Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent subsidie Subsidiekader 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent subsidie Subsidiekader 2019
CiteertitelSubsidiekader 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zoetermeer/CVDR404294/CVDR404294_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201801-06-2019nieuwe regeling

22-05-2018

gmb-2018-114101

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent subsidie Subsidiekader 2019

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer; om voor de jaarsubsidies 2019 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid:

 

Subsidiekader 2019

1. INLEIDING

De gemeente Zoetermeer wil met zijn subsidiebeleid gewenste maatschappelijke doelstellingen en -effecten realiseren voor haar inwoners. Van 1 juni tot 31 augustus 2018 kunnen subsidieaanvragen ingediend worden voor de jaarsubsidies 2019. Om richting te geven aan de subsidieverzoeken wordt, in aanvulling op de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer, een subsidiekader vastgesteld.

Het Subsidiekader 2019 is opgesteld op basis van actuele ontwikkelingen binnen de verschillende programmaonderdelen en de informatie die tussentijds is verkregen over de behaalde effectiviteit van verstrekte subsidies. In dit subsidiekader worden de doelen en effecten per programmaonderdeel beschreven. Verder worden speerpunten voor de beoordeling van aanvragen voor 2019 toegelicht. Tevens worden per programmaonderdeel subsidieplafonds aangegeven. Het subsidiekader begint met drie algemene notities, namelijk de stapsgewijze modernisering van subsidievestrekking het streven naar gebundelde aanvragen, en aanvragen in relatie tot huurindexatie.

2. ALGEMENE NOTITIES  

Modernisering subsidieverstrekking

Momenteel spelen een aantal ontwikkelingen die vragen om een herijking van de gemeentelijke subsidieverstrekking. De belangrijkste hierbij is de verdergaande beleidsintensivering binnen het sociaal domein. Samenhangend hiermee speelt de vraag of de gemeente voldoende opgavegestuurd te werk gaat, en hoe deze vraag zich verhoudt tot de huidige manier van subsidieverstrekking. De gemeente wil voor haar inwoners de komende periode nog meer inzetten op een zo doelmatige- en doeltreffende verstrekking van middelen, om zo de gewenste maatschappelijke doelstellingen te realiseren. Meer concurrentie óf juist meer samenwerking tussen instellingen is hier een belangrijk onderdeel van. Meer concurrentie of meer samenwerking tussen instellingen versterkt tevens de sturing op maatschappelijke effecten en resultaten. Op sommige beleidsterreinen gaat een veranderde subsidieverstrekking eerder in werking treden dan op andere beleidsterreinen. Het gaat dan om (een deel van) het welzijns- en armoededomein. Binnen het welzijnsdomein zijn er bestuurlijke gesprekken gevoerd met instellingen over de behaalde resultaten en/of exploitatie van activiteiten. De gemeente gaat de subsidieverstrekking van deze activiteiten anders inrichten. Binnen het armoedebeleid is geconstateerd dat de subsidies voornamelijk worden ingezet voor individuele hulp- en dienstverlening. De gemeente gaat hier de afweging maken of zij deze taken niet op een andere manier dan het verstrekken van subsidies wil uitbesteden. Overigens neemt de gemeente bij de herijking van de subsidieverstrekking de uitgangspunten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 (ASV) in acht.

 

Gebundelde aanvragen

De gemeente gaat nog meer dan in voorgaande jaren inzetten op het in samenhang beoordelen van aanvragen van instellingen, zowel binnen de programmaonderdelen als programma-overstijgend. Onderdeel hiervan is dat instellingen die aanvragen voor meerdere subsidieactiviteiten indienen, gevraagd worden dit in één enkele aanvraag te bundelen. Het doel hierbij is het aanvraagproces voor instellingen administratief te vergemakkelijken, en te komen tot een integrale gemeentelijke beoordeling van aanvragen. Een gebundelde aanvraag van meer dan € 100.000 betekent dat een accountantsverklaring afgegeven dient te worden, die verhogende kosten met zich meebrengen. Deze kunnen in de begroting opgenomen worden.

 

Subsidieaanvragen en huurindexatie

Instellingen die accommodatie(s) huren van de gemeente, kunnen bij de aanvraag van de subsidie rekening houden met inflatie. Omdat het percentage van de huurstijgingen op een later moment bekend is, dan de aanvragen ingediend moeten zijn, wordt geadviseerd om met 2% rekening te houden. In de subsidiebeschikking wordt de daadwerkelijke stijging van de huren verleend.

3. SUBSIDIEPLAFOND  

Het subsidiekader valt binnen de kaders van de meerjarenbegroting. Om te sturen op inzet van middelen en voor de transparantie wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het totaal aan te verlenen subsidies per programma kan niet hoger zijn dan het plafond dat voor dit programma is vastgesteld. Omdat deze plafonds worden vastgesteld voordat de begroting 2019 is vastgesteld, hebben burgemeester en wethouders op basis van artikel 3 lid 1 van de ASV de bevoegdheid om deze plafonds aan te passen wanneer de behandeling van de begroting 2019 door de raad daartoe aanleiding geeft.

Het college stelt voor de jaarsubsidies 2019 de volgende subsidieplafonds vast:

 

Programma(onderdelen)

Subsidieplafond jaarsubsidies 2019

Programma 1: iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee

 

Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren en Beperken uitval in het onderwijs

€ 3.948.537

Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan (armoedebeleid)

€ 1.171.927

Programma 2: vergroten zelfredzaamheid en participatie

 

Bevorderen opgroeiklimaat voor jongeren en Bevorderen zorg op maat voor jongeren

€ 6.682.786

Langer zelfstandig wonen, bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden, Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking

€ 8.400.134

Programma 4: Stimuleren vrije tijdsklimaat: cultuur, sport, evenementen

 

Behouden en versterken breed toegankelijke en aantrekkelijke vrijetijdsvoorziening Cultuur

€ 6.733.942

Bevorderen bruis, levendige stad: cultuur

€ 2.581.760

Bevorderen bruis, levendige stad: sport, en sportstimulering

€ 33.601

Combinatiefunctionarissen Cultuur

€ 264.546

Bevorderen bruis, levendige stad: Bevorderen deelname aan sport door bijzondere doelgroepen en stimuleren maatschappelijke activiteiten door sportverenigingen

€ 55.000

4. SPEERPUNTEN BEOORDELING 2019  

Het subsidiebudget wordt verdeeld op basis van een kwalitatieve integrale beoordeling en rangschikking van de voorstellen. De beoordelingscriteria en het systeem van toekennen van punten is vastgelegd in artikel 2.3. van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer. Ter uitwerking van dit artikel worden hieronder o.a. aangegeven welke speerpunten worden betrokken bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor het jaar 2019.

 

Programma 1: Iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee.

1.1: Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren

1.2: Beperken uitval in het onderwijs De subsidies die verstrekt worden in deze programmaonderdelen dragen bij aan het leveren van maatwerk in spelen en leren, of het beperken van de uitval in het onderwijs. Onder andere voor speel(taal)huizen, onderwijsachterstandenbeleid, Brede Schoolactiviteiten, schoolmaatschappelijk werk, woonbegeleiding voor jongeren en volwasseneducatie zijn in voorgaande jaren subsidies verstrekt. Subsidieaanvragen die een relatie hebben met het aanbod op scholen, dienen in afstemming met het Samenwerkingsverband, betrokken schoolbesturen en/of het mbo ingediend te worden. Een deel van het subsidiebudget is gericht op het voorkomen van onderwijsachterstanden. Deze subsidies worden uit rijksmiddelen bekostigd, waarvoor aanvullende voorwaarden gelden.

 

Doelen en effecten: 

In deze programmaonderdelen wil de gemeente de volgende twee doelstellingen bereiken:

Ad 1.1. Maatwerk in spelen en leren Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- of leeromgeving zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Dit subsidiebudget kan alleen besteed worden aan activiteiten die voldoen aan de wettelijke criteria. Het gaat hierbij om activiteiten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie en uitvoering leerplicht en RMC

 

Effecten:

  • 1.

    Gelijke en betere ontwikkelkansen voor kinderen en jongeren van nul tot 27 jaar;

  • 2.

    Meer kinderen en jongeren ontwikkelen zich tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau, zo mogelijk met een startkwalificatie;

  • 3.

    Kinderen met een (taal)ontwikkelingsachterstand boeken extra leerwinst zodat de achterstand verkleind wordt;

  • 4.

    Het kinderopvang- en/of onderwijsaanbod en –huisvesting is kwalitatief goed en wordt behouden of verhoogd;

  • 5.

    Voldoende basisvaardigheden voor alle inwoners van de gemeente Zoetermeer.

     

Ad 1.2. Beperken uitval in het onderwijs Voor ieder kind en iedere jongere kan (maatwerk) begeleiding ingezet worden zodat voorkomen wordt dat hij of zij uitvalt in het onderwijs.

Effecten:

  • 1.

    Gelijke en betere ontwikkelingskansen voor elk kind en elke jongere, die daarvoor de juiste ondersteuning ontvangt;

  • 2.

    De uitval in het onderwijs wordt beperkt;

  • 3.

    De doorstroom binnen het onderwijs en naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd;

  • 4.

    Ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind;

  • 5.

    De samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

 

Speerpunten 2019 

Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen 2019 wordt binnen het onderdeel onderwijs belang gehecht aan de volgende activiteiten:

  • 1.

    activiteiten die gericht zijn op het bieden van gelijke ontwikkelkansen van kinderen en jongeren;

  • 2.

    activiteiten die aantoonbaar effectief zijn;

  • 3.

    activiteiten die gezamenlijk georganiseerd worden en die gericht zijn op binnen- en buitenschoolse activiteiten, initiatieven met leertijdverlenging en/of weekend- en zomerscholen;

  • 4.

    activiteiten die in samenwerking met verschillende partijen aangeboden worden, die de ouderbetrokkenheid bevorderen.

     

1.6: Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan

De subsidies die in dit programmaonderdeel verstrekt worden, dragen er aan bij dat problemen als gevolg van armoede opgelost of voorkomen worden. Het doel is effecten van armoede bestrijden, of financiële problemen voorkomen of verhelpen.

 

Binnen dit programmaonderdeel worden jaarlijks subsidies verstrekt voor:

  • 1.

    administratieve ondersteuning;

  • 2.

    preventie door vroegsignalering en voorlichting;

  • 3.

    materiële ondersteuning gericht op minimale voedingsbehoeften en andere (noodzakelijke) basisbehoeften;

  • 4.

    materiële ondersteuning kinderen;

  • 5.

    het ondersteunen en bijdragen aan een rustige en veilige omgeving voor een goede ontwikkeling van het kind.

  

Programma 2: vergroten zelfredzaamheid en participatie

2.1: Bevorderen opgroeiklimaat voor jongeren

2.2: Bevorderen zorg op maat voor jongeren

 

Doelen en effecten

Binnen deze programmaonderdelen wil de gemeente het effect en de kwaliteit van het preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning vergroten, zodat vroegtijdig, passende hulp wordt geboden aan jeugdigen en gezinnen. De ondersteuning is gericht op het snel kunnen signaleren van en het anticiperen op risico’s, zodat problemen bij het opvoeden en opgroeien snel verminderen en de instroom in (specialistische) jeugdhulp wordt voorkomen. De leefwereld van kinderen en hun ouders staat hierbij centraal. Juist het benutten en versterken van de kracht van het gezin is het startpunt van de hulpverlening. Om deze redenen wordt de ondersteuning aangeboden op de belangrijkste vindplaatsen namelijk binnen het onderwijs, thuis, in de wijk en/of op de (sport)vereniging.

 

Speerpunten 2019

Aansluiten bij de thematische focus voor 2019 Om oplossingsgericht te kunnen werken, wordt van organisaties verwacht dat zij met hun preventieve ondersteuningsaanbod aansluiting vinden bij de meest voorkomende risico’s. Voor 2019 ligt voor vroeg-signalering en preventie hierbij de focus op aandacht voor ouderschap, signalering van (en de problematiek behorende bij) een licht verstandelijke beperking (LVB) en psychosociale problematiek – in het bijzonder depressie – bij jeugdigen van twaalf jaar en ouder. De gemeente hecht belang aan de beschikbaarheid van passend en onderling afgestemd aanbod in relatie tot al deze thema’s. Dit betekent dat er in 2019 een budgettaire verschuiving kan plaatsvinden om het aanbod in de gemeente hier meer op te laten aansluiten.

 

Versterken eigen kracht 

Van organisaties wordt verwacht dat zij gezinnen, jeugdigen en hun sociale omgeving ondersteunen bij het oplossen en beheersbaar maken van kwetsbaarheid en het versterken van de eigen mogelijkheden. De strategie hiertoe moet duidelijk terug te vinden zijn in de subsidie aanvraag. Om de eigen kracht van jongeren en gezinnen te versterken wordt ingezet op de volgende onderdelen:

  • 1.

    vergroten van de toegankelijkheid tot informatie en advies;

  • 2.

    werken vanuit een rechtenbenadering (dit betekent dat we erop gericht zijn om kinderen toe te rusten om zelf voor hun rechten en belangen op te komen);

  • 3.

    versterken van jongerenparticipatie;

vergroten van de inzet van ervaringsdeskundigheid.

 

Integraal werken

Integraal werken betreft niet alleen de afstemming van hulpverlening rond de jeugdigen, maar ook het gezinsgericht werken dat van professionals verwacht wordt. Uitgangspunt is om te kijken naar wat het hele gezin nodig heeft en daar op in te spelen, zodat de impact van de probleemsituatie zo gering mogelijk blijft. Hierbij is het soms nodig om andere (externe) professionals mee te laten kijken (en anders om ook). Integraal werken sluit ook aan bij het wijkgericht werken in het sociale domein. Samenwerking met collega’s op andere beleids- en uitvoeringsterreinen binnen het sociaal domein is daarbij onontbeerlijk. Dit betreft onder meer samenwerking tussen preventiepartners, jeugdhulppartners, volwassenzorg en veiligheidspartners, maar ook verbinding tussen beleidsterreinen WMO, jeugdhulp, participatiewet, etc.

 

In 2019 wordt verwacht dat organisaties veel meer inzetten op het vernieuwen en afstemmen van aanbod, gericht op een doelstelling m.b.t. de bovengenoemde thema’s. Dat betekent dat van organisaties verwacht wordt dat de subsidieaanvraag de onderlinge afspraken en afstemming hierover reflecteert. Indien mogelijk vragen organisaties gezamenlijk een subsidie aan om een overkoepelende doelstelling te bereiken. De beoordeling van de subsidieaanvragen en de gesprekken hierover tussen de gemeente en de organisaties zullen vanuit dit uitgangspunt ook (deels) groepsgewijs plaatsvinden.

 

Effectiviteit van preventie

De aanvraag moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het vinden van oplossingen m.b.t. de thematische prioriteit(en) zoals deze hierboven zijn weergegeven, waar mogelijk bewezen door praktijkervaring. Organisaties dienen in hun subsidie aanvraag aan te geven welke methoden gebruikt worden om monitoring en resultaatmeting vorm te geven. Er wordt hierbij vooral belang gehecht aan erkende methoden die gerichte sturing op basis van opgedane ervaring in het preventieve veld bewerkstelligen. De gemeente Zoetermeer werkt vanuit deze uitgangspunten samen met organisaties die deze visie in partnerschap met de gemeente willen verwezenlijken.

 

2.3: Langer zelfstandig wonen

2.4: Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden

2.5: Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking

De subsidies die verstrekt worden in dit programma dragen bij aan langer zelfstandig wonen, aan het bevorderen van gezondheid, veiligheid en welbevinden, en het naar vermogen meedoen aan het dagelijks leven. Onder andere voor maatschappelijke dienstverlening, mantelzorgondersteuning, cliëntondersteuning, vrijwilligersondersteuning, participatie en integratie bijzondere groepen, opvang verwarde personen, zorg en ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid, psychosociale dienstverlening, wijk – en buurtactiviteiten in wijkgebouwen, welzijnsactiviteiten ouderen, zijn in voorgaande jaren binnen deze programmaonderdelen subsidies verstrekt.

 

Doelen en effecten

In deze programmaonderdelen wil de gemeente de volgende doelstellingen en effecten bereiken:

  • -

    (kwetsbare) inwoners zijn weer zelfredzamer geworden;

  • -

    (kwetsbare) inwoners hebben weer regie op hun eigen leven;

  • -

    (kwetsbare) inwoners hebben hun netwerk versterkt;

  • -

    (kwetsbare) inwoners zijn ondersteund bij het vinden / organiseren / zelf uitvoeren van activiteiten om hun welzijn te bevorderen;

  • -

    eenzame inwoners voelen zich minder eenzaam;

  • -

    meer inwoners maken gebruik van informele hulp of lichte ondersteuning in plaats van formele zorg;

  • -

    de betrokkenheid, leefbaarheid en samenhang binnen de buurt of wijk zijn versterkt;

  • -

    mantelzorgers en zorgvrijwilligers voelen zich ondersteund, zodat zij zich optimaal kunnen richten op het bieden van informele zorg;

  • -

    mantelzorgers voelen zich gewaardeerd door de gemeente voor hun verleende zorg;

  • -

    de hulpvraag van (kwetsbare) inwoners is verhelderd en de inwoner is naar passende hulp geleid;

  • -

    vrijwilligers(organisaties) die bijdragen aan de doelen van dit programma worden ondersteund / gefaciliteerd.

     

Sterke sociale basis

De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving waar iedereen tot zijn recht komt, ongeacht leeftijd, achtergrond of beperking. Iedereen doet mee, we helpen elkaar en doen dat in iedere wijk. Een stevige sociale basis zorgt er voor dat mensen meedoen, het naar hun zin hebben en omkijken naar anderen. De sociale basis bestaat uit drie onderling nauw verbonden pijlers: 1) de inwoner zelf, 2) de eigen netwerken en 3) de meer formele, georganiseerde algemene basisvoorzieningen. Samen dragen deze bij aan een inclusieve, betrokken en vitale samenleving. Dit heeft een belangrijke preventieve functie en verkleint de behoefte aan zwaardere (zorg)voorzieningen. Er is extra aandacht voor bewoners die (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Dat mensen met psychische, fysieke of verstandelijke beperkingen structurele ondersteuning nodig hebben is logisch. Maar dat geldt ook voor mensen die tot op hoge leeftijd zelfstandig thuis blijven wonen, mensen die moeite hebben met sociale contacten, eenzaam zijn, of nog maar net in Nederland zijn, mensen die (langdurig) mantelzorg bieden, en/of dagelijks kampen met geldstress. Ook geldt dit voor alle kinderen die in dergelijke omstandigheden opgroeien.

De gemeente wil de zelfredzaamheid van haar inwoners bevorderen door hun sociale basis te versterken. Dit doet zij door hulp en ondersteuning te bieden aan inwoners op alle levensterreinen. De gemeente focust zich op ouderen met een beperking en een mindere mate van zelfredzaamheid, en inwoners met een psychische kwetsbaarheid. Tegelijkertijd heeft de gemeente ook oog voor inwoners die nu (nog) voldoende zelfredzaam zijn, maar wel een risico lopen op verminderde zelfredzaamheid. Speciale nadruk krijgt eenzaamheidsbestrijding.

 

Speerpunten 2019

  • 1.

    Vrijwilligers en mantelzorgers vormen een belangrijk onderdeel van de sterke sociale basis in de gemeente. Zij helpen kwetsbare inwoners om mee te blijven doen in de samenleving. Soms hebben vrijwilligers en mantelzorgers zelf wat hulp nodig. Of heeft een kwetsbare inwoners ondersteuning nodig die niet informeel kan worden gegeven. Dan kunnen inwoners beroep doen op professionele ondersteuning. Het college heeft aan de hand van de maatschappelijke vraag de uitgangspunten rondom de ondersteuning van vrijwilligers, mantelzorgers en cliënten herijkt. Vanaf 2019 moet de ondersteuning aan de hand van deze uitgangspunten worden uitgevoerd. Subsidieaanvragen binnen dit thema geven invulling aan deze uitgangspunten. De uitgangspunten zijn opgenomen in bijlage 1.

     

Herijking cliëntondersteuning

  • 2.

    Er wordt onderzocht of de huidige onafhankelijke cliëntondersteuning past binnen de uitgangspunten voor onafhankelijke cliëntondersteuning. Daarbij wordt een duidelijkere grens getrokken tussen cliëntondersteuning, kortdurende begeleiding en maatwerkbegeleiding. Op basis hiervan wordt een nieuw subsidieplafond bepaald voor onafhankelijke cliëntondersteuning.

Sociale cohesie en wijkactivering

Ontmoetingen en activiteiten door en voor de buurt dragen bij aan een sterke(re) sociale basis in de buurten van de gemeente. Een stevige sociale basis zorgt er voor dat meer mensen meedoen, het naar hun zin hebben en omkijken naar anderen. Om de sociale cohesie in de wijken en buurten te bevorderen en eenzaamheid te voorkomen door sociale contacten in de wijk en buurt aan te gaan, zijn de volgende speerpunten van belang bij de subsidiebeoordeling 2019:

  • 3.

    Buurtbewoners te ondersteunen en te faciliteren bij het creëren van gezamenlijke ontmoetingen en activiteiten, waarbij de goede ideeën en initiatieven vanuit de buurt centraal staan. Daarbij samen te werken met wijkverenigingen / vrijwilligersinitiatieven en die te ondersteunen, ook op het gebied van maatschappelijke initiatieven en (te organiseren) bewonersactiviteiten. Samen te werken in de netwerken met andere (welzijns- en zorg)organisaties in de wijken.

    • a.

      Buurtbewoners kortdurend ondersteunen en begeleiden bij het oplossen van knelpunten in het samenleven in hun straat of buurt. 

    • b.

      Ondersteunen, faciliteren en stimuleren van maatschappelijke (bewoners)initiatieven.

    • c.

      Sociaal makelaars ondersteunen (groepen) inwoners die voor de buurt activiteiten willen opzetten of gebruik willen maken van de mogelijkheden in de wijk / stad.

    • d.

      Ondersteunen van de wijkverenigingen / vrijwilligersinitiatieven, ook op het gebied van maatschappelijke initiatieven en (te organiseren) bewonersactiviteiten.

    • e.

      Stimuleren van samenwerking en netwerkvorming met andere (welzijns- en zorg)organisaties in de wijken.

    • f.

      Ondersteunen van bewoners bij het oplossen van knelpunten in het samenleven in hun straat of buurt (ook veiligheid).

    • g.

      Verbinding leggen tussen vitale wijkbewoners en mensen met achterstanden of een beperking.

    • h.

      Stimuleren van contacten tussen jonge en oude(re) wijkbewoners.

    • i.

      Stimuleren van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties in de wijk.

    • j.

      Waar mogelijk zorgen voor verbinding tussen welzijn en zorg.

       

Programma 4: Stimuleren vrije tijdsklimaat: cultuur, sport, evenementen

4.1: Behouden en versterken vrijetijdsvoorziening Cultuur

4.2: Bevorderen bruis (Cultuur, Sport)

De subsidies die in deze programmaonderdelen worden verstrekt, dragen er aan bij dat er laagdrempelig toegankelijke culturele voorzieningen beschikbaar zijn, en dat er bruis is in de stad. Hiervoor worden jaarlijks subsidies verleend aan:

  • 1.

    Bibliotheek;

  • 2.

    Boerderij;

  • 3.

    CKC;

  • 4.

    Historisch genootschap Oud Zoetermeer;

  • 5.

    Filmhuis Cameo;

  • 6.

    Stadstheater;

  • 7.

    Stadsmuseum;

  • 8.

    Terra;

  • 9.

    Zoetermeer FM;

  • 10.

    Cultuurfonds.

     

Subsidiering amateurkunst 2019

Vanaf 2019 gaat de subsidieverlening voor de kleine amateurverenigingen, inclusief het bijbehorende budget, over naar het Cultuurfonds Zoetermeer. Aanvragen voor subsidies voor 2019 moeten daarom bij dit fonds worden ingediend via cultuurfondszoetermeer.nl. De muziekkorpsen vallen hier voorlopig nog buiten.

 

Bruis, levendige stad: tijdelijke impuls verbinding sport aan maatschappelijke doelstellingen

In de ‘Sportagenda 2017 en verder’ (gepubliceerd in maart 2017) staat opgenomen dat de gemeente sport- en maatschappelijke doelstellingen in hogere mate aan elkaar wil verbinden. Hiernaast wil de gemeente aanvullende aandacht besteden aan sportparticipatie van specifieke doelgroepen. Voor het jaar 2018 en 2019 is een aparte subsidieregeling vastgesteld, namelijk ‘Sport als supporter van Zoetermeer’.

Bijzonder aan deze regeling is dat het uitgaat van vooraf geformuleerde ‘voorzetten’ die sportaanbieders samen met maatschappelijke partners kunnen ‘inkoppen’. Een ‘voorzet’ is een opdracht die bijdraagt aan het realiseren van een maatschappelijke doelstelling. De aanvrager die het beste idee heeft om de voorzet ‘in te koppen’, ontvangt het subsidiebedrag (maximaal € 5.000) om het idee daadwerkelijk uit te voeren.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2018.

Bijlage 2: Uitgangspunten Mantelzorgondersteuning, Vrijwilligersondersteuning, Clientondersteuning en Randvoorwaarden  

Mantelzorgondersteuning

  • 1.

    De belangrijkste ondersteuning voor mantelzorgers is passende en tijdige zorg voor de verzorgde. Mantelzorgondersteuning is hierop gericht.

  • 2.

    Mantelzorgers krijgen bruikbare en eenvoudig toegankelijke informatie over voorzieningen in Zoetermeer.

  • 3.

    Mantelzorgers worden door professionals betrokken bij de zorg. Daarbij houdt de professional rekening met hun wensen. Mantelzorgondersteuning stimuleert dit.

  • 4.

    Mantelzorgers worden empathisch behandeld en zo min mogelijk belast met bureaucratie rondom de hulp. Mantelzorgondersteuning maakt organisaties hiervan bewust.

  • 5.

    Mantelzorgers krijgen steun door informatie en persoonlijk advies. Ze krijgen erkenning door de jaarlijkse financiële waardering en een feestelijke dag voor mantelzorgers.

 

Vrijwilligersondersteuning

  • 1.

    Vrijwilligersorganisaties worden ondersteund bij het vormen van onderlinge netwerken en samenwerkingsverbanden. Zo kunnen ze beter samenwerken, kennis delen en vrijwilligers uitwisselen.

  • 2.

    Vrijwilligersondersteuning gebeurt zoveel mogelijk op de plek waar ook het vrijwilligerswerk plaatsvindt. Zo kan optimaal op de vraag van vrijwilligers worden ingespeeld.

  • 3.

    Vrijwilligersondersteuning richt zich op alle onderdelen van het vrijwilligerswerk en de organisatie daarvan. Denk hierbij aan ondersteuning bij het werven van vrijwilligers. Organisaties blijven altijd zelf verantwoordelijk voor hun vrijwilligers.

  • 4.

    Vrijwilligersondersteuning helpt vrijwilligers om hun talenten en kennis te vergroten met opleidingen. Zo zijn ze goed toegerust voor de praktijk. Organisatie van opleiding gebeurt altijd samen met de organisaties waarvoor vrijwilligers werken.

  • 5.

    Ter waardering van vrijwilligers in Zoetermeer organiseren vrijwilligersorganisaties, maatschappelijke partners, bedrijfsleven en vrijwilligersondersteuning gezamenlijk een aantrekkelijk programma met feestelijke activiteiten.

  • 6.

    Vrijwilligersorganisaties zijn zelf verantwoordelijk voor het organiseren en financieren van hun activiteiten en accommodaties. In overleg stelt de gemeente eventueel vastgoed ter beschikking tegen maatschappelijk tarief. Vrijwilligersondersteuning bemiddelt wanneer nodig.

 

Cliëntondersteuning

  • 1.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning informeert, adviseert en ondersteunt de cliënt naar de meest passende vorm van hulp. Het maakt niet op welk levensgebied de hulpvraag van de cliënt zich voordoet, hij kan met zijn vraag altijd bij de cliëntondersteuner terecht.

  • 2.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning verheldert de hulpvraag van de cliënt en gaat ook op zoek naar eventuele verborgen hulpvragen. Zo krijgt de cliënt de hulpverlening die het best bij hem of haar past.

  • 3.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning is vrij toegankelijk voor alle inwoners van Zoetermeer die een hulpvraag hebben. In de uitvoering richt onafhankelijke cliëntondersteuning zich (in overleg met gemeente) vooral op kwetsbare doelgroepen in de samenleving.

  • 4.

    De cliëntondersteuner besteedt gemiddeld 10 uur per cliënt aan ondersteuningstaken.

  • 5.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning is zichtbaar en vindbaar voor inwoners. Cliëntondersteuning kan maar hoeft niet locatiegebonden te zijn. Uitvoerende partijen communiceren hier eenduidig over richting de cliënt.

  • 6.

    De cliëntondersteuner moet onafhankelijk kunnen adviseren en mag daarom niet beslissen of iemand hulp krijgt.

  • 7.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning verleent zelf geen begeleiding, hulp en zorg aan cliënten om overlap met andere hulpverleners in het sociaal domein te voorkomen en onafhankelijk te blijven.

  • 8.

    Om cliënten uit alle kwetsbare doelgroepen optimaal te helpen, kunnen in Zoetermeer verschillende organisaties onafhankelijke cliëntondersteuning uitvoeren met ieder hun eigen expertise in een specifieke doelgroep.

  • 9.

    Voor inwoners is onafhankelijke cliëntondersteuning via één platform (telefonisch, digitaal en fysiek) te bereiken.

  • 10.

    Naast professionele onafhankelijke cliëntondersteuning kan cliëntondersteuning ook door vrijwilligers worden uitgevoerd. Professionele aanbieders dienen deze vrijwilligers te ondersteunen.

 

Randvoorwaarden voor uitvoering

  • °

    Ondersteuning aan vrijwilligers, mantelzorgers en cliënten zijn complementaire voorzieningen die elkaar versterken. De drie ondersteuningsvormen dienen daarom integraal te kunnen worden aangeboden.

  • °

    Samenwerkende organisaties dienen een integrale begroting voor alle drie de ondersteuningsvormen te kunnen indienen.

  • °

    Er wordt een budgetplafond gehanteerd van € 2.370.000 voor de ondersteuning van zowel vrijwilligers, mantelzorgers als cliënten. Uitvoerende organisaties dienen zelf te bepalen en inzichtelijk te maken hoe het budget over de verschillende ondersteuningsvormen wordt verdeeld.

  • °

    Uitvoerende organisaties dienen in hun subsidieaanvraag minimaal inzichtelijk te maken:

    • Hoe zij de uitgangspunten voor de ondersteuning van vrijwilligers, mantelzorgers en cliënten willen invullen en welke methoden daarvoor worden gebruikt.

    • Welke resultaten zij daarbij minimaal willen behalen en hoe zij het resultaatbereik gaan toetsen.

    • Welke doelgroepen zij willen gaan bereiken, hoeveel mensen zij per doelgroep willen gaan bereiken en hoe zij dit bereik zullen meten.

    • Hoe zij willen samenwerken met andere organisaties die van belang zijn om de gewenste resultaten te boeken.

  • °

    Uitvoerende organisaties dienen een gezamenlijk platform te vormen voor zowel vrijwilligers, mantelzorgers als cliënten. Dit platform dient telefonisch en digitaal bereikbaar te zijn. Tevens dienen de uitvoerende organisaties aanwezig te zijn op het Forum, plein Samenleving.