Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijdemeren

Verordening handhaving inkomensvoorzieningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijdemeren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening handhaving inkomensvoorzieningen
CiteertitelVerordening handhaving inkomensvoorzieningen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening Handhaving WWB en WIJ

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 8a
  3. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1, onder c
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35, lid 1, onder c
  5. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35, lid 1, onder c

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-201001-07-201001-01-2015Nieuwe regeling

25-11-2010

Wijdemeren Informeren, 08-12-2010

Verordening handhaving inkomensvoorzieningen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening handhaving inkomensvoorzieningen

 

De Raad van de gemeente Wijdemeren;

gezien het advies van de Commissie Maatschappelijke Zaken van 2 november 2010;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Wijdemeren van 12 oktober 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12, eerste lid onder c van de Wet investeren in jongere (WIJ), artikel 35 eerste lid onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 35 eerste lid onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) ;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende

Verordening Handhaving Inkomensvoorzieningen

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    WWB : Wet werk en bijstand;

  • b.

    WIJ : Wet investeren in jongeren;

  • c.

    IOAW : Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • d.

    IOAZ : Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte en gewezen zelfstandigen;

  • e.

    college : het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    uitkering : de bijstand op grond van de WWB, de inkomensvoorziening en het werkleeraanbod op grond van de WIJ alsmede de uitkering op grond van de IOAW dan wel de IOAZ.

Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als omschreven in de WWB, de WIJ, de IOAW, de IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

HOOFDSTUK 2 PREVENTIE

Artikel 2. Preventie en voorlichting

  • 1.

    Het College stelt beleid vast ter voorkoming en bestrijding van fraude en oneigenlijk gebruik van de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ.

  • 2.

    Onderdeel daarvan is de wijze waarop aandacht wordt besteed aan fraudepreventie en voorlichting.

HOOFDSTUK 3 CONTROLE

Artikel 3. Controle

  • 1.

    Het College voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Dit gebeurt zowel bij de aanvraag, gedurende de uitkering, als bij beëindiging van de uitkering.

  • 2.

    Het College stelt nadere regels met betrekking tot de onderzoeken genoemd in lid 1.

HOOFDSTUK 4 TERUGVORDERING EN VERHAAL

Artikel 4. Terugvordering en verhaal

Het College stelt nadere regels met betrekking tot de terug- en invordering en verhaal van de bijstand, de inkomensvoorziening en/of het werkleeraanbod, de IOAW en de IOAZ vast in de

Beleidsregels terugvordering en verhaal.

HOOFDSTUK 5 GEVOLGEN BIJ FRAUDE

Artikel 5. Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering, conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.

Artikel 6. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2010.

  • 2.

    Gelijktijdige met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening Handhaving Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Handhaving Inkomensvoorzieningen.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 november 2010.

De griffier, dhr. J. van Ditmarsch

De voorzitter, drs. M.E. Smit 

TOELICHTING

Algemeen

Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) is al in de handhavingsverordening vastgelegd. Mede gelet op de grote verwantschap tussen diverse wetten ligt het voor de hand om aansluiting te zoeken bij de bestaande handhavingsverordening in het kader van de WWB en de WIJ. Om deze reden wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de IOAW en IOAZ op te nemen in de Handhavingsverordening WWB en WIJ.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte in de bijstand komen. De controle wordt voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over het fraudebeleid van de dienst.

Artikel 3

Het college stelt nadere regels over de termijnen waarbinnen de onderzoeken moeten worden verricht en de voorwaarden waaronder, worden beschreven.

Artikel 4

Ten onrechte verstrekte bijstand wordt in beginsel teruggevorderd. Verhaal

vindt plaats op onderhoudsplichtigen, op begiftigden (bijvoorbeeld na een schenking) en op nalatenschappen.

De regels omtrent de terugvordering en verhaal worden vastgelegd in de Beleidsregels terugvordering en verhaal.

Artikel 5

Wanneer de belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie versterkt, kan de uitkering (tijdelijk) worden verlaagd conform de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ en de maatregelenverordening WIJ. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen. Dit staat los van het terugvorderen van bijstand, dat is bedoeld om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met het recht.

Artikel 6

De voorwaarden van aangifte van fraude bij het Openbaar Ministerie worden afgestemd met het Openbaar Ministerie