Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

• 1.

  Gemeentelijk monument: object dat is opgenomen in het gemeentelijk erfgoedregister als bedoeld in de Erfgoedverordening Renswoude 2018.

• 2.

  Eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die het recht heeft van eigendom of een ander zakelijk recht, zoals recht van erfpacht of recht van opstal, van een gemeentelijk monument.

• 3.

  Subsidie: de aanspraak op financiële middelen door het college verstrekt aan de eigenaar, met het oog op onderhoud en/of restauratie van een beschermd gemeentelijk monument, voor zover dit bij en/of krachtens deze regeling is bepaald.

• 4.

  Onderhoudswerkzaamheden: noodzakelijke werkzaamheden die met enige regelmaat moeten worden uitgevoerd en gericht zijn op de instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument.

• 5.

  Subsidiabele onderhouds- en restauratiekosten: Kosten van onderhoud en/of restauratie die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn met het oog op de instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument.

Ten behoeve van de instandhouding (onderhoud en restauratie) van gemeentelijke monumenten kunnen burgemeester en wethouders, na de Monumentencommissie gehoord te hebben, op aanvraag subsidie verlenen, met inachtneming van de hierna volgende bepalingen.

Artikel 3  

De gemeentelijke subsidie bedraagt:

• a.

  maximaal 50% van de werkelijk gemaakte en subsidiabel geachte restauratiekosten (incl. BTW) tot een maximum bedrag van € 5.000,-- per object éénmaal per vijf jaar .

• b.

  maximaal 50 % van de werkelijk gemaakte en subsidiabel geachte onderhoudskosten (incl. BTW) tot een maximum bedrag van € 2.500,-- per object éénmaal per vijf jaar.

Burgemeester en wethouders kunnen in geval van zeer bijzondere grootschalige projecten afwijken van dit maximum bedrag.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

• 1.

  Bij de beoordeling van de subsidiabele restauratie- en/of onderhoudskosten hanteren burgemeester en wethouders de “Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten BRIM 2013” van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of, wanneer deze geactualiseerd wordt, de meest recente versie van deze leidraad.

• 2.

  In ieder geval worden ook de volgende kosten subsidiabel geacht:

  • a.

    Legeskosten die specifiek voor de instandhouding van het gemeentelijk monument gemaakt moeten worden (omgevingsvergunning monument);

  • b.

    Onderzoekskosten (inclusief bouwhistorisch onderzoek) die gemaakt moeten worden om inzichtelijk te maken of, en zo ja welke restauratiewerkzaamheden uitgevoerd moeten worden ten behoeve van de instandhouding van een gemeentelijk monument;

  • c.

    Abonnements- en inspectiekosten van de Monumentenwacht.

Artikel 5  

Geen subsidie wordt toegekend:

• a.

  voor zover de schade door een verzekeringsuitkering wordt gedekt;

• b.

  indien op de gemeentelijke begroting de benodigde middelen ontbreken.

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van het gestelde onder a en b afwijken.

Artikel 6  

De eigenaar van een gemeentelijk monument die voor een subsidie op grond van deze verordening is aanmerking wenst te komen, dient, voordat met de uitvoering van de werkzaamheden wordt begonnen, daartoe een schriftelijk verzoek in bij burgemeester en wethouders van Renswoude onder overlegging van de volgende gegevens:

• a.

  een gespecificeerde begroting van de kosten;

• b.

  een bouwplan, weergevende de oude en nieuwe situatie;

• c.

  een overzicht van de werkzaamheden en de gevolgen daarvan voor de monumentale waarden;

• d.

  een toelichting waaruit blijkt dat de werkzaamheden noodzakelijk zijn;

• e.

  de naam van degene(n) die de werkzaamheden uitvoert/voeren;

• f.

  documentatie, zoals bijvoorbeeld een verwijzing naar een website of eerder uitgevoerde projecten, waaruit blijkt dat degene(n) die de werkzaamheden uitvoert/voeren kennis en ervaring heeft/hebben voor wat betreft het onderhouden en/of restaureren van monumenten.

Artikel 7  

• 1.

  Op een verzoek om subsidie beslissen burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk onder mededeling van hun gemotiveerde beslissing aan de aanvrager.

• 2.

  Definitieve vaststelling van het subsidiebedrag en uitbetaling daarvan vinden door burgemeester en wethouders plaats na goedkeuring van een na beëindiging van de werkzaamheden in te dienen gespecificeerde eindafrekening met betalingsbewijzen.

• 3.

  Als voor de werkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist, mag met de uitvoering van de werkzaamheden niet eerder worden begonnen dan nadat burgemeester en wethouders deze hebben verleend. Of een omgevingsvergunning vereist is, kan bij de monumentenambtenaar van de gemeente worden nagevraagd.

Artikel 8  

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening de overlegging van andere bescheiden vorderen.

Artikel 9  

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de omgeving van de betreffende onroerende zaak aan een subsidietoekenning zodanige voorwaarden verbinden, dat een juiste besteding van de gemeentelijke gelden wordt bevorderd, conform de doelstellingen van de Erfgoedverordening Renswoude 2018.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen voorwaarden stellen en aanwijzingen geven omtrent de uitvoering van de betreffende werkzaamheden. In het bijzonder kunnen zij aan de subsidie de voorwaarde stellen dat de werkzaamheden volgens de in de beroepsgroep geldende kwaliteitsnormen worden uitgevoerd.

Artikel 10  

Bij niet of niet behoorlijke nakoming van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorwaarden en gegeven aanwijzingen kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot gehele of gedeeltelijke intrekking c.q. terugvordering van het subsidie.

Artikel 11  

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018”.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking daags na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2018.