Organisatie | Buren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Buren 2018 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Buren 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2018 | 07-10-2020 | Nieuw | 19-06-2018 | Z.002136 |
De raad van de gemeente Buren;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2018;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Buren 2018
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier of algemeen graf
Hoofdstuk 2 De begraafplaatsen
Artikel 3 Beheer begraafplaatsen
Artikel 6 Openstelling begraafplaatsen en ordemaatregelen
Artikel 7 Tijdstippen plechtigheden
Hoofdstuk 3 Indeling van de begraafplaatsen, onderscheid van graven en asbestemming
Artikel 8 Indeling begraafplaatsen
Artikel 9 Onderscheid en uitgifte graven
Artikel 10 Bijzetten; verstrooiing van as
Artikel 11 Capaciteit en formaat graven
Hoofdstuk 4 Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 12 Over te leggen stukken
Artikel 13 Aanwijzing graf: controle bescheiden
Hoofdstuk 5 Verlenging en overdracht grafrechten
Artikel 14 Verlenging grafrechten
Artikel 15 Overgang grafrechten
Hoofdstuk 6 Wijziging van het graf, opgraving en ruiming
Hoofdstuk 7 Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 18 Vergunning en onderhoud grafbedekking
Artikel 19 Schade grafbedekking
Artikel 20 Beplanting en losse voorwerpen
Hoofdstuk 8 Einde van de grafrechten
Artikel 21 Vervallen grafrechten
Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 23 Onvoorziene situaties
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de gemeentelijke begraafplaats “Beusichem", gelegen aan de Beneden Molenweg in Beusichem;
de gemeentelijke algemene oude begraafplaats "Buren", gelegen tussen de Julianalaan en De Dreef in Buren;
de gemeentelijke algemene nieuwe begraafplaats “Buren” gelegen aan de Blatensedijk in Buren;
de gemeentelijke begraafplaats "Eck en Wiel", gelegen aan de Vlissingsestraat, Verbrughweg in Eck en Wiel;
de gemeentelijke begraafplaats "Ingen", gelegen aan De Brenk in Ingen;
de gemeentelijke nieuwe begraafplaats "Lienden", gelegen aan de Haagsestraat in Lienden;
de gemeentelijke oude begraafplaats "Lienden", gelegen aan de Oudsmidsestraat in Lienden;
de gemeentelijke nieuwe begraafplaats "Maurik", gelegen aan de Homoetsestraat in Maurik;
de gemeentelijke oude begraafplaats "Maurik", gelegen aan de Tielsestraat in Maurik;
de gemeentelijke begraafplaats "Ravenswaaij", gelegen aan de Donkerstraat te Ravenswaaij;
de gemeentelijke begraafplaats "Zoelen", gelegen aan de Beemdsestraat te Zoelen;
de gemeentelijke begraafplaats “Zoelmond, gelegen aan de Donkerstraat in Zoelmond.
Hoofdstuk 2. De begraafplaatsen
De administratie bevat een register van alle op de begraafplaatsen begraven stoffelijke overschotten met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn, alsmede een register van bijgezette asbussen met de krachtens artikel 65, eerste lid, van de wet voorgeschreven gegevens. De in deze registers opgenomen gegevens zijn openbaar en worden op verzoek verstrekt.
Van de begraafplaatsen berust bij de administratie een plattegrond, waarop de graven genummerd zijn aangeduid.
Artikel 6 Openstelling begraafplaatsen en ordemaatregelen
Het is steenhouwers, hoveniers, fotografen en andere personen die werkzaamheden op de begraafplaats of aan grafbedekkingen verrichten, verboden dit te doen zonder voorafgaande toestemming van de beheerder. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven. Bij de uitvoering van werkzaamheden dienen zonodig de aanwijzingen van de beheerder te worden gevolgd.
Artikel 7 Tijdstippen plechtigheden
Het begraven van stoffelijke overschotten, het bijzetten van asbussen en de verstrooiing van as in de aanwezigheid van nabestaanden geschiedt op werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur en op zaterdag tussen 9.00 en 14.00 uur. Op andere dagen en tijdstippen kunnen - ter beoordeling van de beheerder - eveneens begrafenissen, bijzettingen of andere plechtigheden plaatsvinden.
Dodenherdenkingen en andere plechtigheden kunnen geschieden nadat deze ten minste een week tevoren bij de beheerder zijn gemeld. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal geschieden worden in het belang van de rust en de orde op de begraafplaats in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3. Indeling van de begraafplaatsen, onderscheid van de graven en asbestemming
Artikel 9 Onderscheid en uitgifte graven
Particuliere urnengraven en - nissen worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig en dertig jaren. Deze termijn wordt telkens met tien, twintig of dertig jaar verlengd op verzoek van de rechthebbende. De gemeente wijst rechthebbende tijdig op deze mogelijkheden, tegen het einde van de grafrechttermijn.
Het college kan één of meer begraafplaatsen aanwijzen onder de bepaling dat graven en urnennissen alleen worden uitgegeven aan personen die in de betreffende woonkern waar de begraafplaats ligt, zijn geboren, wonen of gewoond hebben. In bijzondere gevallen wanneer dit voor het beheer van de begraafplaats niet bezwaarlijk is, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kunnen graven op zo’n aangewezen begraafplaats ook aan andere personen of rechtspersonen worden uitgegeven.
Artikel 11 Capaciteit en formaat graven
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen er kunnen worden bijgezet in de graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de particuliere graven kunnen plaatsvinden. Het bepaalt tevens de afmetingen van de graven en de voor het plaatsen van een gedenkteken of beplanting beschikbare afmetingen van een graf.
Hoofdstuk 4. Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 12 Over te leggen stukken
Degene die een stoffelijk overschot wil doen begraven of een asbus wil doen bijzetten of gebruik wil maken van de ontvangstruimten, of zijn gemachtigde, geeft daarvan uiterlijk 3 werkdagen of 72 uur voorafgaand aan de dag of het tijdstip waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Daarbij wordt aangegeven ten aanzien van welke van de in artikel 9, 10 en 11 bedoelde typen graven men een grafrecht wil vestigen.
Indien de begraving of de bijzetting in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bezorgd, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 13 Aanwijzgingen graf; controle bescheiden
b. alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, de beheerder de identiteit van het lijk heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedata van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de doodgeborene bevat.
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring te worden overgelegd - volgens een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen model - omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen a) een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van het Lijkomhulselbesluit 1998 en b) een bewijs dat de betreffende hoes is aangekocht.
Hoofdstuk 5. Verlenging en overgang grafrechten
Artikel 15 Wijziging van het graf, opgraving en ruiming
In geval van overlijden van de rechthebbende of belanghebbende kan het grafrecht worden overgeschreven, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen 12 maanden na het overlijden van de rechthebbende of belanghebbende. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bezorgd, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Hoofdstuk 7. Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 19 Schade grafbedekking
De in artikel 18 bedoelde grafmonumenten, beplantingen of andere grafbedekking, alsmede grafkelders, worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, storm, bliksem, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende.
De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de - door welke omstandigheden ook - aan grafbedekking toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of belanghebbende over te gaan.
Hoofdstuk 8. Einde van de grafrechten
Artikel 21 Vervallen grafrechten
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Deze materialen zullen voor hergebruik worden aangeboden.
Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 23 Onvoorziene situaties
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of indien verschil van mening bestaat over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de 'Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Buren 2015' is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.