Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ameland

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Ameland 2018.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Ameland 2018.
CiteertitelRechtspositieregeling Wethouders, Raads - en Commissieleden Ameland 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Ameland 2014

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 97 van de Gemeentewet
  6. artikel 99 van de Gemeentewet
  7. artikel 147 van de Gemeentewet
  8. artikel 22, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders
  9. artikel 23, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders
  10. artikel 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders
  11. artikel 2 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  12. artikel 4 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  13. artikel 7a, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  14. artikel 13, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  15. artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-03-201817-06-2019wijziging

29-03-2018

gmb-2018-111058

9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Ameland 2018.

De raad van de gemeente Ameland,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018;

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

- commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

§ 2. Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2. Verhoging vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen in verband met bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

1. De leden van de bestuurscommissie openbaar basisonderwijs , de adviescommissie bezwaarschriften, de waarderings- en bezwarencommissie functiewaardering ontvangen een hogere vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, lid 1 en 2 Gemeentewet.

2. Van de leden van deze commissies wordt geacht dat:

a. deze op grond van hun bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname zijn aangetrokken en/of

b. de vergoeding als bedoeld in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de te verrichten werkzaamheden.

3. Het college stelt voor de leden van deze commissies een hogere vergoeding vast.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

a. voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

b. voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 4. Scholing

1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

4. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 5. Computer en internetverbinding

1. Raads- en commissieleden aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

2. Aan raads- en commissieleden aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het raads- of commissielidmaatschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.

3. Op aanvraag ontvangen raads- en commissieleden voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap maximaal € 29,90 per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raads- of commissielidmaatschap.

4. Een aanvraag om een vergoeding oftegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

§ 3. Voorzieningen voor wethouders

Artikel 7. Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8. Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9. Dienstauto

1. Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

2. De dienstauto zonder chauffeur kan door de wethouders ook worden gebruikt voor het woon-werkverkeer en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouders vervullen uit hoofde van het ambt.

3. Als de wethouders voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangen wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 10. Computer en internetverbinding

1. Wethouders aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

2. Aan wethouders aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het wethouderschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het wethouderschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.

3. Op aanvraag ontvangen wethouders voor de duur van hun wethouderschap maximaal € 29,90 per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het wethouderschap.

4. Een aanvraag om een vergoeding oftegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 11. Communicatieapparatuur

1. Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 12. Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

a. reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

b. dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 13. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

§ 4. De procedure van declaratie

Artikel 14. Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 15. Betaling en declaratie van onkosten

1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

b. betaling vooruit uit eigen middelen, of

c. betaling met een gemeentelijke creditcard.

2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maandenna factuurdatum of betaling door:

a. raads- en commissieleden ingediend bij de griffier;

b. wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 16. Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Ameland 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 25 april 2018.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Ameland 2018.