Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeers aangeboden afval Beleidsregels voor toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeerd ter inzameling aangeboden afval

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeers aangeboden afval Beleidsregels voor toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeerd ter inzameling aangeboden afval
CiteertitelBeleidsregels voor toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeerd ter inzameling aangeboden afval
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-2018nieuwe regeling

20-02-2018

gmb-2018-143360

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeers aangeboden afval Beleidsregels voor toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeerd ter inzameling aangeboden afval

 

Aanleiding: huidige handhavingsinstrumenten zijn niet toereikend

Het Team Handhaving & Toezicht treedt op tegen onjuist ter inzameling aangeboden afval, wat een strafbaar feit is en veel ergernissen veroorzaakt onder de inwoners. Nu treden de toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) alleen handhavend op tegen overtreders die op heterdaad zijn betrapt. Aan hen wordt een bestuurlijke strafbeschikking opgelegd die in 2018 (op grond van het OM-feitenboekje) €95,- bedraagt. De Boa’s schrijven de proces-verbalen uit en sturen deze vervolgens door naar het OM, die de invordering van de boetes en de bezwaar- en beroepsprocedures verder afhandelt.

Inwoners kunnen ook meldingen over afval doorgeven, die door het team Handhaving & Toezicht worden opgepakt. Bijna altijd wordt aan de deur gegaan bij diegene over wie de meldingen zijn binnengekomen. Aan hem wordt een officiële geregistreerde waarschuwing gegeven over het verkeerd aangeboden afval.

De huidige aanpak brengt enkele problemen met zich mee:

 

- Handhavingsinstrumenten zijn niet toereikend, zowel bij heterdaad als niet-heterdaad situaties

  • De invordering van boetes bij heterdaad loopt spaak: het OM is in de huidige aanpak, waarbij bestuurlijke strafbeschikkingen worden opgelegd, verantwoordelijk voor de inning van de boetes. Vaak worden de boetes nu bij het OM geseponeerd, waardoor de boetes niet worden geïnd en overtreders niet worden bestraft.

  • Er kan niet worden opgetreden tegen overtreders bij niet-heterdaad: toezichthouders kunnen hen alleen aanspreken op hun gedrag en een waarschuwing geven, maar de realiteit laat zien dat een waarschuwing niet genoeg is om herhalingen te voorkomen

- De door de gemeente gemaakte kosten kunnen niet worden verhaald: verkeerd geplaatst afval brengt veel kosten met zich mee voor de gemeente. Stadsbedrijf maakt kosten voor het opruimen van het afval, terwijl toezichthouders tijd besteden aan het opleggen van de boetes, het opstellen van het proces-verbaal en het aanspreken van overtreders over wie meldingen zijn binnengekomen. Geen van deze kosten kunnen nu worden verhaald op de overtreder. De opbrengsten van de opgelegde strafbeschikkingen gaan naar het Rijk. En bij niet-heterdaad kan überhaupt geen bestraffende boete worden opgelegd.

 

Nieuwe aanpak: van strafrechtelijke naar bestuursrechtelijke handhaving

Om een efficiënte handhaving te realiseren wordt de bestuurlijke boete ingevoerd bij het op heterdaad betrappen van overtreders (zie hiervoor het “Raadsvoorstel tot wijzigen Afvalstoffenverordening inzake invoeren bestuurlijke boete”). Bij niet-heterdaad, waarbij de dader achteraf via meldingen en onderzoek is achterhaald, wordt gekozen voor de last onder spoedeisende bestuursdwang.

 

Met de introductie van deze twee instrumenten wordt bij de aanpak van verkeerd geplaatst afval overgegaan van de strafrechtelijke naar de bestuursrechtelijke handhaving. Dit betekent dat in deze gevallen niet meer via het strafrecht maar via het bestuursrecht wordt gehandhaafd. Sinds de jaren ’90 hebben bestuursorganen meer middelen gekregen om overtredingen van het bestuursrecht zelf te sanctioneren. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is vastgelegd welke instrumenten de gemeente hiervoor ter beschikking heeft. Hieronder vallen de last onder dwangsom, de last onder bestuursdwang en de bestuurlijke boete. De last onder dwangsom en bestuursdwang zijn zogenaamde herstelsancties, terwijl de bestuurlijke boete een bestraffende sanctie is. Bestraffende sancties zijn primair bedoeld om de overtreder leed toe te brengen en te straffen voor de gepleegde overtreding. Herstelsancties zijn gericht op het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding. Bij de last onder bestuursdwang gebeurt dat als volgt: eerst wordt de overtreder op de hoogte gesteld van de gepleegde overtreding en een termijn gegeven om de overtreding zelf ongedaan te maken. Mocht hij geen actie ondernemen, dan zorgt het bestuursorgaan voor het ongedaan maken van de overtreding en worden de kosten verhaald op de overtreder. In principe wordt er gezegd: "Doet u het niet, dan doen wij het en verhalen we de kosten op u". In spoedeisende gevallen hoeft de gemeente geen termijn te stellen, kan ze meteen overgaan tot het herstellen van de rechtmatige situatie en de kosten achteraf met een last onder spoedeisende bestuursdwang op de overtreder verhalen.

Toepassing van spoedeisende bestuursdwang m.b.t. verkeerd geplaatst afval bij niet-heterdaad  

Gemeenten kiezen zelf met welk bestuurlijk handhavingsinstrument ze tegen strafbare feiten optreden. M.b.t. het verkeerd aanbieden van afval bij niet-heterdaad wordt er gekozen voor het toepassen van spoedeisende bestuursdwang als het instrument dat zich voor deze overtreding het beste leent. Met dit nieuwe instrument worden de knelpunten opgelost waar het Team van Handhaving & Toezicht nu tegenaan loopt.

 

Het nieuwe instrument geeft de volgende voordelen:

- Efficiënte handhaving bij niet-heterdaad: overtreders kunnen worden verplicht een geldsom te betalen voor verkeerd geplaatst afval. De strenge handhaving zal herhaling van overtredingen ontmoedigen. Mochten overtreders zich hardleers tonen, is het mogelijk de op de overtreder te verhalen kosten bij recidive te verhogen.

- Kosten kunnen worden verhaald op de overtreder: de kosten die ten laste van de overtreder worden gebracht vloeien naar de gemeentekas. Daarmee komt er een einde aan de situatie waarin de gemeente alleen maar kosten maakt voor het opruimen van verkeerd geplaatst afval.

- Verminderde kosten: naar verwachting leidt handhaving via de spoedeisende bestuursdwang tot een lager aantal overtredingen. Stadsbedrijf zal daardoor minder onjuist aangeboden afval hoeven op te halen, met als gevolg kostenbesparing en eventueel een verlaging van de afvalstoffenheffing voor de inwoners. Om na te gaan hoeveel kostenbesparing het toepassen van spoedeisende bestuursdwang zal opleveren, wordt dit aspect in een evaluatie van het nieuwe handhavingsinstrument meegenomen.

 

Er is één nadeel verbonden aan het toepassen voor spoedeisende bestuursdwang:

- Extra administratieve lasten: het toepassen van spoedeisende bestuursdwang leidt tot extra werkzaamheden voor het team Handhaving & Toezicht, voor de afdeling Financiën en voor de afdeling Juridische zaken. In hoeverre de toegenomen inkomsten uit geinde geldsommen en de kostenbesparing op het gebied van afvalverzameling- en afvoer zich verhouden tot de kosten van de extra administratieve lasten, zal ook in de evaluatie worden meegenomen.

Wettelijk kader

Op grond van het legaliteitsbeginsel moet de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen en daartoe te besluiten zijn toegekend bij of krachtens de wet. De wettelijke basis voor het opleggen van een last onder bestuursdwang is de afdeling 5.3.1. van de Awb. Wanneer de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang is toegekend in een bijzondere wet, gelden de toepassingsvoorwaarden uit de artikelen van de Awb. In artikel 125 van de Gemeentewet wordt het gemeentebestuur bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. Conform hetzelfde artikel wordt de bevoegdheid daartoe uitgeoefend door het college dan wel de burgemeester.

Uit artikel 5:24 van de Awb volgt dat een beslissing tot het opleggen van een last onder bestuursdwang op schrift wordt gesteld en de overtreder een termijn wordt gegund waarbinnen de overtreding ongedaan moet worden gemaakt. Op grond van artikel 5:31 van de Awb is het bestuursorgaan bevoegd om in spoedeisende gevallen direct bestuursdwang toe te passen zonder een voorafgaande last en zonder het verlenen van een begunstigingstermijn. De beslissing tot het toepassen van bestuursdwang wordt dan zo spoedig mogelijk op schrift gesteld en aan de overtreder bekendgemaakt.

Beleidsregels voor toepassen spoedeisende bestuursdwang bij verkeerd ter inzameling aangeboden afval  

Procedure

Spoedeisende bestuursdwang wordt toegepast ter beëindiging van overtredingen van de milieuwetgeving en de daarop gebaseerde bepalingen van de Afvalstoffenverordening, voor zover het betreft het verkeerd ter inzameling aanbieden van afval, namelijk huishoudelijke afvalstoffen en zwerfafval. Deze overtredingen zijn strafbaar gesteld in paragraaf 3 en 5 van de Afvalstoffenverordening. Onder het verkeerd aanbieden van afval valt: het te vroeg of laat buiten zetten van afval, het afval naast een container zetten, het afval ergens anders op straat zetten, het afval niet volgens de aanbiedregels aanbieden en het afval zonder afspraak (m.b.t. grofvuil) aanbieden.

 

Wanneer er meldingen binnenkomen of wanneer verkeerd geplaatst afval wordt aangetroffen tijdens de gezamenlijke controles van toezichthouders en medewerkers van Stadsbedrijf, worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Het afval wordt afgevoerd naar het gemeentelijk afvalbrengstation

  • 2.

    Het afval wordt door de toezichthouders onderzocht op aanwezigheid van (persoons)gegevens om de herkomst te kunnen achterhalen

  • 3.

    Indien er persoonsgegevens zijn gevonden, schrijft de toezichthouder een rapportage van de bevindingen

  • 4.

    Het besluit tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang en de kostenverhaalbeschikking wordt op schrift gesteld en verstuurd naar de overtreder

 

Bezwaar, beroep en invordering

Bezwaar kan worden aangetekend tegen het besluit tot toepassen van spoedeisende bestuursdwang. Dat is mogelijk binnen zes weken na dagtekening van het besluit. Bij de beroeps- en bezwaarprocedure moeten de procedurele waarborgen uit de Awb in acht worden genomen.

 

De invordering van de opgelegde sanctie geschiedt op dezelfde wijze als de inning van gemeentebelastingen. Indien de overtreder verzuimt te betalen, kan een dwangbevel worden uitgevaardigd overeenkomstig de bepalingen in afdeling 4.4.4. van de Awb.

 

Er wordt overwogen om de bezwaarschriftenprocedure m.b.t. de spoedeisende bestuursdwang anders in te richten, om zodoende de efficiëntie en doorlooptijd van de behandeling van bezwaarschriften te verbeteren. Vanuit de afdeling Algemene Zaken zal hierover separaat worden geadviseerd.

 

Kostenberekening

Voor het toepassen van spoedeisende bestuursdwang moeten de door de gemeente gemaakte kosten worden berekend en moeten de te verhalen kosten bij de overtreder worden vastgesteld. Artikel 5:25 lid 6 van de Awb bepaalt dat het bestuursorgaan de hoogte van de in rekening te brengen kosten vaststelt. De gemeente heeft dus de vrijheid om de geldsom voor spoedeisende bestuursdwang te bepalen, waarbij het te verhalen bedrag niet hoger mag zijn dan de maximaal gemaakte kosten.

 

De door de gemeente gemaakte kosten bestaan uit het laten verwijderen van het afval en de inzet van de toezichthouders voor het doorzoeken van de afvalzakken en het opstellen van de bestuursdwang- en kostenverhaalbeschikking. Daaruit komt voor 2018 een bedrag van €142,41 naar voren. Deze kosten mogen volledig verhaald worden op de overtreder. Desalniettemin heeft het verhalen van alle kosten enkele nadelen. Zo komt er met het verhalen van alle kosten een fors verschil tussen de sancties bij heterdaad en niet-heterdaad. Bij niet-heterdaad zou de overtreder €142,41 moeten betalen, terwijl bij heterdaad de overtreder een bestuurlijke boete van € 95,- wordt opgelegd. Deze ruime verdubbeling is niet bevorderlijk voor acceptatie onder de bewoners. Een dermate groot verschil komt het gelijkheidsbeginsel ook niet ten goede, aangezien in feite dezelfde overtreding wordt gepleegd. Daarnaast zullen  overtreders bij een sanctie van €142,41 ook eerder geneigd zijn bezwaar in te dienen en/of niet te betalen, waardoor meer bezwaarschriften moeten worden behandeld en er meer incasso moeten worden toegepast. Dit kost de gemeente extra tijd en geld dat kan worden vermeden door een lagere sanctie op te leggen. Ook geeft wetenschappelijk onderzoek aan dat hoge bedragen niet bepalend zijn om gedrag te veranderen. Meer wordt bereikt met goede communicatie en een grotere pakkans. Met een sanctie van €142,41 zou Maassluis tevens afwijken van het kostenverhaal in andere gemeenten. Veel gemeenten zijn al overgegaan op het toepassen van spoedeisende bestuursdwang, al verschilt per gemeente het in rekening gebrachte bedrag. De meeste tarieven liggen tussen €70,- en €130,-, met enkele uitschieters naar €150,-. Alle gemeenten brengen een bedrag in rekening dat lager is dan de volledig gemaakte kosten.

 

Om deze redenen is ervoor gekozen om in Maassluis een deel van de gemaakte kosten in rekening te brengen bij de overtreder. Er is een bedrag van €95,- vastgesteld. Bij het te verhalen bedrag is uitgegaan van de hoogte van de strafrechtelijke boete om hiermee een deel van de gemaakte kosten op de overtreder te verhalen. Daarnaast wordt er met een vastgesteld bedrag van €95,- aansluiting gezocht bij de door andere gemeenten gehanteerde tarieven.

 

Het vastgestelde bedrag van €95,- geldt voor een onjuist aangeboden eenheid afval. Een eenheid bestaat uit 1 tot en met 3 vuilniszakken, emmers, dozen of iets dergelijks.

 

Wanneer er sprake is van een buitenproportionele hoeveelheid afval of een soort afval (bijvoorbeeld chemisch afval) dat speciaal moet worden afgevoerd, worden de kosten op een ander bedrag vastgesteld. Dit bedrag kan per geval verschillen en is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid afval.

In geval van recidive bij niet-heterdaad wordt ook spoedeisende bestuursdwang toegepast, waarbij het in rekening te brengen bedrag stapsgewijs wordt verhoogd tot de maximaal te verhalen kosten. Bij de tweede overtreding wordt het bedrag van €120,- verhaald en bij de 3e overtreding wordt het bedrag van €142,41 verhaald.

 

Mocht het door het OM vastgestelde tarief voor de bestuurlijke boete worden verhoogd, of mochten de kosten voor het verwijderen van afval zijn gestegen, kan ook het te verhalen bedrag worden aangepast. Het kostenverhaal kan ieder jaar op deze manier worden bijgesteld.

Mandaatregeling  

Ingevolge artikel 125 van de Gemeentewet is het gemeentebestuur bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Conform hetzelfde artikel wordt de bevoegdheid daartoe uitgeoefend door het college dan wel de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

Dit betekent concreet dat het college dan wel de burgemeester zijn toestemming moet verlenen bij elke keer dat wordt besloten spoedeisende bestuursdwang toe te passen bij verkeerd aangeboden afval. Dat kan tientallen keren per jaar zijn. Om het besluitvormingsproces te bespoedigen, kunnen bestuursorganen conform artikel 10:3 lid 1 van de Awb mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. Op basis van artikel 10:9 lid 1 van de Awb kan het bestuursorgaan ook toestaan dat ondermandaat wordt verleend.

Het college is een bestuursorgaan. Er zijn geen wettelijke voorschriften die het college beletten om de hem toekomende bevoegdheden m.b.t. het toepassen van spoedeisende bestuursdwang bij verkeerd aangeboden afval te mandateren. Evenmin verzet de aard van de bevoegdheden zich tegen mandaatverlening en eventueel ondermandaat.

 

Tegelijk met het opstellen van beleidsregels worden daarom het mandaat en ondermandaat voor het toepassen van spoedeisende bestuursdwang bepaald. De volgende mandaatregeling wordt vastgesteld:

Onderwerp: Mandaat-bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Voorwaarden of bijzonderheden

Verlening door

Verlening aan

Ondermandaat aan

Besluit tot het opleggen van bestuursdwang

Hd. 5, afdeling 5.3.1. Awb

Artikel 125 Gem.Wet Asv

Betreft besluiten tot toepassen van spoedeisende bestuursdwang en bestuursdwang met een korte begunstigingstermijn

College + Burgemeester

Afdelingshoofd

Teamleider Handhaving & Toezicht

Toepassing van bestuursdwang met korte begunstigingstermijn m.b.t. verkeerd geplaatst afval bij heterdaad  

De toepassing van spoedeisende bestuursdwang is één van de bestuursrechtelijke instrumenten om verkeerd geplaatst afval aan te pakken; namelijk bij die situaties waar de overtreder niet op heterdaad is betrapt. Wanneer de dader wel op heterdaad wordt betrapt, kan de toezichthouder voor twee scenario’s komen te staan, waarbij in het ene geval de dader onmiddellijk de onjuist geplaatst afvalzakken opruimt en hij in het andere geval weigert de afvalzakken op te ruimen. In het eerste geval wordt enkel de bestuurlijke boete opgelegd. In het tweede geval legt de toezichthouder een bestuurlijke boete op en tegelijkertijd een last onder bestuursdwang met een korte begunstigingstermijn. Daarmee wordt concreet gezegd: “als je nu niet de afval opruimt, ruimen wij het voor je en verhalen we de kosten daarvan op jou.” Dit is om te voorkomen dat bij heterdaad de overtreder het afval laat staan. De procedures en regelingen die gelden voor het toepassen van spoedeisende bestuursdwang zijn ook van toepassing voor het opleggen van de bestuursdwang met een korte begunstigingstermijn m.b.t. verkeerd geplaatst afval.

 

Overzicht bestuursrechtelijke handhaving bij verkeerd ter inzameling aangeboden afval bij heterdaad en niet-heterdaad  

Voor een efficiënte handhaving van het verkeerd ter inzameling aanbieden van afval worden, zoals hiervoor beschreven, drie bestuurlijke handhavingsinstrumenten gebruikt. De te volgen procedure komt er als volgt uit te zien:

Beleidslijn bij het op heterdaad ontdekken van verkeerd ter inzameling aangeboden afval

  • -

    Bestuurlijke boete van €95,- wordt opgelegd indien de overtreder het afval meteen zelf opruimt

  • -

    Bestuurlijke boete van €95,- wordt opgelegd en bestuursdwang met een korte begunstigingstermijn van €95,- wordt toegepast indien de overtreder weigert het afval zelf op te ruimen

 

Beleidslijn bij het niet op heterdaad ontdekken van verkeerd ter inzameling aangeboden afval

  • -

     Spoedeisende bestuursdwang van €95,- wordt toegepast

     

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Maassluis,

in hun vergadering van 20 februari 2018

de secretaris,

A.L. Duijmaer van Twist

de burgemeester,

Dr. T.J. Haan