Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van gemeente Aalsmeer houdende bepalingen over ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Aalsmeer 2018) |
Citeertitel | Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Aalsmeer 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Aalsmeer 2016 van 28-01-2016.
artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-04-2019 | 01-01-2019 | Wijziging artikel 5 lid 3 | 28-03-2019 | Z19-015264 | |
13-07-2018 | 01-04-2018 | 04-04-2019 | Nieuwe regeling | 05-07-2018 | Z-2018/021028 |
De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Als de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
Artikel 7. Voorschot bijdrage fractieondersteuning
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
Artikel 8. Gevolgen wijzigen fractie
Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 5, derde lid, vastgestelde bijdrage per zetel van € 775 per jaar toegekend aan de afgesplitste fractie, met ingang van de maand volgend op de fractieafsplitsing. Dit geldt voor de resterende tijd van de raadsperiode totdat de nieuwe raad is geïnstalleerd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juli 2018.
De griffier,
O. van Kolck
De voorzitter,
J.J. Nobel
Artikel 1. Ambtelijke bijstand
De verordening is niet bedoeld om formele barrières op te werpen die het verlenen van bijstand aan raadsleden juist bemoeilijkt. Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid contact opnemen met de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. Het begrip document wordt hier overigens gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in artikel 25, 55 en 86 van de Gemeentewet. Deze rechten zijn veelal uitgewerkt in het reglement van orde voor de raad, het reglement van orde voor het college en de verordening op de raadscommissies.
Er is voor gekozen de griffier te noemen als centrale functionaris. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal de gemeentesecretaris de ambtenaar die de bijstand verleent moeten aanwijzen. De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.
In de gehele verordening is er voor gekozen een onderscheid aan te brengen tussen ambtenaren en medewerkers van de griffie. Als er over ambtenaren gesproken wordt, worden ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie bedoeld die onder gezag van het college staan en worden dus niet griffiemedewerkers bedoeld.
Op grond van het derde lid is er bij twijfel een rol voor de gemeentesecretaris weggelegd. Deze zal moeten beslissen of het een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b betreft.
Artikelen 2. en 3. Verlenen / weigeren ambtelijke bijstand
Beoordeling of een van de in artikel 2 en 3 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie.
Wat verstaan moet worden onder art. 2 lid 1b "het belang van de gemeente" is niet te definiëren. Het is een ruim begrip dat per situatie en dan ook in combinatie met het woord "schaden" moet worden beoordeeld. Wordt een verzoek om ambtelijke bijstand om reden van art. 2 lid 1b geweigerd, dan zal dat nadrukkelijk gemotiveerd worden. Die motivering kan desgewenst betwist worden via de geschillenregeling, genoemd in artikel 4.
In artikel 4 is aangegeven dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester. Het ligt in de rede dat hij hierover overleg voert met de gemeentesecretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken raadslid). Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet).
Artikel 4. Geschil over ambtelijke bijstand
Ook indien – naar de mening van het raadslid – op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd: de burgemeester is daar gezien zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur de meest aangewezen instantie voor. Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de gemeentesecretaris.
Artikel 5. Recht op financiële vergoeding
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning moet in de gemeentebegroting worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. De vergoeding is gebaseerd op het bestaande maximum.
Artikel 6. Besteding financiële vergoeding
Aan de fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet mag worden gebruikt. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat, kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden.
In principe is het fractiebudget bedoeld opdat de fracties hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol kunnen versterken. Tussen gemeenteraden wordt verschillend gedacht over welke kosten kunnen worden betaald. Door de jaren heen heeft de ervaring geleerd dat op hoofdlijnen de volgende kosten onder de fractievergoeding vallen:
Het fractiebudget is in ieder geval niet bedoeld voor:
Bij (andere) uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege kan onder andere gedacht worden aan bepaalde reis- en verblijfkosten, kosten voor een buitenlandse excursie of reis, kosten voor scholing, kosten voor een computer en internetverbinding en de contributie van bepaalde beroepsverenigingen. Deze komen voor vergoeding in aanmerking op grond van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet. Aan de penningmeesters van de fracties wordt overzicht gegeven van de andere vergoedingen van overheidswege en wat daaruit bekostigd kan worden.
Artikel 7. Voorschot bijdrage fractieondersteuning
De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Als blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed zal dat moeten worden terugbetaald.
Artikel 8. Gevolgen wijzigen fractie
Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde politieke verhoudingen in de raad.
Artikel 9. Verantwoording en controle
De verantwoording van de besteding van de fractiebijdragen van de fracties zijn openbare stukken. Het is een verantwoording van de fracties hoe zij om gaan met de hun ter beschikking gestelde publieke gelden.
De controle van de besteding van de fractievergoedingen wordt jaarlijks door de griffie in samenwerking met de gemeentelijke accountant uitgevoerd. De vastgestelde verantwoording wordt gepubliceerd op de website van de gemeente Aalsmeer.