Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Helmond houdende regels omtrent gedrag Gedragscode voor de gemeenteraad van Helmond 2018 |
Citeertitel | Gedragscode voor de gemeenteraad van Helmond 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de gedragscode voor de gemeenteraad 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2018 | nieuwe regeling | 03-07-2018 | 37 |
In Nederland worden met enige regelmaat bedenkingen geuit over de integriteit van de politiek. Gemeentelijke politici worden bevraagd over hun declaratiegedrag, incidenten begaan door politici verschijnen in de dag- en weekbladen. Opiniemakers uiten hun zorgen en oordelen.
Dit terwijl de Nederlandse politiek een hoog niveau van integriteit kent; Nederlandse politici begaan weinig schendingen in verhouding tot hun collega's in andere landen. Terwijl politici aan veel verleidingen blootstaan en zich veel kansen aan hen voordoen om op die verleidingen in te gaan. Omkoping (ofwel: corruptie) is zo goed als uitgebannen.
Het grootste risico van de ongerustheid en de reactie op de incidenten die zich voordoen, is dat de geloofwaardigheid van de politiek blijvende schade oploopt.
Daarnaast valt niet uit te sluiten dat er onder druk van de gealarmeerde publieke opinie ondoordachte en dus onverstandige maatregelen getroffen worden.
Maatregelen die beogen om de geloofwaardigheid van de politiek te versterken, maar die juist het tegendeel veroorzaken. Het gevaar is aanwezig dat individuele politici hiervan slachtoffer worden.
Dat er bij het sanctioneren geen verschil meer wordt gemaakt tussen een lichte overtreding en
een ernstige schending en dat enkel en alleen al de verdenking het einde van een politieke carrière kan betekenen.
Deze code wil duidelijkheid geven over wat de wet vraagt van politici. Daarmee beoogt de code politici in eerste instantie te beschermen tegen onnodige misstappen.
De tekst van de artikelen in de code volgt vrijwel letterlijk de wet. ‘Vrijwel’, want op enkele plekken is de code strenger dan de wet:
In de bijlagen vindt u de specifieke verwijzingen naar de relevante wetsartikelen.
Het gemeentebestuur bestaat uit raad, college en burgemeester. Dit zijn de drie bestuursorganen. Voor ieder van deze drie vraagt de wet een door de raad vast te stellen eigen gedragscode. Voor Helmond zijn de codes zoveel mogelijk vanuit hetzelfde perspectief benaderd.
Er is voor gekozen om de code van de wethouders en de burgemeester te integreren in één code, rekening houdend met ieders eigen positie.
Werken aan de integriteit van de Helmondse politiek
Met deze gedragscode beoogt de gemeente Helmond systematisch te bouwen aan een rechtvaardige handhavingspraktijk. Niet alleen om te voorkomen dat in de gemeente paniekmaatregelen genomen worden als een mogelijke overtreding van de gedragscode zich voordoet, maar ook om te voorkomen dat onschuldigen worden geschaad en schuldigen disproportioneel worden bestraft.
Het opstellen van deze gedragscode is behulpzaam bij het handhaven van de politieke en bestuurlijke integriteit, zowel preventief als repressief.
Voor wie is deze gedragscode geschreven?
De regels van deze gedragscode gelden voor de raadsleden (inclusief burgercommissie-leden) van de gemeente Helmond. De burgemeester en wethouders krijgen een eigen gedragscode.
De gedragscode heeft een aantal algemene functies. De code:
De gedragscode beschermt daarnaast specifiek de zuiverheid van de politieke en bestuurlijke besluitvorming. Het gaat dan om het voorkomen van corruptie en belangenverstrengeling. Die vervalsen immers de besluitvorming en resulteren per definitie in machtsmisbruik. Politici worden zelfs opgeroepen actief de schijn van belangenverstrengeling en corruptie tegen te gaan.
Wet en gedragscode definiëren een reeks handelingen van politici als integriteitschendingen. Sommige schendingen zijn generiek en zijn binnen bijna alle organisaties verboden (ongewenst gedrag, fraude). Andere komen gelet op de aard van het werk vooral voor in de politiek zoals belangenverstrengeling en corruptie (of de schijn daarvan) en het lekken van informatie. Van de schendingen die voorkomen, blijken belangenverstrengeling en het lekken van informatie in de Nederlandse politiek relatief veel voor te komen. Die krijgen in deze gedragscode dan ook veel aandacht.
De acceptatie van verstrengelen van belangen is afgenomen en de meldingsbereidheid is toegenomen. Het publieke debat over dit soort kwesties heeft dat nog eens versterkt. De media zijn er alert op. De kans dat een politicus ter verantwoording wordt geroepen over zijn gedrag, is toegenomen.
Het terugdringen van het lekken van informatie blijkt in de praktijk erg lastig te zijn. Het kan immers lonend zijn (in termen van politiek gewin) om te lekken. Ook de media kunnen ervan profiteren en kunnen politici ertoe verleiden. Dit terwijl het lekken van geheime informatie bij strafwet verboden is en dus strafrechtelijk is te vervolgen. De politiek kan onder meer door preventieve maatregelen te nemen, het per ongeluk en met opzet lekken in hoge mate zelf tegengaan.
Financieelbelang: Het kan gaan om het bezit van effecten, vorderingsrechten, onroerend goed, bouwgrond, alsook om financiële deelnemingen in ondernemingen etc. Ook negatieve financiële belangen, zoals schulden uit hypothecaire vorderingen, kunnen in verband met mogelijke belangenverstrengeling relevant zijn.
Hiervan is sprake als in de afweging voorrang wordt gegeven aan het eigen belang (sterke verbondenheid met). Met gezond boerenverstand kun je de meeste situaties goed beoordelen. Je moet actief voorkomen dat de schijn van belangenverstrengeling wordt gewekt. Schijn tast de geloofwaardigheid aan.
Belangrijke vragen die in voorkomende gevallen gesteld kunnen worden:
zou een collega van dezelfde partij die dat belang niet heeft tot dezelfde conclusie komen? Kun je er objectief naar kijken? Kun je het goed uitleggen? Kan ik van een neutrale toeschouwer verwachten dat die mij gelooft?
Het gevaar van financiële belangenverstrengeling doet zich voor als een politieke ambtsdrager financiële belangen bezit die een onafhankelijke besluitvorming kunnen beïnvloeden. Het betreft financiële belangen in ondernemingen die een relatie met de gemeente hebben of kunnen krijgen en ten aanzien waarvan de gemeente besluiten neemt, bijvoorbeeld bij aanbesteding, subsidieverstrekking en adviesopdrachten. Het ligt in de rede dat de melding van financiële belangen wordt toegesneden op de aard van de functie of het ambt.
1 Regels rondom (de schijn van) belangenverstrengeling
Een raadslid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.
Een raadslid moet actief en uit zichzelf belangenverstrengeling, en zelfs de schijn daarvan, tegengaan.
De wetgever heeft raadsleden op vier manieren bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.
De wetgever geeft ten eerste aan dat de gemeenteraad als bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet vervullen.
De wetgever geeft de gemeenteraad de verantwoordelijkheid er voor te waken dat persoonlijke belangen van raadsleden de besluitvorming beïnvloeden. Met persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de gemeenteraad uit hoofde van zijn taak behoort te vervullen. Deze waakzaamheid geldt ook als het gaat om de schijn van belangenverstrengeling.
Let wel: het gaat hier om persoonlijke belangen; het gaat niet alleen om – zoals vaak door politici gedacht - ‘persoonlijk gewin’ of ‘persoonlijk voordeel’ of ‘persoonlijke financiële inkomsten’. Raadsleden moeten dus beoordelen of er sprake is van een persoonlijk belang waardoor belangenverstrengeling ontstaat die de besluitvorming onterecht kan beïnvloeden.
De wetgever doet een beroep op de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad als geheel om ertegen te waken dat persoonlijke belangen van zijn leden de besluitvorming beïnvloeden. Deze verplichting geldt gedurende het gehele proces van besluitvorming en niet alleen tijdens de stemming.
Politici struikelen soms in gevallen waarin er ‘slechts’ sprake is van de schijn van belangenverstrengeling. Het is dan ook in het belang van politici zelf dat dit voorschrift zo expliciet in de code is opgenomen.
In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever raadsleden expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren. In de artikelen 1.4 en 1.5 van deze gedragscode wordt naar die verboden verwezen. In bijlagen 1 en 2 van deze gedragscode treft u een opsomming aan van deze verboden combinaties van functies en verboden overeenkomsten en handelingen. Het wordt dringend aangeraden deze bijlagen nauwkeurig te bestuderen.
De wetgever eist van raadsleden dat zij alle functies openbaar maken die zij vervullen naast het raadslidmaatschap. Op die manier wordt het voor andere raadsleden, bestuurders, fractievoorzitters, partijbestuurders, de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk een raadslid te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis daarvan hun controlerende taak uitoefenen. Daarom is in deze gedragscode ook geregeld dat zij tevens al hun substantiële financiële belangen bekendmaken bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente.
Een raadslid onthoudt zich alleen van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft.
Een raadslid onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming (zie art. 1.2) maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces. Het kan ook gaan om wat je doet voordat stemming plaatsvindt. Dus ook in de beraadslaging, het vooroverleg in de fractie, commissie etc.
Een raadslid mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan (zie bijlage 2).
Een raadslid maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde nevenfuncties hij vervult naast het raadslidmaatschap.
De griffier van de raad draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst met nevenfuncties van raadsleden. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.
Een raadslid doet er opgaaf van dat hij substantiële financiële belangen heeft - bijvoorbeeld aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.
2 Regels rondom geschenken en uitnodigingen
Een raadslid mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.
Het bovenstaande artikel geeft een definitie van corruptie voor raadsleden. Ging het bij belangenverstrengeling nog om het onterecht laten meewegen van een persoonlijk belang bij de besluitvorming, bij corruptie gaat het om omkoping van een politicus. Belangenverstrengeling is niet in het wetboek van strafrecht opgenomen, corruptie is dat wel. In de onderliggende artikelen zijn regels opgenomen om de politicus te helpen om de (schijn van) corruptie te voorkomen.
Een raadslid moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Toelichting: Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze wekken in ieder geval de schijn. Bescherm jezelf tegen het idee dat je denkt iets terug te moeten doen. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’ regel; een raadslid neemt dus geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. De afwijkingen dienen vervolgens bekend gemaakt te worden bij de griffier, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn.
Een raadslid neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij:
Als geschenken om een van de in artikel 2.2 genoemde redenen niet zijn geweigerd, teruggegeven of teruggestuurd, of om andere redenen toch in het bezit zijn van het raadslid, wordt dit gemeld aan de griffier tenzij het gaat om het genoemde onder 2.2c. De geschenken worden dan alsnog teruggestuurd dan wel worden eigendom van de gemeente. De griffier zorgt voor de registratie van giften en hun gemeentelijke bestemming.
Aannemen van faciliteiten en diensten
Toelichting: Het accepteren van faciliteiten of diensten van anderen kan een afhankelijkheid creëren, of een dankbaarheid, die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. Ook met het aannemen van faciliteiten en diensten kan een raadslid gecorrumpeerd raken. Het wekt in ieder geval de schijn van corruptie op.
Een raadslid accepteert geen faciliteiten en diensten van anderen die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij:
Een raadslid gebruikt faciliteiten of diensten van anderen die uit hoofde of vanwege de raadsfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.
Aannemen van lunches, diners en recepties
Toelichting: De verplichting actief het ontstaan van de schijn tegen te gaan, betekent dat het lunchen, dineren of naar recepties gaan op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden, tenzij de redenen van art. 2.6 van toepassing zijn.
Een raadslid accepteert lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, alleen als
Accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Toelichting: Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor het reizen op kosten van derden. Dat wordt in de regel met grote argwaan bekeken..
Een raadslid accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken in het presidium. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd een verslag gedaan aan de raad.
3 Regels rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiëlemiddelen
Raadsleden krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en over financiële middelen van de gemeente.
Raadsleden beschikken over voorzieningen als visiekamer en fractiekamer, computer op fractiekamer, parkeerkaart Boscotondo, ipad/tablet en dergelijke die primair voor hun raadswerk ter beschikking zijn gesteld. Het gebruik hiervan voor privé doeleinden is binnen vastgestelde kaders mogelijk. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de financiële middelen worden ingezet voor privé doeleinden, voor werk elders, of voor de partij. Gebeurt dat toch dan is er sprake van misbruik.
Een raadslid houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen (zie bijlage 5).
Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van burgers. Daaruit volgt dat de burger er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De burger heeft er ook recht op de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dat bij elkaar opgeteld schept de verplichting voor ambtenaren-apparaat, college en raad om de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat het ook voorkomt dat informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burgers, of schade aan collectieve belangen.
Het college dient zeer prudent om te gaan met het geheim verklaren van stukken. En de raad moet hier op toezien.
Een ander punt rond informatie is het informatierecht van de raad. Het college
verstrekt de raad alle inlichtingen die hij nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Daarnaast geeft het college de raad mondeling of schriftelijk alle door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Als grens aan het verstrekken van inlichtingen aan de raad is dus genoemd: het moet gaan om informatie die noodzakelijk is voor het uitoefenen van de taak. Er kan discussie ontstaan over de vraag wanneer het punt bereikt is dat ‘de noodzakelijke informatie’ verstrekt is. Daar moeten politici samen uitkomen. Ook rond het vragen van informatie speelt het risico op belangenverstrengeling of corruptie.
De raad ziet er op toe dat het college van Burgemeester en Wethouders de raad goed informeert. Het college en de burgemeester verstrekken alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, tenzij dit in strijd is met het openbaar belang. Het college en de burgemeester kunnen geheimhouding opleggen overeenkomstig de wet.
Een raadslid betracht maximale openheid als het gaat om zijn eigen beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met de Gemeentewet en met de Wet openbaarheid van bestuur.
Een raadslid die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime of vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hem tot mededeling verplicht.
5 Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de vergaderingen
Elk raadslid, elke bestuurder, elke griffiemedewerker, elke ambtenaar is een medemens en verdient op basis daarvan respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men in de raad met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.
6 Regels rondom de naleving van degedragscode
Naast het vaststellen van een gedragscode met daarin heldere gedragsregels is het van groot belang dat er op wordt toegezien dat de gedragscode ook daadwerkelijk wordt nageleefd. In de gedragscode zijn immers de regels opgenomen voor politici die zijn gebaseerd op de wet. Ze leggen de voorwaarden vast waaraan het handelen van politici minimaal moet voldoen. Als politici zich niet aan deze regels houden, komen zij daarmee als het ware onder het morele minimum dat zij met elkaar hebben afgesproken.
Het toezien op de naleving van de gedragscode is niet alleen een verantwoordelijkheid van de raad, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Bijzondere rollen zijn weggelegd voor de voorzitter van college en raad, voor het presidium, voor de fractievoorzitters, voor de commissies van de raad, voor de gemeentesecretaris en de griffier, voor de besturen van partijen en afdelingen.
De raad stelt de gedragscode vast voor elk van de bestuursorganen: de raad, het college van burgemeester en wethouders.
Het toezicht op de naleving van de verschillende gedragscodes betreft een gedeelde verantwoordelijkheid. In de gedragscodes van raadsleden, wethouders en burgemeester, wordt ieders taak hierbij apart genoemd. Een schending van de gedragscode is een schending van de integriteit van de politiek.
De raad ziet er in het bijzonder op toe dat de raad, de fracties en de individuele raadsleden de eigen gedragscode van de raad naleven. De griffier ondersteunt de raad hierbij.
Het college ziet er in het bijzonder op toe dat het college en de individuele collegeleden de gedragscode van de wethouders naleven. De gemeentesecretaris ondersteunt het college hierbij.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de code, te weten:
De manier waarop wordt omgegaan met vermoedens van overtreding van de code is mede bepalend voor de cultuur van het bestuur en het vertrouwen dat burgers hebben in de politiek. Van belang is om niet meteen met de beschuldigende vinger te wijzen en/of meteen naar de media stappen. Personen kunnen daardoor onherstelbaar worden beschadigd. Dat is politiek bedrijven over de rug van de integriteit en wordt gezien als politiek opportunisme. Waarschuw collega’s in geval van vermoedens aan de voorkant.
In iedere fase is het van belang om ‘onpartijdig’, ‘terughoudend met publiciteit’ en ‘zorgvuldig’ te zijn. Alleen dan kan een rechtvaardige manier van handhaven van de gedragscode worden gegarandeerd.
Het bespreken en melden is uitgewerkt in het gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek. Het gentle agreement is als bijlage 7 opgenomen
Het signaleren van vermoedens van schendingen van de code
De burgemeester fungeert als meldpunt voor signalen van (vermoeden van) het overtreden van de gedragscode
In het algemeen bestaat er voor politieke ambtsdragers geen verplichting om integriteitsschendingen te melden. Politieke ambtsdragers kunnen een (vermoeden van een) integriteitsschending melden bij de burgemeester
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen van de code
De burgemeester beslist over de behandeling van het signaal en bewaakt de voortgang van
Als is komen vast te staan dat een politicus een regel van de gedragscode heeft overtreden, dan kan dit tot een sanctie leiden. Deze sanctie dient proportioneel te zijn. Bij het bepalen van de sanctie spelen de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden, een belangrijke rol.
Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden gesanctioneerd.
Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenverstrengeling, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politici en zijn om die reden het ernstigst. Hier zijn de gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste sancties.
Een te lichte sanctie die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan; hetzelfde geldt voor een te zware sanctie op een lichte schending.
Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? Van naïviteit? Is de politicus onder druk gezet van zijn partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de regel is die is overtreden, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen.
Er zijn verschillende ‘sancties’ die aan de orde kunnen zijn voor gekozen dan wel benoemde politici.
De wet biedt de mogelijkheid tot het toepassen van verschillende formele sancties (zie bijlage 3). Sommige overtredingen van de gedragscode leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 3 juli 2018.
De raad voornoemd,
de voorzitter
de griffier
Bijlage 1 Specifiek uitgesloten combinaties van functies
Raadsleden (Gemeentewet, artikel 13)
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder l, kan een lid van de raad tevens wethouder zijn van de gemeente waar hij lid van de raad is gedurende het tijdvak dat (artikel 36b, lid 2):
aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot wethouder en eindigt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van de raad onherroepelijk is geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als lid van de raad met ingang van het tijdstip waarop hij zijn benoeming tot wethouder aanvaardt. Artikel X 6 van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing.
Bijlage 3 Enkele specifieke formelesancties
De werking van een besluit, inhoudende de vervallenverklaring, wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. Ingeval de vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is het lid van de raad gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst.
Bijlage 4 Verwijzingen naar de Wet per gedragscode artikel
Over zuiverheid van besluitvorming
D Algemene wet bestuursrecht artikel 2:4
Artikel 1.1 (toezicht op onafhankelijke besluitvorming)
- Algemene wet bestuursrecht artikel 2.4
Artikel 1.2 (onthouden van stemming)
Artikel 1.4 (verboden combinaties van functies)
Artikel 1.5 (verboden overeenkomsten/handelingen)
Artikel 1.6 (over andere functies)
Artikel 1.8 (over financiële belangen)
- Basisnorm 14, Modelaanpak basisnormen integriteit openbaar bestuur en politie
Over gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen
Artikel 4 (informatieverstrekking door bestuur)
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.
Over respectvolle omgang met elkaar
Artikel 5.2 (gedrag tijdens de raadsvergadering)
Over de vaststelling van de gedragscode
Artikel 6 (vaststellen voor een gedragscode voor de raad, de wethouders en de burgemeester)
Schending van de gedragscode kan een strafbaar feit opleveren (bijvoorbeeld het schenden van de geheimhoudingsplicht; artikel 272 Wetboek van strafrecht). Als de schending een misdrijf is, geldt een aangifteplicht (artikel 162 W vSr).
Bijlage 5 Regels omtrent gebruik vangemeentelijke voorzieningen, vergoedingen en declaraties
De grondslag voor het gebruik van van gemeentelijke voorzieningen, vergoedingen, diensten en declaraties is te vinden in de de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017 en de Verordening ambtelijke bijstand aan raadsleden en fractieondersteuning 2017.
De in deze verordeningen opgenomen bepalingen dienen te worden gehanteerd bij het gebruik maken van de betreffende voorzieningen, vergoedingen, diensten en declaraties.
Gebruik toegangspas visie- en fractiekamers en parkeerkaart Boscotondo
De raadzaal, commissiekamers en de fractiekamers bevinden zich op de 2e etage van het Bestuurscentrum. U kunt deze etage bereiken vanaf de straatzijde en de parkeergarage via de centrale trappenhal naast de publieksingang van de Stadswinkel. Tevens kunt u hier gebruik
De aan u verstrekte toegangsbadge is persoonsgebonden en mag door niemand anders dan u gebruikt worden. De badge blijft eigendom van de gemeente Helmond.
Zodra u geen lid van de raad, of geen burgerlid meer bent, nemen wij deze pas weer in.
Verlies of diefstal van uw toegangsbadge dient u zo spoedig mogelijk na constatering -tijdens kantooruren- te melden bij het secretariaat van de raadsgriffie :
telefoonnummer 587155 of e-mail t.geelen@helmond.nl
Na de melding zal de toegangsbadge onmiddellijk worden geblokkeerd. Tevens kunt u bij het secretariaat een aanvraag indienen voor een vervangende toegangsbadge. Indien u een nieuwe pas binnen een jaar na verstrekking verliest berekenen wij u de kostprijs van de pas, deze bedraagt € 10, --
Indien u het gebouw betreedt en een in uw ogen onbevoegd persoon verschaft zich samen met u de toegang tot het pand of een bepaalde etage, dan wordt u verzocht deze persoon naar het doel van zijn komst te vragen en hem of haar indien de aanwezigheid onrechtmatig lijkt, te verzoeken het pand te verlaten. Indien noodzakelijk kunt u hiertoe contact opnemen met de politie Helmond Centrum via het alarmnummer 112. Telefoontoestellen bevinden zich in alle fractiekamers en in de visiekamer.
Naast de beveiligde toegangsdeuren bevinden zich rechts van de deur kleine rechthoekige badgereaders. Door de badge ongeveer 5 cm voor de reader te houden, wordt de desbetreffende deur voor enkele seconden ontgrendeld. Uw aanwezigheid binnen het gebouw is op dat moment centraal geregistreerd. Nadat de deur weer in het slot is gevallen, wordt deze automatische vergrendeld.
Middels uw toegangsbadge bent u geautoriseerd de volgende ruimten te betreden:
Op het moment van avondsluiting zal door het beveiligingsbedrijf een sluitronde worden uitgevoerd en zal het inbraakalarm geactiveerd worden.
Mocht u naar aanleiding van de informatie of tijdens het gebruik van de badge nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met het secretariaat van de raadsgriffie.
Parkeerabonnement voor de Boscotondogarage
Raads- en commissieleden kunnen met een gemeentelijk abonnement via kentekenherkenning parkeren in de Boscotondo parkeergarage. U kunt maximaal 2 kentekens aan uw naam koppelen. De kentekens moeten dan wel op uw naam of de naam van uw partner staan. Het maakt dan niet uit met welke van de gekoppelde kentekens u van het abonnement gebruik maakt. Met beide auto’s in Boscotondo te parkeren is mogelijk. Wel kunt u maar met 1 auto tegelijkertijd van de kentekenherkenning via het gemeentelijk abonnement gebruik maken.
Het abonnement is dagelijks geldig van zondag tot en met donderdag van 07.30 uur tot 01.00 uur en op vrijdag en zaterdag van 7.30 uur tot 3.30 uur.
De gemeente Helmond, ten deze krachtens mandaat rechtsgeldig vertegenwoordigd door mr.
J.P.T.M. Jaspers, raadsgriffier, hierna te noemen ‘de gemeente’
(naam raadslid/buergecommissielid, wonende te Helmond, adres) hierna te noemen ‘het raadslid’ / ‘het burgercommissielid’
Het raadslid is verantwoordelijk voor de gegevens die worden verwerkt met behulp van de door de gemeente verstrekte apparatuur en programmatuur, en de verwerking dient in overeenstemming met wet- en regelgeving als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet openbaarheid van bestuur te geschieden.
Art. 3 Onderhoud, schade, diefstal en verlies
Het onderhoud van de iPad geschiedt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente faciliteert technische ondersteuning ten behoeve van het zakelijk gebruik. De kosten hiervan komen voor rekening van de gemeente. Facturen van andere ingeschakelde dienstverleners komen niet voor vergoeding in aanmerking.
In geval van verlies stelt het raadslid hiervan onmiddellijk de gemeente op de hoogte, teneinde het gebruik te kunnen blokkeren. Het raadslid doet daarnaast aangifte bij de politie. Voorts is de gemeente is op grond van de vigerende regelgeving verplicht melding te maken op het moment dat er sprake is van een datalek. Raadslid vrijwaart de gemeente voor de financiële gevolgen voor de gemeente indien hij nalatig is de diefstal bij de gemeente te melden.
Art. 4 Opzegging en einde overeenkomst
Aldus in tweevoud ondertekend,
Juridische en fiscale spelregels facilitering van raadsfracties
In de raadsvergadering van 2 juni 2016 is een initiatiefvoorstel aangenomen betreffende de facilitering van de raadsfracties. Op 27 juni 2017 is de Verordening op de ambtelijke bijstand aan raadsleden en fractieondersteuning 2017 aangenomen door uw raad.
Besloten is dat elke fractie bestaande uit één zetel/lid € 2000,- krijgt en vervolgens € 500,-- per extra zetel, per kalenderjaar.
De bedragen worden jaarlijks in de maand januari overgemaakt op de bankrekening van de fractie, ten name van de penningmeester. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af door overlegging van een verslag.
Er is juridisch en fiscaal advies ingewonnen ter zake van de uit te keren bedragen. Het gaat daarbij om de vraag of de uit keren bedragen door de fiscus worden gezien als (verkapt) inkomen.
Uit het juridisch advies is te halen dat aan een raadslid een computer in bruikleen kan worden gesteld, dan wel een tegemoetkoming wordt verleend voor eigen aanschaf. De praktijk dat geen computer ter beschikking wordt gesteld maar een iPad lijkt geen verschil uit te maken.
Voor wat betreft de mogelijkheid om aan het einde van de raadsperiode de iPad te kopen, is er geen probleem mits kan worden voorkomen dat de iPad kan worden gekocht voor een bedrag dat duidelijk onder de marktwaarde ligt. Dan zou kunnen worden gesproken van een verkapt
inkomen. Indien de iPad wordt gekocht voor de marktwaarde is er geen probleem.
Het is de bedoeling dat de gelden ten goede komen aan de fractie, ter versterking van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak.
Voorts dient duidelijk te worden gemaakt dat de kosten voor scholing en contributie dienen te worden betaald uit de vergoeding aan de raadsfractie. In de wet- en regelgeving is geen mogelijkheid te vinden om bij verordening vast te leggen waaraan de vaste onkostenvergoeding en de vergoeding voor het raadslidmaatschap besteed dienen te worden.
De vraag doet zich voor of de vergoeding die wordt uitgekeerd aan raadsfracties aangemerkt dient te worden als een beloningscomponent in de zin van Wet op de loonbelasting en daarmee van de werkkostenregeling.
De hoofdregel is dat over loon belasting dient te worden betaald, maar uitzondering is mogelijk wanneer een vergoeding niet het karakter heeft van loon en dan ook niet belastbaar is. Zo zijn vergoedingen voor verstrekkingen vrijgesteld, zoals cursussen, congressen, vakliteratuur en dergelijke, voor het onderhouden en verbeteren van de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het werk en studie- en opleidingskosten. Ook computers en communicatiemiddelen, nodig voor een behoorlijke vervulling van het werk, zijn vrijgesteld. Ook deelnemen aan heidagen en deelnemen aan lezingen zijn vrijgesteld.
Ook een iPad die wordt verstrekt is in beginsel gericht vrijgesteld. Een iPad valt onder de categorie van gereedschappen, computers, communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur, die noodzakelijk zijn voor een behoorlijke invulling van de dienstbetrekking. Het ter beschikking stellen van de iPad dient evenwel te eindigen bij beëindiging van het lidmaatschap van de raad, want dan kan niet langer worden gesteld dat het raadslid iPad nog nodig heeft voor de uitoefening van zijn functie. Als het betreffende raadslid na de beëindiging van de ter beschikking stelling van de iPad dat apparaat van de gemeente koopt tegen de waarde in het economische verkeer is er geen sprake van aanwezigheid van een beloningselement.
Loon kan alleen worden genoten door natuurlijke personen. Een vergoeding die een raadsfractie ontvangt ter besteding aan de kosten voor ondersteuning van raadswerk is geen vergoeding die aan een natuurlijk persoon wordt toegekend, en kan dus geen loon in de zin van W et op de loonbelasting vormen. Pas als een raadsfractie die middelen zou aanwenden om ze toe te laten komen aan een individueel raadslid, kan loon aan de orde komen. maar als het fractiebudget wordt benut voor vergaderruimten, administratiekosten, bijstand door deskundigen of wat dan ook kan geen sprake zijn van loon bij een individueel raadslid. Ofwel, zolang een individueel raadslid
dat geld niet op zijn privérekening krijgt bijgeschreven of anderszins geniet, is geen sprake van loon.
Dat geldt overigens ook voor het bedrag van € 500,- dat naar rato van het aantal raadsleden aan de raadsfractie wordt uitgekeerd. Dat bedrag wordt niet uitgekeerd aan het raadslid maar aan de raadsfractie. Zou het bedrag wel worden uitgekeerd aan het individuele raadslid, dan kan het worden gezien als loon, ook al heeft het een karakter van een algemene kostenvergoeding. Maar dat wil nog niet zeggen dat het ook daadwerkelijk belast zal worden. Het is dan wel aan de werkgever om aan te tonen dat de vaste onkostenvergoeding wordt besteed aan vergoedingen van verstrekkingen die gericht zijn vrijgesteld. Het zal dan vooral gaan om onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden ter vervulling van het raadslidmaatschap. Kortom, een (kosten)vergoeding die een raadsfractie krijgt kan nimmer loon zijn. Alleen hetgeen een raadslid als natuurlijk persoon geniet kan loon zijn.
Vandaar dat de fractievergoeding dient te worden overgemaakt aan de raadsfractie, op het door de penningmeester van de fractie aangegeven bankrekeningnummer.
De vraag is ook voorgelegd aan de VNG welke spelregels in acht dienen te worden genomen. De VNG heeft aangegeven dat gemeenten in deze grote handelingsvrijheid hebben wat betreft de inhoudelijke besteding van fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage wordt besteed aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet mag worden gebruikt. Daarmee wordt onder meer voorkomen dat met de verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.
In de modelverordening fractieondersteuning is opgenomen waarvoor de bijdrage in ieder geval niet mag worden gebruikt:
In de Verordening op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van de gemeente Helmond, laatstelijk gewijzigd op 2 juni jl., is in artikel 9 dezelfde bepaling opgenomen. Hiermee wordt voldaan aan de algemene uitgangspunten.
Wellicht is het verstandig om daarnaast een aantal spelregels met elkaar af te spreken, in de vorm van aanvullende en verduidelijkende afspraken:
Duidelijke omschrijving van een uitgave om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol te versterken. Bij voorbeeld bij het declareren van zaalhuur ook het inhoudelijk programma van de betreffende avond toevoegen zodat zichtbaar is dat de bijeenkomst bedoeld was om één van de drie doelen te versterken;
Het vergoeden van werkzaamheden en onkosten van een fractie-assistent mag. Van belang is een duidelijke taakomschrijving toegevoegd aan een inhoudelijke declaratie c.q. factuur van de fractie-assistent zelf. Uit de declaratie moet blijken hoe de fractie-assistent heeft bijgedragen aan het functioneren van de fractie en hoe deze persoon heeft bijgedragen aan de versterking van de volksvertegenwoordigende,kaderstellende of controlerende rol van de fractie;
Een heisessie van een fractie kan maximaal één keer per boekjaar worden geclareerd mits de heisessie bedoeld was om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol te versterken. Programma en deelnemerslijst moeten worden toegevoegd aan de declaratie. Verblijfskosten tijdens deze heisessie kunnen worden gedeclareerd, vanzelfsprekend binnen alle redelijkheid;
Representatiekosten maken onderdeel uit van de vaste onkostenvergoeding zoals geregeld in het rechtspositiebesluit. Deze kosten kunnen dus niet worden gedeclareerd. Tip: maak een eigen lief & leedpotje en gebruik deze bij attenties rond afscheid, installatie, ziekte, geboorte, sterfte e.d. van (oud-)fractiegenoten en (oud-)collega’s;
Format voor indienen declaraties
Bij het geven van verantwoording over de ingediende declaraties dienen facturen e.d. worden bijgevoegd
voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Helmond 2018
Artikel 1Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Artikel 7Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Indien één of meer leden van een of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie of twee of meer fracties als één fractie gaan optreden wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming vereist van de raad.
Paragraaf 1Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Wethouders worden door de voorzitter uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.
Artikel 13Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproeping in de visiekamer ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproeping stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Artikel 14Openbare kennisgeving
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Ieder ter vergadering komend lid tekent onmiddellijk na aankomst in de vergaderzaal de presentielijst.
Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17Opening vergadering; quorum
Artikel 19Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 24Aantal spreektermijnen
Een lid van de raad kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 26Handhaving orde; schorsing
Indien een lid, wethouder, secretaris, de griffier of ander persoon die het woord voert, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetreffende lid, de desbetreffende wethouder, secretaris, griffier of ander persoon die het woord voert, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 27Persoonlijk feit; voorstel van orde
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 29Deelname aan de beraadslaging door anderen
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3Procedures bij stemmingen
Artikel 32Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
De voorzitter kan, voor zover de ter vergadering aanwezige leden daartegen geen bezwaar hebben, de stemming laten plaatsvinden door middel van (gelijktijdige) handopsteking. De voorgaande artikelleden zijn onverminderd van toepassing, behoudens het bepaalde in het vierde lid, het zesde lid alsmede de eerste volzin van het zevende lid.
Artikel 33Stemming over amendementen en moties
Artikel 34Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 35Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 36Beslissing door het lot
Ieder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 39Voorstellen van orde
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 43Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Voorafgaand aan elke raadsvergadering is er om 19.00 uur gedurende dertig minuten gelegenheid mondelinge vragen te stellen, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt per vergadering op welk tijdstip het vragenhalfuur eindigt.
Het lid dat tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste een werkdag voor aanvang van de vergadering bij de voorzitter. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering van die dag aan de orde komt.
Artikel 46 Procedure programmabegroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Artikel 47 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad vaststelt.
Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 48 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om voor het sluiten van de vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 44, zijn van overeenkomstige toepassing.
Over een voorstel tot ontslag van een door de raad aangewezen lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet beraadslaagd dan nadat in een vergadering, ten minste veertien dagen tevoren gehouden, is besloten te verklaren dat de betrokken persoon niet meer het vertrouwen van de raad bezit als lid van het bedoelde bestuur.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 52 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, of artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 53 Toehoorders en pers
Artikel 54 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 55 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering niet toegestaan.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 27 februari 2018.