenen van stukken is ook bevoegd tot het digitaalondertekenen van stukken, waarbij de naam en functie van de ondertekenaar in schrifttekens worden vermeld.

 

Artikel 8: Slotbepalingen

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden 2012 gemeente Den Haag.

 

II. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 50 van 2012 en met ingang van 13 december 2012, inclusief bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 254766.

 

Den Haag, 24 april 2018

 

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

 

Peter Hennephof, Pauline Krikke

 

Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen.

Stuur dit uiterlijk binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit naar:

 

Burgemeester en wethouders van Den Haag

 

AWB/bezwaar

Postbus 12 600

2500 DJ DEN HAAG

 

In het bezwaarschrift moet het volgende staan:

- naam en adres;

- de datum en handtekening;

- een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (stuur een kopie mee of noem

het kenmerk);

- de argumenten voor bezwaar;

- dient u namens iemand anders het bezwaar in? Stuur dan een volmacht mee.

 

Op www.denhaag.nl/bezwaar vindt u meer informatie. Via de site kunt u ook een digitaal bezwaarschrift

indienen. Bij een spoedeisend belang kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de

rechtbank Den Haag.