Organisatie | Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-07-2022 | paragraaf 2.2 | 18-05-2022 | |||
05-03-2022 | 22-07-2022 | paragraaf 2.1, bijlage | 10-11-2021 | ||
02-09-2021 | 02-09-2021 | paragraaf 2.2, 2.3 | 09-06-2021 | ||
02-09-2021 | 05-03-2022 | paragraaf 2.2 | 09-06-2021 | ||
11-08-2021 | 02-09-2021 | aanhef, hoofdstuk 1, 3, paragraaf 3.2 | 28-10-2020 | ||
08-08-2020 | 01-07-2020 | 11-08-2021 | paragraaf 2.2 | 08-07-2020 | |
06-08-2020 | 08-08-2020 | paragraaf 2.2, 2.4, artikel 24, 27 | 24-05-2020 | ||
17-04-2019 | 06-08-2020 | paragraaf 2.4 | 06-03-2019 | ||
12-04-2019 | 17-04-2019 | paragraaf 2.2 | 06-03-2019 | ||
23-06-2018 | 12-04-2019 | Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit | 11-04-2018 |
Artikel 2 van de subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2021 stelt dat de bestuurscommissie voor de uitvoering van deze verordening nadere regels kan vaststellen. De bestuurscommissie heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door de Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit vast te stellen;
Het doel van deze uitvoeringsregeling is om de regels van de subsidieverordening nader te specificeren. Bij uitwerking van nieuw beleid of wijziging van vastgesteld beleid, past de bestuurscommissie de
De bij deze uitvoeringsregeling gevoegde bijlagen zijn een integraal onderdeel van de uitvoeringsregeling
en daarmee vastgesteld door de BCVa
Deze uitvoeringsregeling bevat nadere regels op grond van de subsidieverordening. De uitwerkingen in deze uitvoeringsregeling zijn in
dezelfde volgorde als de hoofdstukindeling van de subsidieverordening.
In de bijlagen zijn sjablonen en formulieren opgenomen voor het aanvragen van subsidie, voorschotten en vaststelling van subsidie, alsmede een beschrijving op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt tegen een besluit tot subsidieverlening.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Doelstellingen (artikel 3 verordening)
Regionale projecten als bedoeld in artikel 3 van de verordening zijn projecten die helpen om de regionale doelstellingen uit de UAB te bereiken. Per categorie van deze uitvoeringsregeling wordt limitatief genoemd welke projecten dit zijn.
De norm bij het aanleggen van infrastructuur is ‘sober en doelmatig’, waarbij de meerkosten van een eventuele luxere variant voor rekening van de aanvrager blijven.
Hoofdstuk 2 Grote en kleine projecten § 2.1 Algemeen
Grote en kleine projecten (artikel 9 verordening)
De term kleine en grote projecten heeft betrekking op alle categorieën in hoofdstuk 2.
Projecten die bijdragen aan regionale doelstellingen op gebied van verkeer en vervoer komen in beginsel in aanmerking voor regionale subsidie. De eerste voorwaarde voor subsidiabiliteit is de opname van een aanmelding in het IPVa voor het begrotingsjaar. Het IPVa is voor de MRDH het belangrijkste middel om investeringen naar uitvoeringsperiode en financiële omvang te programmeren.
subsidiabele kosten, voor overige projecten € 10 miljoen subsidiabele kosten)
Om te bepalen of de subsidie kosteneffectief is en of er toereikend budget is, worden grote projecten gefaseerd behandeld:
In deze fase worden verschillende globale ideeën en oplossingsinrichtingen uitgewerkt door de initiatiefnemer van het project, inclusief een kosten- en planningsindicatie. De fase wordt afgesloten met een besluit van de bestuurscommissie over de wenselijkheid van het project. Als de bestuurscommissie positief besluit over de verkenning. Kan de initiatiefnemer de planstudiefase opstarten.
In deze fase wordt door de initiatiefnemer gestudeerd op concrete oplossingen die worden vastgelegd in bijvoorbeeld een tracéstudie of een masterplan. De fase wordt afgesloten met een besluit van de bestuurscommissie over de haalbaarheid van het project. Een besluit over de overgang naar de uitwerkingsfase zal worden verwerkt in de begroting. Dit betekent dat een besluit altijd een financiële component in zich heeft en de dekking voor de subsidiabele kosten moet zijn of worden geregeld door het algemeen bestuur van de MRDH. In de afweging bij het nemen van een besluit over of een project in de uitwerkingsfase kan komen zal dan ook altijd worden gekeken of er voldoende financiële ruimte is voor het project.
In deze fase wordt een project uitgewerkt van een Programma van Eisen via een voorontwerp naar definitief ontwerp, inclusief benodigd projectbudget en uitvoeringsplanning. De fase wordt afgesloten met een besluit van de bestuurscommissie, waarvan de beschikking tot subsidieverlening onderdeel van is.
subsidiabele kosten, voor overige projecten< € 10 miljoen subsidiabele kosten)
De MRDH zal in het eerste of tweede kwartaal van ieder jaar de wegbeheerders verzoeken om projecten aan te melden voor het navolgende begrotingsjaar. De laatste datum om een project op te nemen voor het eerstvolgende begrotingsjaar is 31 mei.
Bij een aanmelding van een infrastructureel project dient door verzoeker tenminste aangeleverd te worden:
Voor aanmelding van een gedragsproject dient door verzoeker tenminste aangeleverd te worden
Waar nodig, of waar twijfel is, kan de MRDH extra informatie of een toelichting vragen.
Degene die de aanmelding doet dient zelf stappen te nemen om de eigen financiële bijdrage te regelen.
De bestuurscommissie toetst of een project kan worden opgenomen in het IPVa voor het begrotingsjaar.
Daarbij wordt in ieder geval getoetst of:
Bij een positieve beoordeling van bovenstaande punten wordt een aanmelding van een project door de bestuurscommissie opgenomen in het IPVa.
Verlenging opname aanmelding in IPVa
Een opname van een aanmelding kan door de bestuurscommissie verlengd worden met 1 jaar indien:
Formulier verzoek opname klein project in IPVA
Het in artikel 10 lid 4 van de verordening bedoelde formulier is opgenomen in bijlage 1 van deze uitvoeringsregeling onder de naam Formulier “Project intakeformulier IPVa” (versie 2018)
Tijdige subsidieaanvraag klein project (artikel 12 verordening)
In het begrotingsjaar waarvoor de aanmelding van een project is opgenomen kan een subsidieaanvraag worden ingediend. De opgenomen aanmelding geldt slechts voor het begrotingsjaar. Als er voor 1 november van het begrotingsjaar geen subsidieaanvraag is ingediend vervalt de opgenomen aanmelding.
Aanvraag tot subsidievaststelling (artikel 17 verordening)
Onder gereedkomen als bedoeld in artikel 17 eerste lid van de verordening wordt verstaan:
Het eindverslag als bedoeld in artikel 17, lid 2 van de verordening wordt aangeboden met een ingevuld en een ondertekend formulier met de naam “Eindverslag subsidie Vervoersautoriteit MRDH” dat is opgenomen in bijlage 2 van deze uitvoeringsregeling .
Het controleprotocol als bedoeld in artikel 17, lid 3 van de verordening is opgenomen in bijlage 3 van de uitvoeringsregeling beginnend met de naam “Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH”.
Een bewijs van uitvoering als bedoeld in artikel 17, lid 5, kan zijn:
Subsidiecategorieën infrastructurele projecten (artikel 20 verordening)
Binnen de in § 2.2 genoemde categorieën infrastructurele projecten zijn de volgende projecten subsidiabel.
Het autonetwerk in de UAB kent twee netwerklagen: Een metropolitaan verbindend netwerk en een metropolitaan basisnetwerk (figuur 1).
Subsidiabel is een wegenproject dat op het metropolitaan verbindend of basisnetwerk 2025 ligt, of een extra schakel creëert welke leidt tot oplossing van de knelpunten op dit netwerk conform de topeisen uit de UAB.
Projecten in het autonetwerk, waarmee geen van bovengenoemde opgaven wordt opgelost, worden niet gesubsidieerd.
Figuur 1: het metropolitaan verbindend netwerk
In de UAB is het Regionaal basisnetwerk fiets vastgesteld.
Toetsing subsidiabiliteit fietsinfrastructuur
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een project te voldoen aan de volgende voorwaarden:
Dwarsverbindingen over water in het fietsnetwerk
MRDH kan aan wegbeheerders, waterwegbeheerders of oevergemeenten subsidie verlenen voor oever- en aanlegvoorzieningen voor dwarsverbindingen over water voor langzaam verkeer.
Figuur 2: het basisnetwerk fiets
Het Metropolitane fietsroute netwerk is vastgesteld op 31 januari 2018 in de vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH conform de rapportage ‘Fiets in de MRDH'
Een project van een Metropolitane fietsroute komt in aanmerking voor subsidieverlening als:
c1. Verkeersveiligheid ongevallenlocaties
Als gegronde reden, bedoeld in het derde lid, wordt in ieder geval beschouwd: een fysieke ruimtelijke beperking, waardoor de richtlijnen niet volledig kunnen worden doorgevoerd. De bestuurscommissie besluit alsdan toch subsidie te verlenen, onder voorwaarde dat voor het overige zoveel mogelijk wordt voldaan aan Duurzaam Veilig.
c2. Verkeersveiligheid schoolomgeving
Maatregelen ter bevordering van de (subjectieve) veiligheid in de directe omgeving van scholen komen in aanmerking voor subsidie. Deze maatregelen zijn subsidiabel op voorwaarde dat de betreffende school aantoonbaar aandacht besteedt aan verkeerseducatie.
c3. Verkeersveiligheid: Het samenwerkingsprogramma “Verkeersveiligheidsmaatregelen 2020 – 2021”
Uitsluitend aan de MRDH deelnemende gemeenten kunnen in 2020 en 2021 bij de MRDH een aanvraag indienen voor het samenwerkingsprogramma “Verkeersveiligheidsmaatregelen 2020 – 2021”. Hiertoe kunnen zij het online beschikbaar gestelde aanvraagformulier gebruiken in de door het Rijk opengestelde periodes, waarbij geldt dat de aanvraag van de gemeenten 10 dagen eerder dan het sluiten van de call door MRDH ontvangen dienen te zijn. Zie https://mrdh.nl/subsidies-programma-verkeersveiligheids-maatregelen-2020-2021
Ten behoeve van de aanvullende door MRDH beschikbaar gestelde subsidie dient bij het aanvraagformulier te worden aangetoond dat de vervoerbedrijven ter plaatste hebben ingestemd met de voorgestelde maatregel als bedoeld in artikel 22, tweede lid sub i van de subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018
Een volledige aanvraag ingediend op basis van dit programma is slechts subsidiabel indien de aanvraag is getoetst en gehonoreerd door het Rijk conform de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van nr. IENW/BSK-2020/ 98506, houdende kader voor toekenning van rijksbijdragen voor verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 (Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021) zie Staatscourant nummer 33631, van 24 juni 2020;
c4. verkeersveiligheid: Het samenwerkingsprogramma “Verkeersveiligheidsmaatregelen 2022 - 2023”
Uitsluitend aan de MRDH deelnemende gemeenten kunnen in 2022 en 2023 bij de MRDH een aanvraag indienen voor het samenwerkingsprogramma “Verkeersveiligheidsmaatregelen 2022 – 2023”. Hiertoe kunnen zij het online beschikbaar gestelde aanvraagformulier gebruiken in de door het Rijk opengestelde periodes, waarbij geldt dat de aanvraag van de gemeenten 10 dagen eerder dan het sluiten van de call door MRDH ontvangen dienen te zijn. Zie https://mrdh.nl/subsidies-programma-verkeersveiligheids-maatregelen-2022-2023
Ten behoeve van de aanvullende door MRDH beschikbaar gestelde subsidie dient bij het aanvraagformulier te worden aangetoond dat de vervoerbedrijven ter plaatste hebben ingestemd met de voorgestelde maatregel als bedoeld in artikel 22, tweede lid sub i van de subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018
Een volledige aanvraag ingediend op basis van dit programma is slechts subsidiabel indien de aanvraag is getoetst en gehonoreerd door het Rijk conform de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van nr. IENW/BSK-2022/135055, houdende kader voor toekenning van rijksbijdragen voor verkeersveiligheidsmaatregelen 2022-2023 (Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022-2023) zie Staatscourant nummer 15747, van 15 juni 2022;
c.5 Regionale Uitvoeringsagenda Verkeersveiligheid 2025
De Uitvoeringsagenda Verkeersveiligheid 2025 is vastgesteld op 8 juli 2020 in de vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH.
Een project in het kader van de RUAvv2025 komt in aanmerking voor subsidie als:
De projecten dienen te worden uitgevoerd volgens de geldende CROW-richtlijnen.
De norm bij het aanleggen van infrastructuur is ‘sober en doelmatig’, waarbij de meerkosten van een eventuele luxere variant voor rekening van de aanvrager blijven.
Indien een verkeersveiligheidsproject wordt gecombineerd met een onderhoudsproject, wordt de onderhoudscomponent niet gesubsidieerd.
d. Openbaar Vervoer infrastructuur
Het toegankelijk maken van tramhaltes en de realisatie van informatievoorzieningen kunnen worden aangemeld via het programma kleine projecten als Openbaar Vervoer infrastructuur.
Voor bestaande bushaltes die nog niet toegankelijk zijn, kan de wegbeheerder in aanmerking voor een subsidie voor het toegankelijk maken onder voorwaarde dat wordt voldaan aan de richtlijnen conform CROW publicatie 233, addendum Handboek Halteplaatsen van juli 2010. Als de aanmelding voor het IPVa voor een kalenderjaar is gehonoreerd, dan kan de wegbeheerder in dat betreffende jaar subsidie aanvragen. Dit dient één subsidieaanvraag te zijn voor alle in dat jaar en eventuele volgende jaren aan te passen bushaltes.
De volgende onderdelen komen in aanmerking voor subsidie:
Verbeteren van de lokale ontsluiting te voet en met de fiets (microbereikbaarheid). In beginsel is het slechten van barrières in belangrijke langzaam verkeerroutes naar het knooppunt binnen het invloedgebied van ca. 400m vanaf de (hoofd-)ingang subsidiabel mits die logisch, veilig en toegankelijk zijn.
Fietsparkeren bij ov-knooppunten is subsidiabel als het een knelpunt oplost. Er is een knelpunt wanneer bij een ov-halte/ station aantoonbaar te weinig stallingsplekken voor ov-reizigers zijn of op termijn te verwachten zijn, mits er adequate beheermaatregelen gelden ten aanzien van fietswrakken en weesfietsen. Bij de verwachte groei van het gebruik wordt rekening gehouden met de voorziene gebiedsontwikkeling in het invloedsgebied van het knooppunt en met gewenste verschuivingen in het voortransport, bijvoorbeeld van auto (P+R) naar fiets.
Parkeer + Reis is subsidiabel als de voorziening op minder dan 5 minuten rijtijd van het hoofdnet auto is gelegen en gekoppeld wordt aan een snelle hoogwaardige OV-verbinding zoals aangegeven in figuur 3, mits er voldaan wordt aan de voorwaarden van de ‘P+R-ladder’ uit de nota ‘Parkeer en Reis in de Metropoolregio’ 2017.
Fysieke voorzieningen in de buitenruimte dan wel inpandig voor mobiliteitsdiensten gericht op ov-reizigers zijn subsidiabel mits de beoogde exploitanten deze in gebruik willen nemen, in stand willen houden en een redelijke verbruiksvergoeding overeenkomen. Kosten van exploitatie komen niet voor subsidie in aanmerking.
Subsidie is beschikbaar voor dynamische maatregelen op wegen om het personen- en goederenvervoer te informeren en te sturen afhankelijk van de verkeerssituatie. Daaronder is in ieder geval begrepen:
Eisen aan de subsidieaanvraag voor een infrastructureel project (artikel 22 verordening)
Subsidieaanvraag infrastructureel project
In aanvulling op de voorschriften uit artikel 22 van de verordening dient de aanvraag aan de volgende zaken te voldoen:
Op grond van de in artikel 22 lid 2 sub h opgenomen eis met betrekking tot infraprojecten OV, dient de aanvraag, naast de subsidiabele projectkosten, ook een overzicht te bevatten van de structurele en/of toekomstige onderhoudskosten. Aanvrager dient daarbij aan te tonen dat met MRDH of andere relevante partijen overeenstemming is over het eigendom en beheer en onderhoud na realisatie van het te realiseren project.
In het in artikel 22, tweede lid, sub i bedoelde advies dienen voor vervoersbedrijven relevante zaken over de inrichting van het openbaar gebied, tijdelijke meerkosten exploitatie OV en de planning te zijn opgenomen. De MRDH controleert of er tegenstrijdige belangen zijn tussen wegbeheerder en vervoersbedrijven en besluit welke eventuele consequentie dat heeft voor de subsidiebeschikking.
Subsidiabele projectkosten (art 24 verordening)
Profijtbeginsel / nieuw voor oud voor een infrastructureel project (artikel 25 verordening)
Bij de berekening van de hoogte van de subsidiabele kosten komen slechts de kosten in aanmerking voor zover zij voldoen aan het principe van soberheid en doelmatigheid en dus vanuit functionaliteit van het ontwerp of de maatregel noodzakelijk zijn. Bij toetsing aan het principe van sober- en doelmatigheid gelden als uitgangspunt de vigerende relevante landelijke normen en richtlijnen, zoals verwoord in publicaties van het CROW.
Indien de subsidieaanvrager wenst een minder sobere variant van een project uit te voeren, dient deze naast de berekening van de projectkosten een referentieberekening aan te leveren van de kosten die gepaard gaan met een sobere variant. Alsdan wordt op basis van de hoogte van de referentieberekening een procentuele aftrek bepaald van de projectkosten die subsidiabel zijn.
Figuur 4: de 11 in lid 5 genoemde metropolitane economische centra zijn: Rotterdam CS, Rotterdam Blaak,
Rotterdam Alexander, Rotterdam Zuidplein, Den Haag CS, Den Haag HS, Den Haag Laan van NOI, Delft
Artikel Subsidiepercentages infrastructurele projecten (artikel 27 verordening)
Voor prioritaire Metropolitane fietsroutes zoals weergegeven op onderstaande kaart, verleent de MRDH tot 1 januari 2025 70% subsidie op de subsidiabele kosten, waarbij deze subsidie inclusief eventuele bijdrage van het Rijk is. Indien de provincie Zuid-Holland tegelijkertijd subsidie verleent, wordt het percentage subsidie van de MRDH verminderd met het subsidiepercentage van de provincie Zuid-Holland
Subsidiecategorieën gedragsprojecten (artikel 28 verordening)
Aanvragers als bedoeld in artikel 4 van de verordening kunnen 50% subsidie krijgen voor educatie op hetgebied van verkeersveiligheid wanneer aan onderstaande criteria wordt voldaan:
In de Regionale Uitvoeringsagenda Verkeersveiligheid 2025 (RUAvv2025) zijn gedragsprojecten voor verkeersveiligheid opgenomen die gesubsidieerd worden volgens de regel c3. in paragraaf 2.2.
Bewust reisgedrag (personen en goederen)
Aanvragers als bedoeld in artikel 4 van de verordening kunnen met de MRDH in overleg treden over nieuwe initiatieven waarbij per casus de mogelijke subsidiabiliteit wordt bezien. Zij dienen daarbij tenminste aan te tonen dat de projecten bijdragen aan de in de UAB benoemde topeisen of de genoemde eisen van infrastructurele netwerken.
Subsidiecategorieën overige projecten (artikel 35 verordening)
Subsidiabel zijn projecten die bijdragen aan de in de UAB beoogde reductie van CO2 met 30% voor het gehele verkeers- en vervoersysteem in 2025, voor zover dit behoort tot de verantwoordelijkheid van en past binnen het beleidskader van de MRDH.
Voor pilots op het gebied van gedrag en infrastructurele werken kan in overleg worden getreden met deMRDH over de mogelijkheid tot subsidiering. Pilots dienen in ieder geval het doel te hebben om:
De projecten uit het programma AVLM2019-2022 zijn door de bestuurscommissie VA aangewezen als pilots in de zin van artikel 35 van de Subsidieverordening VA MRDH 2018.
Voor AVLM-2019-2022 projecten wordt:
In deze pilot wordt verstaan onder:
Haalbaarheidsstudie: een projectstudie op planstudieniveau (situatietekeningen en ramingen op SO-niveau);
Implementatieplan: een projectstudie op uitwerkingsniveau (situatietekeningen en ramingen op VO-niveau).
In een Haalbaarheidsstudie en Implementatieplan dient minimaal het volgende opgenomen te worden:
Hoofdstuk 3 Exploitatie openbaar vervoer § 3.1 Concessies voor openbaar vervoer
Exploitatiesubsidie voor openbaar vervoer (artikel 44 verordening)
Het aanpassen, aanleggen of verplaatsen van haltes is subsidiabel, indien de bestuurscommissie de doorde vervoerder voorgestelde activiteit heeft goedgekeurd binnen de daarvoor gestelde kaders.
Aanvraag voor exploitatiesubsidie (artikel 45 verordening)
Een aanvraag voor een exploitatiesubsidie moet voldoen aan:
Afwijzing van een subsidieaanvraag voor exploitatie van openbaar vervoer (artikel 46
Indien de dienstregeling van een concessiehouder dient te worden aangepast als gevolg van een project
dat voor 1 oktober voorafgaand aan het dienstregelingsjaar is aangemeld, dan komen de kosten voor het
aanpassen van de dienstregeling niet in aanmerking voor subsidie.
Indien het project is aangemeld na 1 oktober voorafgaand aan het dienstregelingsjaar, dan komen de
kosten voor het aanpassen van de dienstregeling slechts in aanmerking voor subsidie wanneer:
Aanvraag tot subsidievaststelling voor exploitatie van openbaar vervoer (artikel 50
Bij concessies wordt een jaarlijkse vaststelling tot subsidie aangevraagd, waarbij de volgende zaken uiterlijk
een half jaar na het betreffende boekjaar aan de MRDH worden aangeleverd:
§ 3.2 Subsidies voor maatwerkvoorzieningen openbaar vervoer
Subsidiabele activiteiten maatwerkvoorzieningen (artikel 53 verordening)
Voor subsidie kunnen alleen aanvragen in aanmerking komen die passen binnen de Beleidslijn Maatwerkvervoer MRDH 2020 - 2025, (vastgesteld door de bestuurscommissie VA d.d. 5 februari 2020) en voldoen aan de volgende voorwaarden:
Hoogte subsidiebedrag maatwerkvoorzieningen (artikel 54 verordening)
Subsidieaanvraag maatwerkvoorzieningen (artikel 55 verordening)
Subsidieverlening maatwerkvoorzieningen (artikel 56 verordening)
Aanvraag tot subsidievaststelling maatwerkvoorzieningen (artikel 60 verordening)