Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Aanvullende beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanvullende beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede
CiteertitelAanvullende beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. wet Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-05-201803-12-2019Nieuwe regeling

29-05-2018

gmb-2018-114764

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanvullende beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enschede;

 

Overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

Gelet op het bepaalde in:

- de Wet Bibob;

- artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

Besluit vast te stellen:

 

Aanvullende beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede

 

1. Inleiding

 

De Wet Bibob heeft als doel het beschermen van de integriteit van de overheid. De wet heeft een preventief karakter en beoogt te voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert, bijvoorbeeld middels verstrekking van vergunningen en subsidies en het aangaan van vastgoedtransacties of aanbestedingen. Op grond van de Wet Bibob kan getoetst worden of er een risico bestaat dat uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen op geld waardeerbare voordelen worden benut (witwassen) of strafbare feiten worden gepleegd door middel van een (aangevraagde) beschikking, een vastgoedtransactie of aanbesteding. Als uit de toets naar voren komt dat er sprake is van een ernstig gevaar kan een beschikking worden geweigerd, een gegadigde van gunning van bepaalde overheidsopdrachten worden uitgesloten of worden afgezien van het aangaan van een vastgoedtransactie. Ook kunnen bestaande beschikkingen in dat geval worden ingetrokken.

 

Voor de toepassing van de Wet Bibob kan gemeentelijk beleid worden vastgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe bevoegdheden uit de Wet Bibob worden ingezet. Dit beleid is op dit moment neergelegd in de “Beleidslijn bestuurlijke aanpak (georganiseerde) criminaliteit”. Er bestaat aanleiding om in aanvulling op dit beleid en vooruitlopend op een volledige actualisering daarvan, een beleidsregel vast te stellen voor toepassing van de Wet Bibob in geval sprake is van financiering door crowdfunding of soortgelijke financieringsvormen, zoals giften of sponsoring.

 

2. Het geldende Bibobbeleid

 

Het op dit moment in de gemeente Enschede geldende Bibobbeleid is neergelegd in de “Beleidslijn bestuurlijke aanpak (georganiseerde) criminaliteit in Twente”. Daarin is bepaald dat de Wet Bibob wordt toegepast op de branches horeca, coffeeshops en prostitutie. Daarnaast is in de “Nadere Regels Vechtsportevenementen Enschede 2017” aangegeven dat een BIBOB-traject standaard onderdeel is van de aanvraagprocedure voor een vechtsportevenement.

 

Sinds de vaststelling van de beleidslijn is het toepassingsbereik van de Wet Bibob aanmerkelijk uitgebreid. Zo zijn vastgoed- en grondtransacties onder het toepassingsbereik gebracht en is de Bibob-toets niet meer wettelijk beperkt tot gemeentelijke vergunningen in slechts bepaalde sectoren. Tevens wordt op dit moment een verdere uitbreiding van de Wet Bibob door de wetgever voorbereid.

 

In het Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Enschede 2017-2020 wordt georganiseerde ondermijnende criminaliteit als prioriteit benoemd. Daarmee is dit een van de zwaartepunten waaraan extra aandacht wordt besteed in de vorm van beleidsontwikkeling, monitoring, toezicht en handhaving. Onderdeel daarvan is het actualiseren en uitbreiden van het bestaande Bibob-beleid, mede gezien de bovengenoemde wettelijke uitbreiding van het toepassingsbereik. Deze actualisering en uitbreiding is op dit moment in voorbereiding. Besluitvorming hierover heeft nog niet plaatsgevonden. In het kader van de geprioriteerde bestrijding van ondermijning is er echter aanleiding thans een aanvullende beleidsregel vast te stellen voor de situatie waarin financiering van bouwactiviteiten plaats vindt of zal vinden via crowdfunding of een soortgelijke vorm van financiering, zoals giften of sponsoring. Dit beleid is bedoeld als aanvulling op de bestaande beleidsregel en vervangt deze dus niet. Het beleid wordt vastgesteld vooruitlopend op de in voorbereiding zijnde algehele actualisering van het Bibobbeleid.

 

3. Aanleiding voor een aanvullende beleidsregel

3.1 Het begrip crowdfunding

Van crowdfunding is sprake als vele (kleine) investeerders – de crowd – samen een doelkapitaal bij elkaar brengen. Dit kan in de vorm van donaties, leningen of aandelenkapitaal. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van een intermediair, een zogenaamd crowdfundingsplatform. De identiteit van investeerders is wel bekend bij het crowdfundingsplatform maar meestal niet bij de betrokkene.

 

3.2 Risico’s van crowdfunding

In het “Nationaal dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit 2017 – 2021” van de politie is melding gemaakt van crowdfunding als witwaskanaal en is witwassen in het algemeen als dreiging aangemerkt. Uit dit dreigingsbeeld komt het volgende naar voren. De populariteit van crowdfunding is de laatste jaren enorm toegenomen, waaronder het aantal platforms waar crowdfundingprojecten worden aangeboden. Toezicht en regulering zijn nog niet gangbaar. Crowdfunding kan voor witwassen worden gebruikt, bijvoorbeeld door via een platform een vastgoedobject te financieren met misdaadgeld, om dit zo een schijnbaar legale herkomst te geven. Dit instrument zal toenemen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwt tegen crowdfunding, omdat de risico’s vaak veel groter zijn dan bij ‘gewone’ beleggingen. Crowdfunding wordt immers gebruikt voor het financieren van projecten waar gewone banken geen brood in zien vanwege de te grote risico’s.

 

Vanwege de in het Integraal Veiligheidsbeleid geprioriteerde bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en de risico’s die crowdfunding als specifieke vorm van (anonieme) financiering met zich meebrengt is er aanleiding om hiervoor aanvullend Bibobbeleid vast te stellen.

 

3.3 Doel van de Bibob-toets bij crowdfunding

Omdat crowdfunding een groeiend fenomeen is heeft het Landelijk Bureau Bibob hieraan in 2016 extra aandacht besteed (Jaarverslag LBB 2016) en is in 2017 een “Factsheet Crowdfunding en de Wet Bibob” opgesteld (Dienst Justis, Ministerie van Justitie en Veiligheid). In overeenstemming daarmee is het doel van het financiële gedeelte van een Bibob-onderzoek in geval van crowdfunding in hoofdzaak het vaststellen van de identiteit van externe (indirecte) vermogensverschaffers. Niet de intermediairs (crowdfundingsplatform) maar de vermogensverschaffers worden aangemerkt als vermogensverschaffers in de zin van de Wet Bibob. Eventuele strafrechtelijke antecedenten van de vermogensverschaffers kunnen in de beoordeling van de mate van gevaar worden betrokken. Het niet verstrekken van de identiteit van de vermogensverschaffers kan gevolgen hebben voor de vergunningaanvraag, waarbij deze buiten behandeling kan worden gelaten. Het uitvoeren van een Bibob-toets hoeft uiteraard niet tot een weigering te leiden, maar maakt het wel mogelijk om bij deze vorm van financiering te onderzoeken of geen criminele activiteiten worden gefaciliteerd. Wanneer geen (ernstige) integriteitsrisico’s naar voren komen kan een vergunning worden verleend.

 

3.4 Reikwijdte van de aanvullende beleidsregel

In alle gevallen waarbij sprake is van crowdfunding bij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk zal een Bibob-toets plaatsvinden. Er is op dit moment geen aanleiding om bij crowdfunding in andere sectoren een dergelijke toets toe te passen.

 

4. Toepassing Wet Bibob bij crowdfunding en soortgelijke vormen van financiering, zoals giften of sponsoring

4.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De definities in artikel 1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij onderstaand onder 2 anders is bepaald.

  • 2.

    In deze beleidsrege wordt verstaan onder:

    • a.

      rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Enschede;

    • b.

      aanbestedende dienst: de gemeente Enschede;

    • c.

      bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders, dan wel het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • d.

      aanvraag: de aanvraag van een beschikking respectievelijk het aanbod tot een overheidsopdracht, dan wel de inschrijving en/of het aanbod waarmee wordt deelgenomen aan een aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht;

    • e.

      Bibob-toets: het onderzoek en de beoordeling door het bestuursorgaan en/of het Landelijk Bureau Bibob of, en zo ja in hoeverre sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 9 van de Wet Bibob.

    • f.

      eigen onderzoek: een onderzoek door het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak of, en zo ja in hoeverre sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 9 van de Wet Bibob en de beoordeling of in de resultaten van dit onderzoek grond is gelegen een voor de betrokkene negatieve beslissing te nemen dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;

    • g.

      wet: Wet Bibob;

 

4.2 Toepassing

  • 1.

    Uitvoering van de Bibob-toets en eventuele toepassing van de weigerings- enintrekkingsgronden van de Wet Bibob vinden plaats bij een (aanvraag van een) beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk), waarbij op grond van eigen ambtelijke informatie, informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of vanuit het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van de wet een redelijk vermoeden bestaat dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of zal plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften.

  • 2.

    Als aan deze voorwaarden is voldaan wordt aangenomen dat er aanleiding bestaat voor het vermoeden, dat de (aangevraagde) beschikking mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of om strafbare feiten te plegen, waardoor er aanleiding is om een Bibob-toets uit te voeren.

 

4.3 Beschikking

  • 1.

    Het bestuursorgaan gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag van de beschikking dan wel tot de intrekking van de beschikking als bedoeld in artikel 4.2 lid 1 indien uit het eigen onderzoek of een advies van het Bureau volgt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2.

    Het bestuursorgaan, dat een advies van het Bureau als bedoeld in de wet ontvangt, kan dit advies gedurende twee jaren gebruiken in verband met een andere beslissing.

 

4.4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel is vastgesteld op 29 mei 2018 en treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

4.5 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Aanvullende beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede.

 

 

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

de loco-Secretaris, de Burgemeester,

E.A. Smit, dr. G.O. van Veldhuizen