Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeeland

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Tijdelijk mandaat gedeputeerde staten voor het zomerreces 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeeland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Tijdelijk mandaat gedeputeerde staten voor het zomerreces 2018
CiteertitelTijdelijk mandaat gedeputeerde staten voor het zomerreces 2018
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOrganisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-201811-08-2018Nieuwe regeling

10-07-2018

prb-2018-5239

18017359

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Tijdelijk mandaat gedeputeerde staten voor het zomerreces 2018

Besluit tijdelijk mandaat namens gedeputeerde staten voor het zomerreces 2018 van 10 juli 2018, nr. 18017359.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat het voor een efficiëntere uitvoering van taken gewenst is enkele bevoegdheden te mandateren gedurende de periode van het zomerreces;

  • gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten

 

Artikel 1  

  • 1.

    Aan het afdelingshoofd P&O/JIS in de hoedanigheid van plaatsvervanger van het afdelingshoofd Ruimte, dan wel zijn plaatsvervanger wordt mandaat verleend tot het nemen van besluiten inzake:

    • het geven van een reactieve aanwijzing op grond van artikel 3.8, zesde lid Wro juncto artikel 4.2, eerste lid Wro en de daaruit voortvloeiende uitgaande correspondentie;

    • het indienen van een zienswijze op grond van artikel 3.8, eerste lid onder d Wro en de daaruit voortvloeiende uitgaande correspondentie;

  • 2.

    Een zienswijze of reactieve aanwijzing wordt niet eerder uitgebracht dan nadat de portefeuillehouder of diens plaatsvervanger is geraadpleegd.

Artikel 2  

Mandaat wordt niet verleend voor de in artikel 10:3, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedoelde gevallen.

 

Artikel 3  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 14 juli 2018 en vervalt met ingang van 11 augustus 2018.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 10 juli 2018.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 12 juli 2018

De secretaris, A.W. Smit