Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de maatschappelijke ondersteuning (Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018) |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening individuele Wmo-voorzieningen gemeente Zutphen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 02-07-2018 | 113966 |
De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 mei 2018 met nummer 113966;
gelezen het advies van Platform sociaal domein van 24 oktober 2017;
- dat het gewenst is regels te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 over de ondersteuning bij het versterken van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
- dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven;
- dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan;
- dat burgers die zelf dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
gelet op artikel(en) 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en 3.8, tweede lid en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen (Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018)
Artikel 2 Procedure aanvraag maatschappelijke ondersteuning
De cliënt stuurt binnen 2 weken een door hem ondertekend exemplaar van het onderzoeksverslag aan het college. Met het ondertekenen en het terugsturen van het onderzoeksverslag geeft de cliënt aan akkoord te gaan met de aanvraag van de maatwerkvoorziening en de inhoud van het onderzoeksverslag. Als de cliënt vindt dat het onderzoeksverslag niet compleet is, dan kan hij het onderzoeksverslag aanvullen.
Artikel 3 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Artikel 4 Voorwaarden woonvoorziening
Een woonvoorziening wordt enkel en alleen verstrekt onder de volgende voorwaarden:
de woningeigenaar aan wiens woning een bouwkundige aanpassing wordt getroffen, moet direct na het voltooien van de werkzaamheden in het kader van de bouwkundige aanpassing, maar uiterlijk binnen 12 maanden na het toekennen van deze bouwkundige aanpassing, de werkzaamheden bij het college gereed melden;
Het college verstrekt de maatwerkvoorziening beschermd wonen overeenkomstig het daartoe vastgestelde beleid, de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning, het geldende (Financieel) Besluit maatschappelijke ondersteuning, de regels over het persoonsgebonden budget in relatie tot beschermd wonen, de regels over bijdrage in de kosten van beschermd wonen en de nadere regels, zoals het bevoegd gezag van de (centrum)gemeente Deventer deze heeft vastgesteld.
Artikel 6 Weigeringsgronden voor een maatwerkvoorziening
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op een voorziening die al eerder aan de cliënt is verstrekt op grond van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen of de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
Artikel 7 Weigeringsgronden voor een woonvoorziening
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;
Het college geeft de beschikking binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag om een maatwerkvoorziening. Als het college niet binnen twee weken kan beslissen, dan wordt dit eerst mondeling in een gesprek en daarna schriftelijk aan de cliënt meegedeeld. In beide gevallen wordt een zo kort mogelijke termijn genoemd, waarbinnen de cliënt de beschikking tegemoet kan zien.
Artikel 9 Persoonsgebonden budget
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt, als dat nodig is, aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering;
bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate beschikbare maatwerkvoorziening in natura met een maximum van 100% van de geldende gemeentelijke inkooptarieven voor ondersteuning in natura, plus een bedrag voor WA-verzekering als deze verplicht is, inclusief kosten voor onderhoud en reparaties;
Voor de volgende maatwerkvoorzieningen wordt de hoogte van het pgb bepaald voor:
met laag intensieve ondersteuning (F125, F129, H811 en H831): uitgevoerd door vrijwilligers met ondersteuning van een daartoe opgeleid persoon in dienst van een zorgaanbieder: op basis van het laagste toepasselijke tarief per dagdeel dat voor dergelijke begeleiding wordt uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon dat zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;
met midden of hoog intensieve ondersteuning (H533, H800, H812, H813, H832, H833): uitgevoerd door een daartoe opgeleide persoon in dienst van een zorgaanbieder: op basis van het laagste toepasselijke tarief voor dergelijke begeleiding uitgevoerd door een daartoe opgeleid beroepskracht dat zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder.
Kortdurend verblijf (Z992, Z993, Z994, Z996)uitgevoerd door een persoon in dienst van een zorgaanbieder: op basis van het toepasselijke tarief voor dergelijke begeleiding uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon dat zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, niet in dienst van een zorgaanbieder.
Vervoer van en naar de dagbesteding: het in de regio gangbare toepasselijke tarief, uitgaande van de dichtst bij de woning van de cliënt gelegen geschikte dagbestedingslocatie en rekening houdend met eventuele beperkingen die het reizen met bepaalde vormen van het openbaar vervoer door de cliënt belemmeren;
Het is mogelijk een financiële vergoeding in te zetten als maatwerkvoorziening. Dit kan echter alleen in de vorm van een pgb. Voor de berekening van de kostprijs voor bouwkundige of woontechnische woningaanpassingen worden de volgende posten meegenomen:
het architectenhonorarium tot ten hoogste 2% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in Standaard voorwaarden (SR) 1997 van de Bond van Nederlandse Architecten. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld komen deze kosten voor compensatie in aanmerking;
Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, onder de volgende voorwaarden:
voor een informele hulp van 23 jaar en ouder geldt een vast maximum uurtarief gedurende maximaal 40 uur per week dan wel een maximum tarief per etmaal. Als sprake is van een informele hulp die parttime dan wel fulltime betaalde arbeid verricht, geldt dat het maximum van de te verlenen informele hulp door middel van een pgb in combinatie met de omvang van de betaalde arbeid tezamen gemiddeld 48 uur per week, gemeten over een periode van 16 aaneengesloten weken, niet mag overschrijden, een en ander conform de Arbeidstijdenwet;
Artikel 10 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
De gebruiker van een algemene voorziening betaalt of de marktprijs of een al dan niet kostendekkend tarief waar het een door het college gesubsidieerde voorziening betreft. De inning geschiedt door de aanbieder van de voorziening. De landelijke inkomensafhankelijke eigen bijdrageregeling, zoals vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, is niet van toepassing op algemene voorzieningen.
Artikel 11 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, en afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot/ geregistreerd partner.
De in het vierde lid vermelde bedragen zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2017 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a. van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,20.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb voor een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
In afwijking van het eerste lid van dit artikel wordt geen eigen bijdrage gevraagd:
als een oordeel van het college, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of Veilig Thuis, dat de verschuldigdheid van de bijdrage kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige door de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
Voor hulpmiddelen geldt een periode van maximaal 91 perioden in 7 jaar.
Artikel 15 Voorkomen en bestrijden van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorziening en pgb en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet, nieuwe feiten en omstandigheden, herzien, intrekken of terugvorderen
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet, doet een cliënt aan het college op verzoek of uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot het heroverwegen van een beslissing, als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a. heeft ingetrokken en is gebleken dat de cliënt opzettelijk de onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb. Ook als het recht op een in eigendom of in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken, kan deze voorziening worden teruggevorderd.
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er bij een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a., d. of e. van de wet.
Artikel 16 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Artikel 20 Betrekken van inwoners van de gemeente
Het college stelt inwoners van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid over maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen over maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college zorgt er voor dat inwoners van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Het college kan één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het bieden van maatschappelijke ondersteuning, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 22 Intrekking oude regeling
De Verordening individuele Wmo-voorzieningen gemeente Zutphen, zoals vastgesteld bij besluit van 13 oktober 2014, wordt ingetrokken.