Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit rechtspositionele besluiten griffie Ede |
Citeertitel | Mandaatbesluit rechtspositionele besluiten griffie Ede |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De gemeenteraad heeft bij besluit van 12 juli 2018, kenmerk 92399, ingestemd met het verlenen van mandaat voor het nemen van rechtspositonele besluiten aan de griffier.
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Ede/CVDR608619/CVDR608619_1.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-07-2018 | nieuwe regeling | 12-07-2018 | 92399 |
Mandaat te verlenen aan de griffier (hierna: gemandateerde) van de gemeente Ede voor het vaststellen van beschikkingen als bedoeld in 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht voorzover de bevoegdheid daartoe rechtstreeks voortvloeit uit de Ambtenarenwet, de op deze wet gebaseerde en door de raad vastgestelde rechtspositionele voorschriften en artikel 107e, tweede lid, van de Gemeentewet, met uitzondering van de besluiten genoemd in artikel 107 en 107d, tweede lid van de Gemeentewet.
Artikel 2 Uitzonderingen op mandaat
De gemandateerde is niet bevoegd tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 1 indien:
a. Het besluit betrekking heeft op de griffier of diens plaatsvervanger;
b. Het besluit inhoudt het verlenen van ontslag op grond van artikel 8:7, 8:8, 8:13 van de CUR/UWR of schorsing op grond van artikel 16:1:2, eerste lid, sub i van de CAR/UWR;
c. De werkgeverscommissie of een van de leden daarvan te kennen heeft gegeven dat het gewenst is dat het besluit door deze commissie zelf wordt genomen;
d. Het besluit leidt tot een overschrijding van de begroting of een beschikbaar gesteld krediet;
e. de gemandateerde heeft een persoonlijk belang bij het uitoefenen van de bevoegdheid.
Bij afwezigheid van de gemandateerde kan de in artikel 1 genoemde bevoegdheid worden uitgeoefend door diens plaatsvervanger.