Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-06-2018 | Nieuwe regeling | 08-05-2018 | Z104321/BenW-04427 |
Beleidsregel 1: Berekening afstand
De verordening leerlingenvervoer stelt slechts dat er gerekend wordt volgens de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg. Voor berekening van de afstand hanteren wij de ANWB-routeplanner. Voor de berekening wordt voor de afstand van huis naar school de kortste route per fiets aangehouden.
Beleidsregel 2: Vaststellen reistijd
Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis van OV9292, via 0900-9292 of www.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer wordt de vervoerder geraadpleegd.
Beleidsregel 3: Vaststellen kosten openbaar vervoer
Het vaststellen van de kosten van het openbaar vervoer vindt plaats op basis van OV9292, via 0900-9292 of www.9292ov.nl.
Beleidsregel 4: Inkomenstoetsing
Bij de beoordeling om vast te stellen of een eigen bijdrage verschuldigd is, wordt het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het schooljaar, waarvoor de ouders aanvragen, gehanteerd. Hiervoor moeten inkomensverklaringen ingeleverd worden. Deze kunnen zelf worden gedownload in ‘Mijn Belastingdienst’.
Bij een structurele inkomensdaling van minimaal 15% kan het peiljaar verlegd worden en van een ander jaar worden uitgegaan. Als gedurende het schooljaar sprake is van een inkomensdaling kan geen peiljaarverlegging meer worden toegepast. Peiljaarverlegging moet schriftelijk worden aangevraagd. Alle overige inkomensdalingen (scheiding, schuldsanering, etc.) moeten schriftelijk aangevraagd worden. Bij de beoordeling zal bezien worden of gebruik gemaakt kan worden van de hardheidsclausule.
Beleidsregel 5: Begeleiding in het leerlingenvervoer
Veel leerlingen kunnen ondanks hun lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap prima onder begeleiding van een volwassene fietsen of gebruik maken van het openbaar vervoer.
Begeleiding is primair een taak van de ouders/verzorgers. Blijken zij niet in staat te zijn te begeleiden dan dienen zij zelf voor een oplossing te zorgen (bijvoorbeeld oppas, buren, familie).
Beleidsregel 7: Medische noodzaak van aangepast vervoer
Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, kunnen ter onderbouwing medische verklaring worden opgevraagd. Onder verklaring verstaan wij:
- een verklaring van een arts, specialist of andere deskundige over de aard van de handicap van de leerling.
Bij twijfel kan het college een (onafhankelijke) deskundige inzetten om te beoordelen wat de vervoersmogelijkheden van de leerling zijn.
Beleidsregel 8: Wisselende schooltijden
Het kan voorkomen dat de leerlingen te maken krijgen met wisselende schooltijden. Bijvoorbeeld in de opstartfase, om aan de nieuwe school te wennen, maar ook in het voorgezet onderwijs vanwege wisselende lesroosters.
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Bronckhorst 2018 bepaalt in de algemene bepalingen dat aangepast vervoer slechts wordt georganiseerd op schooltijden die genoemd zijn in de schoolgids, tenzij de structurele handicap van de leerlingen deze tijden onmogelijk maakt. Dat betekent dat aangepast vervoer op wisselende tijden en afwijkende tijden niet wordt verzorgd.
De gemeente wil het aangepast vervoer afstemmen op het begin en einde van de schooldag, zoals genoemd in de schoolgids. Hiermee sluit de uitvoering aan op de regelgeving. Uitzonderingen worden gemaakt voor leerlingen die dit vanwege hun structurele handicap niet kunnen volbrengen.
Een gehandicapte leerling die aangepast vervoer naar een reguliere school voor voortgezet onderwijs krijgt, en die eerder klaar is dan in het schoolrooster is aangegeven, mag maximaal 2 lesuren inclusief de aansluitende pauze wachten als de taxi later op die dag nog een leerling moet ophalen.
Beleidsregel 9: Vervoer bij tijdelijk verblijf in een andere gemeente
Het komt voor dat leerlingen uit andere gemeenten in het kader van jeugdzorg tijdelijk worden opgevangen bij pleegouders in onze gemeente. Het omgekeerde komt ook voor, namelijk dat leerlingen uit onze gemeente tijdelijk ergens anders verblijven. De gemeente Bronckhorst wil leerlingen die in een crisissituatie in onze gemeente verblijven tegemoet komen en hen de mogelijkheid bieden hun oude school te bezoeken. Aanvragen om vervoer bij crisissituaties behandelen we met voorrang en laten we zo snel mogelijk ingaan. Gemeenten uit de regio werken met een overgangsperiode van 6 weken waarin de oorspronkelijke gemeente van herkomst de kosten voor vervoer voor haar rekening neemt.
Deze uitzondering geldt niet, indien het voorbeeld een leerling betreft die vanwege een vakantie van ouders ergens anders verblijft.
In alle andere situaties dat een leerling ergens anders verblijft, geldt dat het leerlingenvervoer moet worden aangevraagd bij de gemeente waar de leerling feitelijk verblijft.
Beleidsregel 11: Vervoer naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres
Leerlingenvervoer is uitsluitend bedoeld voor vervoer naar en van school. In bepaalde gevallen staat het college vervoer toe naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres.
Vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd is mogelijk als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Beleidsregel 12: Kilometergrens
Er geldt een kilometer grens van 6 km.
Een leerling die naar de dichtstbijzijnde toegankelijke basisschool gaat, waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare basisschool gaat, krijgt voor de bekostiging van leerlingenvervoer maximaal de vergoeding voor openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een eigen bijdrage (drempelbedrag) of als dat van toepassing is een naar eigen bijdrage naar financiële draagkracht opgelegd.
Van deze niet gehandicapte kinderen mag vanaf de leeftijd van 9 jaar verwacht worden dat ze zelfstandig kunnen fietsen.
Nader uitleg van enkele begrippen
1. Welke soorten vergoedingen zijn er?
Als uit de aanvraag en de regeling blijkt dat een fietsvergoeding van toepassing is, dan wordt maandelijks een vergoeding voor de kosten van het gebruikt van een eigen fiets a € 0.09 per kilometer vergoed. Ook de kosten voor een begeleider kunnen eventueel worden vergoed.
1b. Openbaar vervoer vergoeding
Bij aangepast vervoer maken we onderscheid tussen:
Een leerling die door zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap, niet in staat is - ook niet onder begeleiding – om van het openbaar vervoer gebruik te maken. Onder structureel verstaan we een blijvende handicap die langer duurt dan drie maanden.
Aangepast vervoer: Er zijn in het contract met de vervoerder(s) afspraken gemaakt over de tijd die een leerling maximaal onderweg mag zijn.