Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wmo-adviesraad |
Citeertitel | Verordening Wmo-adviesraad Woudrichem 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad, art. 3 Verordening Wmo-adviesraad Woudrichem 2008.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 15-01-2019 | Nieuwe regeling | 30-10-2007 Onbekend | nr. 72, agendapunt 7 raadsvergadering 30 oktober 2007 |
De raad van de gemeente Woudrichem,gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 augustus 2007,
gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,
gelet op de artikelen 149 en 150 van de gemeentewet,
gelet op de uitgebrachte adviezen van de Seniorenraad Woudrichem en de Wvg-cliëntenraad Woudrichem,
gehoord de commissie Diensten op 2 oktober 2007,
Vast te stellen de 'Verordening Wmo-adviesraad gemeente Woudrichem 2008':
Artikel 3 Uitvoeringsreglement
Het college stelt een uitvoeringsreglement voor de Wmo-adviesraad vast, waarin onder andere wordt geregeld:
Artikel 4 Doelstelling participatie
De doelstelling van burger- en cliëntenparticipatie binnen de Wmo is te bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid en dat dit bijdraagt aan de totstandkoming of verbetering van het Wmo beleid.
De Wmo-adviesraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk Wmo-beleid. Dit vertaalt zich in een drieledige functie:
Een beleidsmatige functie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk te laten aansluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er voldoende kennis zijn van de praktijk. De Wmo-adviesraad is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente;
Artikel 7 Vroegtijdige betrokkenheid
Het college betrekt de Wmo-adviesraad in een vroegtijdig stadium bij de beleidsvoorbereiding van alle onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad in een later stadium gevraagd wordt advies uit te brengen.
Artikel 8 Aard en omvang advisering
Het college vraagt vooraf advies aan de Wmo-adviesraad over alle onderwerpen, die de beleidsvorming, de vaststelling, de uitvoering en de evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid betreffen.
Artikel 9 Evaluatie en jaarverslag
Het college presenteert jaarlijks een evaluatie van het functioneren van de Wmo-adviesraad aan de gemeenteraad. Daarnaast legt het college het jaarverslag van de Wmo-adviesraad ter kennisname voor aan de gemeenteraad.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 30 oktober 2007.de raadsgriffier, de voorzitter,G. de Vente dr. F.A. Petter
1 ALGEMENE TOELICHTING WETTEKST WMO EN MEMORIE VAN TOELICHTING
Relevant voor de de "Verordening Wmo-adviesraad Woudrichem 2008" zijn de volgende bepalingen, zoals opgenomen in de wettekst Wmo en in de Memorie van Toelichting (MvT):
In het plan wordt in ieder geval aangegeven:a. Wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder g, genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning;b. Hoe het samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen;c. Welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;d. Welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd;e. Welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerst lid, onder g, onderdelen 2, 5 en 6, wordt verleend, de keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning;f. Op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zich vergewist van de behoeften van kleine doelgroepen.
Artikel 9, eerste lid onder a.
Het college van burgemeester en wethouders publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning tot stand is gekomen.
Het Het college van burgemeester en wethouders betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.
Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen vraagt het college van burgemeester en wethouders over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. MvT: (Deze verplichting richt zich op de 'vragers' van maatschappelijke ondersteuning en niet op organisaties van aanbieders. Bij 'vragers' gaat het niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar ook om (organisaties van) potentiële vragers. De gemeente kan gemotiveerd uitmaken wanneer zij een organisatie als representatief beschouwt).
In artikel 150 van de gemeentewet staat het volgende:
In deze verordening wordt ten minste geregeld:a. de wijze waarop van de beleidsvoornemens waarop inspraak zal worden verleend, openbaar wordt kennis gegeven;b. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in staat worden gesteld hun mening over de onder a. bedoelde beleidsvoornemens kenbaar te maken;c. de rapportering over de onder b. bedoelde inspraak en over de uitkomsten daarvan;d. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid worden gesteld hun beklag te doen over de uitvoering van de verordening.