Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Projectenlijst verklaring van geen bedenkingen |
Citeertitel | Projectenlijst verklaring van geen bedenkingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-06-2018 | 09-07-2019 | Nieuwe regeling | 30-05-2018 | 6820125 |
De raad van de gemeente Groningen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 maart 2018, kenmerk 6820125
gelet op artikel artikel 2.27, eerste lid, juncto artikel 3.11 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht
A. Bestaande woningen, woongebouwen en andere gebouwen
Het vernieuwen, veranderen, vergroten, uitbreiden, vervangen en/of het wijzigen van het gebruik van woningen en bijbehorende bouwwerken, woongebouwen en andere gebouwen, mits:
B. Tweede agrarische dienstwoning
Het oprichten van een tweede dienstwoning binnen het bouwperceel van een bestaand, tevens bestemd, agrarisch bedrijf.
C. Aanpassen grens/vorm van agrarische bouwpercelen
Het aanpassen van grens/vorm van een bouwperceel van een bestaand agrarisch bedrijf, mits de bestaande oppervlakte van het perceel niet wordt vergroot en:
Het bouwen van woningen of andere gebouwen ter opvulling van een reeds bestaande open plek, mits:
Het gebruiken van onbebouwde gronden anders dan voor bouwen mits het project binnen de bestaande functionele structuur past.
F. Bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen
Het oprichten, vernieuwen, veranderen, vervangen of uitbreiden van bedrijfsgebouwen op een bestaand, als zodanig bestemd, bedrijventerrein, mits:
G. Hergebruik en vrijkomende agrarische bebouwing
Het hergebruiken van bestaande vrijgekomen en vrijkomende agrarische bebouwing voor niet-agrarische functies met dien verstande dat er geen beperkingen ten aanzien van bestaande inrichtingen mogen plaats vinden.
Het realiseren, uitbreiden, veranderen of vernieuwen van kleinschalige milieuvoorzieningen van algemeen belang, zoals riolering, bergbezinkbassins en centrale voorzieningen voor afvalinzameling. (vergunningvrij; maar dat geldt niet in een beschermd stads- en dorpsgezicht, vandaar opname in deze lijst)
I. Bouwwerken ten behoeve van sport, recreatie of cultuur
Het oprichten, uitbreiden, veranderen of vernieuwen van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve sport, recreatie of cultuur, zoals een kleedgebouw, dierenverblijf, kunstwerk, mits deze bebouwing van beperkte omvang is en het gebruik ervan, zoals dat wordt beoogd, in relatie tot de (aard van de) directe omgeving niet hinderlijk van aard is.
Het oprichten van antennemasten, installaties en bijbehorende andere bouwwerken ten dienste van mobiele telecommunicatie, inclusief het bouwwerk waarop de mast (eventueel) wordt geplaatst, mits:
Allereerst moet bezien worden of een antenne op een bestaande mast kan worden geplaatst (sitesharing). Blijkt dat objectief gezien niet mogelijk te zijn dan moet worden beoordeeld of een antenne op een bestaand bouwwerk kan worden geplaatst. Blijkt dat objectief gezien ook niet mogelijk te zijn; dan dient een antennemast bij voorkeur te worden geplaatst op een bedrijventerrein danwel, indien dit objectief gezien evenmin mogelijk blijkt te zijn, nabij verticale elementen.
K. Aanleg en wijziging infrastructuur
Het aanleggen van nieuwe en/of het wijzigen van bestaande (spoor)weg- en waterinfrastructuur, parkeer- en groenvoorzieningen met bijbehorende andere bouwwerken en andere werken, mits deze activiteiten niet samenhangen met de realisering van een nieuwe planmatige stads- of dorpsuitbreiding.
L. (Bouw)werken t.b.v. de functies water en natuur
Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gebouwen van beperkte omvang alsmede de aanleg van werken op of langs het water ten behoeve van het scheepvaartverkeer, de waterhuishouding, natuurbeheer of het recreatief (mede)gebruik van het water of aansluitende gronden, zoals brugwachtershuisjes, sanitaire voorzieningen, kademuren, afrasteringen, steigers en plankieren.
Het oprichten van bouwwerken ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, het openbaar vervoer en het wegverkeer, zoals electriciteitsgebouwtjes, gemaaltjes, gasdrukregel- en meetstations, wachthokjes, voor zover niet vergunningvrij.
N. Afwijking bouw- en bestemmingsgrenzen
Het in geringe mate overschrijden van bouw- en bestemmingsgrenzen in gevallen waarin dat in het belang is van een goede stedenbouwkundige inpassing van een project. De mate waarin van een geringe overschrijding kan worden gesproken, moet aan de hand van de concrete feiten en belangen worden afgewogen.
O. Vergroting gebruiksmogelijkheden gebouw of terrein
Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en de aanleg van werken op het erf bij een woning of ander gebouw of een terrein in gebruik voor groenvoorzieningen, ter vergroting van de gebruiksmogelijkheden van dat gebouw of terrein, mits deze (bouw)werken van beperkte omvang zijn en het gebruik ervan, zoals dat wordt beoogd, in relatie tot de (aard van de) directe omgeving niet hinderlijk van aard is. In deze categorie van gevallen zijn reclamemasten hoger dan 6 meter niet begrepen.
P. Kleinschalige gebouwen in de openbare ruimte
Het oprichten van gebouwen in de openbare ruimte, mits passend binnen de schaal en dienend ter ondersteuning van de functie van de openbare ruimte, zoals kiosken, paviljoens en andere gebouwtjes voor culturele manifestaties, openbare dienstverlening, detailhandel of kleinschalige horeca.
Q. Afwijken bebouwingsvoorschriften
Het afwijken van bebouwingsvoorschriften, met dien verstande dat:
indien ten aanzien van een gebouw een maximum aantal bouwlagen of (bouw-of goot)hoogte is voorgeschreven, van dat maximum, de afwijkings- en wijzigingsmogelijkheden inbegrepen, met ten hoogste 1 laag of een overeenkomstige bouwhoogte mag worden afgeweken en indien een minimum aantal bouwlagen of minimum (bouw- of goot)hoogte is voorgeschreven in plaats daarvan ook in één laag mag worden gebouwd.
Het gebruik van wateren als ligplaats voor woon- en bedrijfsschepen, het al of niet in afwijking van de bestemming realiseren van bouwwerken van beperkte omvang ten behoeve van (ligplaatsen voor) woon- en bedrijfsschepen, zoals bergingen, en het afwijken van gebruiksvoorschriften met betrekking tot de afmetingen van woon- en bedrijfsschepen.
Projecten ten behoeve van duurzame energievoorzieningen binnen en buiten de bebouwde kom, met uitzondering van windturbines en biogasinstallaties.
T. Overige gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde
Projecten die niet binnen voornoemde categorieën vallen, maar waarvan de raad heeft aangegeven geen behoefte te hebben de besluitvorming aangaande de VVGB aan zich te trekken.
Toelichting: indien een project niet aangemerkt kan worden zijnde een categorie A t /m S., zal het (bouw)plan alsnog voor de raad ter inzage worden gelegd met de mogelijkheid de besluitvorming aangaande de Vvgb aan zich te trekken. Indien de raad daarvan geen gebruik wenst te maken, zal het project worden aangemerkt als vallende onder categorie T.
(procedureel) waar in geen Vvgb is vereist.
Deze lijst geeft invulling aan artikel 6.5, derde lid van het Besluit Omgevingsrecht. Daarin wordt de gemeenteraad de bevoegdheid geboden categorieën van gevallen aan te wijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Burgemeester en wethouders zijn dan het bevoegd gezag voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor gevallen die in strijd zijn met het bestemmingsplan maar waartegen geen bezwaar bestaat voor medewerking. Categorieën van gevallen die geschikt zijn voor deze lijst vallen in het gebied tussen de zware gevallen (met name stedenbouwkundige plannen voor relatief grote ingrepen die echter niet met een bestemmingsplan worden geregeld) en waarvoor de bevoegdheid bij de raad blijft, en kruimelgevallen die zijn vastgelegd in artikel 4 van het Besluit Omgevingsrecht.
Dit tussengebied heeft betrekking op relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan waarvoor de kruimellijst geen soelaas biedt maar die ook niet groot genoeg zijn voor een behandeling in de raad. De raad is er in de eerste plaats voor om projecten met een forse omvang te beoordelen die veelal in strijd zijn met het gemeentelijk ruimtelijk beleid. De lijst bevat uitsluitend afwijkingsmogelijkheden die binnen het staande gemeentelijk ruimtelijke ordeningsbeleid passen.
Onder de oude WRO bestond een dergelijke lijst ook al. Het ging daar om gevallen waarvoor de provincie geen bevoegdheidsverklaring (artikel 19.2 WRO) behoefde af te geven. Deze lijst heeft destijds zijn praktische nut meer dan bewezen en heeft vele kleinere projecten en afwijkingen mogelijk gemaakt zonder dat daarvoor een lange procedure moest worden gevolgd. Daarom heeft deze lijst nu de basis gevormd voor onderstaande opsomming van afwijkingsmogelijkheden. In voorkomende gevallen kan de raad altijd nog de bevoegdheid naar zich toetrekken om zich uit te spreken over een voorgenomen afwijking van de lijst. Met name kan dit voorkomen bij gevoelige projecten die vallen onder categorie A en D.
Algemene opmerking; met de categorielijst worden ook grote projecten mogelijk gemaakt. Het gaat niet alleen om kleine projecten.