Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden |
Citeertitel | Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vervangt de Verordening onkostenvergoeding wethouders gemeente Woudrichem d.d. 25 januari 1993 en de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 1998 d.d. 31 augustus 1998.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-07-2013 | 01-01-2013 | 19-01-2016 | Eerste wijziging van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden | 25-06-2013 Altena Nieuws 11-07-2013 | Agendapunt 10 raadsvergadering 25 juni 2013 |
10-11-2006 | 16-03-2006 | nieuwe regeling | 17-10-2006 Altena Nieuws 02-11-2006 | nr. 78 agendapunt 7 raadsvergadering 17 oktober 2006 |
De raad van de gemeente Woudrichem;
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2006, nr. 78;
gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
vast te stellen de navolgende Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden:
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. commissie: een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, met uitzondering van de Jongerenraad gemeente Woudrichem, de Verkeerscommissie en de Ondernemerscommissie;
b. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
c. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
d. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriele regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41, als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
e. Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb.144;
f. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
g. raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
h. Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424;
i. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
j. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;
k. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in artikel 82, 83 en/of 84 van de Gemeentewet, niet zijnde een raadslid, wethouder of burgemeester.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.
Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden ofverzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:
a. aanschafvan een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid,
ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. In dat geval wordt de bruto vergoeding voor werkzaamheden verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13a Werkkostenregeling
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:
a. de vergoedingen op grond van artikel 3, lid 1;
b. de vergoedingen op grond van artikel 5;
c. de vergoedingen op grond van artikel 6;
d. de vergoedingen op grond van artikel 7;
e. de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 8 van deze verordening en artikel 7a, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
f. de voordelen voor de raadsleden ingevolge artikel 9, lid 1.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.
Artikel 15 Zakelijke reiskosten
Aan de wethouder wordt vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ten behoeve van de gemeente ter zake van andere reizen dan tussen woning en plaats van tewerkstelling (woon-werkverkeer) . De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders;
c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kosten.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 15 volledig vergoed.
Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden ofverzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 19 Computer en internetverbinding
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:
a. aanschafvan een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Op de netto bezoldiging, dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder zal een bedrag worden ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de loonbelasting dat op basis van de Wet op de loonbelasting 1964 over de ter beschikking gestelde mobiele telefoon verschuldigd is, indien het zakelijk gebruik van de telefoon minder bedraagt dan 10%.
Indien ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde mobiele telefoon geen telefoonabonnement op naam van de gemeente wordt afgesloten, ontvangt de wethouder op aanvraag een vergoeding voor de gesprekskosten, op declaratiebasis, van gesprekken die aantoonbaar ten behoeve van de uitoefening van zijn ambt zijn gevoerd.
Artikel 22 Reis- en pensioenkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriele regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;
b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriele regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 23a Werkkostenregeling
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:
a. de vergoedingen op grond van artikel 14;
b. de vergoedingen op grond van artikel 15;
c. de vergoedingen op grond van artikel 16;
d. de vergoedingen op grond van artikel 17;
e. de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 18;
f. de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 19 van deze verordening en artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders;
g. de voordelen voor de wethouders ingevolge artikel 21;
Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 24 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen raadscommissies
Het lid van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van die commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.
Artikel 25 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van bestuurs- en andere commissies (mede) ingesteld door de raad
Indien de raad op grond van artikel 83 of 84 van de Gemeentewet (mede) een bestuurs- of andere commissie instelt, wordt in de verordening tot instelling van de commissie de eventuele vergoeding van de leden geregeld voor het bijwonen van vergaderingen van de betreffende commissie.
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen bestuurs- en andere commissies ingesteld door het college of de burgemeester
Het lid van een commissie als bedoeld in artikel 83 of 84 van de Gemeentewet, ingesteld door het college of de burgemeester, ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
a. als raadslid, wethouder of burgemeester;
b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
Het college kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, bepalen dat een of meerdere leden een hogere vergoeding ontvangen, indien:
a. het commissielid is benoemd op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie, of
b. de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de door het commissielid te verrichten arbeid.
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
Aan het commissielid dat geen raadslid, burgemeester ofwethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden ofverzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.
Hoofdstuk 4 De procedure van declaratie
Artikel 30 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
Artikel 31 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Hoofdstuk 5 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 13 en 24 tot en met 29 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 14 tot en met 23 ten aanzien van de op 5 april 2006 beedigde wethouders terug tot en met de dag van hun beediging. De artikelen 30 tot en met 32 werken voor zover het betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen 30 tot en met 32 werken voor zover het de op 5 april 2006 beedigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun beediging.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 17 oktober 2006.
De raad voornoemd,
In onderstaand schema treft u de wijzigingen aan ten opzichte van de vigerende verordeningen: - Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden
Verordening onkostenvergoeding wethouders gemeente Woudrichem
De overige aanpassingen zijn technische en geen materiele wijzigingen. Bepalingen in de Modelverordening welke niet zijn overgenomen hebben betrekking op reiskosten woon-werkverkeer voor wethouders (die pas kan gaan gelden als er verder de afstand wonen-werken groter is dan io km), een dienstauto voor wethouders en computer en internetverbinding voor commissieleden (niet zijnde raadsleden).