Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissie |
Citeertitel | Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening op de Stedelijke commissie en de Stadsdeelcommissies 2005, gewijzigd in 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2018 | Nieuwe regeling | 16-07-2018 |
Hoofdstuk III Samenstelling van de commissies
Elke fractie in de raad heeft één zetel in de commissies. Een lid van een stadsdeelcommissie kan zich laten vervangen door een ander lid van zijn fractie.
De commissies kennen geen vaste samenstelling. De feitelijke bezetting van de zetels in de stedelijke commissie wordt overgelaten aan de fracties en kan per vergadering en zo nodig per agenda-onderdeel wisselen.
Elke fractie mag maximaal één fractievertegenwoordiger aanstellen die in een stedelijke commissie en/of stadsdeelcommissie het woord voor zijn of haar fractie kan voeren. Deze aan te stellen fractievertegenwoordiger dient voor te komen op de kandidatenlijst van de laatste raadsverkiezing en dient te voldoen aan de eisen voor benoeming tot lid van de raad.
Hoofdstuk IV Voorzitterschap, agenda-overleg en secretariaat
Artikel 5 voorzitterschap stedelijke commissie
Het daadwerkelijke voorzitterschap van de stedelijke commissie wordt door middel van inroostering verdeeld over de drie voorzitters; in geval van verhindering zorgen de voorzitters in onderling overleg voor vervanging. Indien alle drie voorzitters zijn verhinderd kan een andere door de raad benoemde voorzitter de vergadering voorzitten.
De fungerende voorzitter kan tijdens de vergadering het voorzitterschap tijdelijk overdragen aan één van de andere voorzitters indien hij bij een bepaald onderwerp aan de beraadslagingen wil deelnemen. Daarbij wordt het bepaalde in artikel 4, eerste en tweede lid, en artikel 5 lid 2 in acht genomen.