Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent omgevingsdienst Haaglanden Mandaatbesluit Pijnacker-Nootdorp Omgevingsdienst Haaglanden 2018 |
Citeertitel | Mandaatbesluit Pijnacker-Nootdorp Omgevingsdienst Haaglanden 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2018 | nieuwe regeling | 25-06-2018 | 18INT08056 |
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het advies van de afdeling Wijkzaken d.d. 19 juni 2018;
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen;
artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Haaglanden en de met de regiogemeenten in Haaglanden gesloten ‘dienstverleningsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Haaglanden op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden’;
het Mandaatbesluit Pijnacker-Nootdorp Omgevingsdienst Haaglanden 2018
Aan de directeur wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het in rechte vertegenwoordigen van het college en ook het ondersteunen van de vertegenwoordiging van het college in gerechtelijke procedures alsmede het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures inclusief het opstellen van verweerschriften en pleidooien alsmede het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van het college dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van het college in gerechtelijke procedures.
Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het besluiten tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, namens de gemeente, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden.
Indien ten gevolge van wijziging van wet- en regelgeving bevoegdheden als bedoeld in dit besluit en de bij dit besluit behorende mandaatlijst gaan strekken ter uitvoering van andere wet- en regelgeving dan waarvan zij ten tijde van het in werking treden van dit besluit strekten, dan wel indien in de uitoefening ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voor zover hun strekking en omvang door die wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de bevoegdheden zoals genoemd in dit besluit en de bij dit besluit behorende mandaatlijst, die aan de Omgevingsdienst zijn opgedragen.
De directeur, alsmede de functionarissen aan wie overeenkomstig artikel 6 ondermandaat is gegeven, alsmede door de directeur aangewezen niet-leidinggevende medewerkers zijn gemachtigd om namens het college aan de gemandateerde bevoegdheden gelieerde feitelijke handelingen te verrichten.
Onverminderd het eerste lid, heeft de directeur een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur alle benodigde informatie en voert hij overleg met het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.
Vastgesteld in de vergadering van 25 juni 2018
de secretaris,
drs. J.P.R. Woudstra
de burgemeester,
mw. F. Ravestein
OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2018