HOOFDSTUK 2 ORDE EN VEILIGHEID IN DE HAVEN
Artikel 2.1 De schipper
- 1.
De schipper is verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen van deze verordening voor zover hij hierop direct invloed kan uitoefenen en onverminderd de verantwoordelijkheid van alle andere personen, voortvloeiende uit andere wettelijke regelingen.
- 2.
De schipper is verplicht zich in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente te houden aan de aanwijzingen van de havenmeester.
- 3.
De schipper die van de haven gebruik maakt is verplicht de nodige voorzorgen te nemen dat met zijn vaartuig geen brand, aanvaring, hinder of schade wordt veroorzaakt of de veiligheid van personen of goederen op andere wijze in gevaar wordt gebracht.
- 4.
De schipper mag de doorvaart door de vaargeul niet belemmeren
- 5.
De schipper mag in de haven niet ankeren.
Artikel 2.2 Verkeerstekens
- a.
Het college kan in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en deze voorzien van nadere aanduidingen.
- b.
Alle verkeerstekens en verkeersregels in de haven moeten worden opgevolgd.
Artikel 2.3 Vaarsnelheid
In de havens geldt een maximumvaarsnelheid van 5 kilometer per uur.
Artikel 2.4 Overlast van en aan vaartuigen
- 1.
Het is verboden vaartuigen als zodanig af te meren of gemeerd te hebben, dat zij voor de scheepvaart of gemeerd liggende vaartuigen in de haven hinder, overlast of schade kunnen veroorzaken.
- 2.
Het is eenieder, die niet behoort tot de bemanning of passagiers van een vaartuig verboden, zonder toestemming van de schipper:
- a.
zich aan dat vaartuig vast te houden;
- b.
zich door dat vaartuig te laten voorttrekken;
- c.
op dat vaartuig te klimmen en/of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden.
Artikel 2.5 Voorwerpen in, op en boven het vaarwater
- 1.
Indien van een vaartuig enig voorwerp verloren raakt, dat drijvend of gezonken gevaarlijk of hinderlijk kan zijn, is eenieder die hiervan kennis neemt, verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, Boa, gemeente- of politieambtenaar.
- 2.
Eenieder die enig (vreemd) voorwerp in de haven of op de oever vindt, is verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, Boa, gemeente- of politieambtenaar.
Artikel 2.6 Wrakken
Het is aan eigenaars of beheerders verboden wrakken in gemeentelijk water te leggen of te hebben.
Artikel 2.7 Onbeheerd vaartuig en object
- 1.
De Boa is bevoegd onbeheerde vaartuigen en objecten, die in de haven worden aangetroffen, te meren, te verhalen en op een hem passende wijze in bewaring te nemen voor rekening en risico van de belanghebbende.
- a.
Op het onbeheerd vaartuig of object zal een schriftelijke kennisgeving worden aangebracht met daarin een redelijke termijn voor het weghalen van het vaartuig of object.
- 2.
Van onbeheerd achterlaten vaartuig is sprake wanneer het vaartuig zich zonder toezicht van de eigenaar op een andere locatie bevindt dan de passantenligplaats of de vaste ligplaats.
- 3.
De in het eerste lid bedoelde vaartuigen en objecten worden niet eerder ter beschikking van de belanghebbenden gesteld, dan nadat de kosten van het bergen en bewaren daarvan zijn voldaan.
- 4.
Het bedrag aan kosten van het bergen en bewaren wordt door het college vastgesteld, maar zal niet meer bedragen dan de daadwerkelijk door de gemeente gemaakte kosten.
Artikel 2.8 Gezonken vaartuig of voorwerp
De schipper of de eigenaar van een gezonken vaartuig of gezonken voorwerp, is verplicht:
- a.
Hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, Boa, gemeente- of politieambtenaar.
- b.
Er zorg voor te dragen dat het gezonken vaartuig of voorwerp binnen de door de Boa te bepalen termijn uit de haven is verwijderd.
- c.
De onder a bedoelde vaartuigen en objecten worden niet ter beschikking van de belanghebbenden gesteld, dan nadat de kosten van het bergen en bewaren daarvan zijn voldaan.
Artikel 2.9 Geluidsnormen
- 1.
Het is verboden om geluidhinder te veroorzaken of andere vormen van hinder of overlast te veroorzaken.
- 2.
Het gebruik van aggregaten is vanuit milieu oogpunt en geluidoverlast verboden, tenzij deze standaard zijn ingebouwd in het schip.
Artikel 2.10 Zwemmen
Het is verboden om in de havens en het gemeentelijke vaarwater te baden, te zwemmen of duikwerkzaamheden uit te voeren m.u.v. duikwerkzaamheden die door bevoegde instanties worden uitgevoerd.
Artikel 2.11 Zeilen
- 1.
In verband met de persoonlijke veiligheid en/of overlast van gebruikers van het gemeentelijk vaarwater is het verboden te zeilen in de havens of havenmondingen.
- 2.
Uitzondering hierop is de havenmond van de Oude Haven Drimmelen. Hier mogen de leerlingen van ‘De Eerste Brabantse Zeilschool de Biesbos’ de Oude Jachthaven in- en uitvaren, mits er geen ander scheepvaartverkeer wordt belemmerd.
Artikel 2.12 Afsluiten haven
Bij vervuiling of dreigende vervuiling van de haven, calamiteiten, ijsgang of ijsvorming kan door de havenmeester of bevoegde instanties de haven worden afgesloten en alle verkeer te water in de haven worden verboden.
Artikel 2.13 Waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, kabels, leidingen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
HOOFDSTUK 3 GEBRUIK VAN DE HAVEN
Artikel 3.1 Permanent verblijf
Het is verboden een vaartuig, dat geen woonboot is te gebruiken voor permanente bewoning.
HOOFDSTUK 4 LIGPLAATSEN
Artikel 4.1 Algemeen ligplaatsverbod
- 1.
Het is verboden in het gemeentelijk vaarwater
- a.
een vaartuig af te meren;
- b.
een ligplaats in te nemen;
- c.
vanaf een vaartuig de steigers, taluds of kade te betreden.
- 2.
Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de passantenkade aan De Beurs in de haven van Lage Zwaluwe en de passantenkade in de haven van Terheijden.
Artikel 4.2 Verhalen van vaartuigen
De havenmeester en de toezichthouder zijn bevoegd om een vaartuig te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, indien een efficiënte verdeling van ligplaatsen, de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne, het aanzien van de gemeente, werkzaamheden of vanwege bijzondere evenementen dit naar zijn oordeel dringend noodzakelijk maakt.
HOOFDSTUK 6 HANDHAVING
Artikel 6.1 Toezicht
- 1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de algemene opsporingsambtenaren en buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering.
- 2.
Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.
- 3.
Onverminderd het eerste en tweede lid zijn de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 141, onder b, van het Wetboek van Strafvordering, eveneens belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.
Artikel 6.2 Aanwijzingen
Onverminderd zijn eigen verantwoordelijkheid moet de schipper onverwijld de bevelen opvolgen die door de havenmeester, de opsporingsambtenaren, de gemeente- of politieambtenaar worden gegeven.
Artikel 6.3 Binnentreden
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of op grond van deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of (verkeers)veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd te allen tijde aan boord van een vaartuig te gaan en alle plaatsen en ruimten te betreden zonder toestemming van de rechthebbende(n) op het vaartuig. Conform artikel 5:15 Awb.
Artikel 6.4 Ontzegging toegang havens
- 1.
De schipper die zich niet houdt aan hetgeen in de havenverordening is vastgelegd en/of de aanwijzingen van de havenmeester en zij die belast zijn met het toezicht niet opvolgt, zal in opdracht van de havenmeester de haven moeten verlaten.
- 2.
Het college kan de schipper in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente een verbod opleggen om met zijn vaartuig de haven binnen te komen, een ligplaats in te nemen, of in de haven of op een ligplaats te verblijven.
Artikel 6.5 Sancties
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie conform artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.
HOOFDSTUK 7 BIJZONDERHEDEN LAGE ZWALUWE
Artikel 7.1 Werkingsgebied
Het betreft de haven van Lage Zwaluwe, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.
Artikel 7.2 Binnenvaartschepen in de buitenhaven
- 1.
In de Buitenhaven van Lage Zwaluwe mogen binnenvaartschepen afmeren met een maximale lengte van 135 meter.
- 2.
De binnenvaartschippers zijn verantwoordelijk voor een veilige en voldoende doorvaartbreedte voor de pleziervaart om doorheen te kunnen varen.
Artikel 7.3 Slopen en cascobouw
Het is verboden om in de Buitenhaven ter hoogte van de Damwand een schip te slopen, een casco af te bouwen of te slijpen.
Artikel 7.4 Doorvaartbreedte Buitenhaven
In de zomerperiode (1 april tot en met 1 oktober) mogen de binnenvaartschepen ter hoogte van het scheepsreparatie en constructiebedrijf EBR, Biesboschweg 5 te Lage Zwaluwe met maximaal twee schepen naast elkaar afmeren. De binnenvaartschippers zijn verantwoordelijk voor een veilige en voldoende doorvaartbreedte voor de pleziervaart om doorheen te kunnen varen.
In de winterperiode (1 oktober tot en met 1 april) mogen binnenvaartschepen ter hoogte van het scheepsreparatie en constructiebedrijf EBR, Biesboschweg 5 te Lage Zwaluwe met maximaal drie schepen naast elkaar afmeren. De binnenvaartschippers zijn verantwoordelijk voor een veilige en voldoende doorvaartbreedte voor de pleziervaart om doorheen te kunnen varen.
Artikel 7.5 Doorvaartbreedte Binnenhaven
De vaargeul in de Binnenhaven heeft een wisselende breedte en daarom moeten vaartuigen zodanig worden afgemeerd dat voor de doorvaart naar andere havengedeelten een doorvaartbreedte overblijft van 8 meter, gemeten tussen de kadastrale grenzen. De uitzondering hierop is de breedte ter hoogte van Nieuwlandsedijk 24. De doorvaartbreedte is daar 7 meter.
Artikel 7.6 Aanmeren aan De Beurs
Het is verboden aan de gemeentelijke aanlegsteiger in de haven van Lage Zwaluwe, plaatselijk bekend onder de naam De Beurs en gelegen achter de woningen Nieuwlandsedijk 78 tot en met 84 een vaartuig af te meren voor een periode langer dan drie achtereenvolgende uren, met uitzondering van dienstschepen van overheids- en semioverheidsinstellingen.
Artikel 7.7 De keersluis
Bij de keersluis in de haven van Lage Zwaluwe heeft uitgaande vaart voorrang boven inkomende vaart.
Artikel 7.8 Afmeren vaartuig
In de haven van Lage Zwaluwe is het de schipper van een vaartuig, dat voor een perceel ligt afgemeerd, niet toegestaan dit vaartuig te doen uitsteken over de perceelgrens van de privé- c.q. huurligplaats ten opzichte van het gemeentelijk water (de vaargeul).
Artikel 7.9. Havenmeester
In de haven van Lage Zwaluwe functioneert een havenmeester. In de haven is op borden aangegeven hoe men de havenmeester kan bereiken.
HOOFDSTUK 8 BIJZONDERHEDEN OUDE HAVEN DRIMMELEN
Artikel 8.1 Werkingsgebied
Het betreft de Oude haven Drimmelen, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.
Artikel 8.2 Verbod voor passanten om aan te leggen
- 1.
In de haven is het verboden voor passanten om aan te leggen aan een steiger of damwand met uitzondering van de steiger van restaurant ’t Voske, tegenover Biesboschweg 15 te Drimmelen.
- 2.
Het is verboden een ligplaats in te nemen aan de laad- en loskade aan Havenkade, waar dat op een duidelijke wijze door de gemeente kenbaar is gemaakt. Het betreft een vrije ruimte van 14.6 meter.
Artikel 8.3 Doorvaartbreedte
Voor vier locaties in de Oude Haven is er een minimale doorvaartbreedte vastgesteld; te weten:
- a.
Zalmschouwen – Zijlmans: 13.8 meter
- b.
VOH – Zijlmans: 19.8 meter
- c.
Van der Hoeven – Zijlmans: 14.2 meter
- d.
Haveningang vanaf de Amer: 25 meter.
Een en ander zoals op aangehechte en gewaarmerkte tekening met een lijn is aangegeven.
Artikel 8.4 Te water laten (rubber)boten
Het is verboden om (rubber)boten, aangevoerd per trailer, in de haven te water te laten.
Artikel 8.5 Havenmeester
In de Oude Haven functioneert geen havenmeester.
HOOFDSTUK 9 BIJZONDERHEDEN HAVEN TERHEIJDEN
Artikel 9.1 Werkingsgebied
Het betreft de haven Terheijden, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.
Artikel 9.2 Lengte vaartuigen
De maximale lengte van vaartuigen die de haven binnenvaren is niet dan langer dan 20 meter.
Artikel 9.3 Havenmeester
In de haven van Terheijden functioneert een havenmeester. In de haven is op borden aangegeven hoe men de havenmeester kan bereiken.
Artikel 9.4 Vaste ligplaats
- 1.
Vaste ligplaatsen worden uitgegeven en aangewezen door het college.
- 2.
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het uitgeven van vaste ligplaatsen.
Artikel 9.5 Passanten ligplaats
- 1.
De schipper die in de haven een passantenligplaats wil innemen, meldt zich bij de havenmeester.
- 2.
De vergoeding voor de passantenligplaats is vastgesteld in de vigerende tariefregeling voor de haven Terheijden.
Artikel 9.6 Obstakels op de steigers
- a.
Het is verboden obstakels op de steiger te plaatsen.
- b.
Overhang boven de steiger is verboden.
Artikel 9.7 Lopen op de steigers
Voor degenen zonder vaste ligplaats of passantenplaats is het verboden zich op een van der steigers of toegangsbruggen te bevinden.
HOOFDSTUK 10 BIJZONDERHEDEN HAVEN HOOGE ZWALUWE
Artikel 10.1. Werkingsgebied
Het betreft de haven van Hooge Zwaluwe, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.
Artikel 10.2. Vaartuigen in de haven
- 1.
In de haven van Hooge Zwaluwe mogen uitsluitend roei- en zeilschepen liggen.
- 2.
De vaartuigen mogen niet naar de haven varen, maar moeten in de haven te water gelaten worden.
HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALINGEN
Artikel 11.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere omstandigheden bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 11.2 Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.
- 2.
Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Havenverordening Drimmelen 1999 ingetrokken.
Artikel 11.3 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘’Havenverordening Drimmelen 2018’’.