Organisatie | Wijdemeren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening handhaving inkomensvoorzieningen |
Citeertitel | Verordening handhaving inkomensvoorzieningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening Handhaving WWB en WIJ
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2010 | 01-07-2010 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 25-11-2010 Wijdemeren Informeren, 08-12-2010 | Verordening handhaving inkomensvoorzieningen |
De Raad van de gemeente Wijdemeren;
gezien het advies van de Commissie Maatschappelijke Zaken van 2 november 2010;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Wijdemeren van 12 oktober 2010;
gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12, eerste lid onder c van de Wet investeren in jongere (WIJ), artikel 35 eerste lid onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 35 eerste lid onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) ;
HOOFDSTUK 5 GEVOLGEN BIJ FRAUDE
Artikel 5. Verlaging van de uitkering
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering, conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.
Artikel 6. Aangifte bij het Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 november 2010.
De griffier, dhr. J. van Ditmarsch
De voorzitter, drs. M.E. Smit
Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) is al in de handhavingsverordening vastgelegd. Mede gelet op de grote verwantschap tussen diverse wetten ligt het voor de hand om aansluiting te zoeken bij de bestaande handhavingsverordening in het kader van de WWB en de WIJ. Om deze reden wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de IOAW en IOAZ op te nemen in de Handhavingsverordening WWB en WIJ.
Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte in de bijstand komen. De controle wordt voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over het fraudebeleid van de dienst.
Het college stelt nadere regels over de termijnen waarbinnen de onderzoeken moeten worden verricht en de voorwaarden waaronder, worden beschreven.
Ten onrechte verstrekte bijstand wordt in beginsel teruggevorderd. Verhaal
vindt plaats op onderhoudsplichtigen, op begiftigden (bijvoorbeeld na een schenking) en op nalatenschappen.
De regels omtrent de terugvordering en verhaal worden vastgelegd in de Beleidsregels terugvordering en verhaal.
Wanneer de belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie versterkt, kan de uitkering (tijdelijk) worden verlaagd conform de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ en de maatregelenverordening WIJ. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen. Dit staat los van het terugvorderen van bijstand, dat is bedoeld om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met het recht.
De voorwaarden van aangifte van fraude bij het Openbaar Ministerie worden afgestemd met het Openbaar Ministerie