Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent kleding Kledingreglement

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent kleding Kledingreglement
CiteertitelKledingreglement
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 125 van de Ambtenarenwet
  2. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Frysl%C3%A2n/CVDR605374/CVDR605374_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-05-201801-01-201801-01-2020nieuwe regeling

08-05-2018

prb-2018-3871

01469655.8

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent kleding Kledingreglement

Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 125 Ambtenarenwet en artikel 9.2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling provincies besluiten vast te stellen een Kledingreglement

 

Artikel 1  

Afdelingshoofden zijn bevoegd hun personeelsle­den, met inachtneming van de bepalingen van dit reglement, voor de uitoefening van de dienst kosteloos uniform- en/of werkkleding te verstrekken, indien en voor zover zij de verstrekking noodzakelijk vinden en na overleg met de Ondernemingsraad.

Artikel 2  

Onder uniformkleding wordt verstaan: de kleding, die voor het representa­tief karakter van de functie nodig wordt geacht. Model en uitmon­stering van deze kleding worden door de betreffende sectordirecteur vastge­steld.

Onder werkkleding wordt verstaan: de kleding, die bij het uitoefenen van de dienst nodig is ter bescherming van persoon en/of goed en die voldoet aan de veiligheids­voorschriften, voortvloeiende uit de bepalingen van de Arbowet. Uitmonstering van deze kleding wordt door de betreffende sectordirecteur vastgesteld.

Artikel 3  

Met inachtneming van de aard van de functie van degene aan wie de ver­strekking plaats vindt en de duurzaamheid van de stof van de kleding, wordt bij de verstrekking een systeem van draagtijden, te bepalen door de leidinggevende, gehanteerd.

Artikel 4  

Aan het personeel, werkzaam in tijdelijke dienst of op arbeidsovereenkomst naar burger­lijk recht, wordt geen uniform- en/of werkkleding verstrekt, tenzij uit veiligheidsoverwe­gingen het dragen er van verplicht is gesteld, dan wel het zich laat aanzien, dat het dienstverband niet zal eindigen binnen het drievierde gedeelte van de als draagtijd van de betreffende kleding vastgestelde periode.

Artikel 5  

Werkkleding voor algemeen gebruik kan worden verstrekt in die gevallen, dat personeels­leden incidenteel (vuile) werkzaamheden moeten verrichten en waarvoor het dragen van beschermde kleding wenselijk of verplicht is.

Artikel 6  

De verstrekte kleding blijft eigendom van de provincie. Bij beëindiging van het dienstver­band dient de kleding in principe te worden ingele­verd.

Artikel 7  

De leden van het personeel, aan wie uniform- en/of werkkleding is ver­strekt, zijn verplicht de kleding tijdens de uitoefening van de dienst te dragen, tenzij dit met het oog op het seizoen en de weersgesteldheid ondoenlijk wordt geacht, dan wel het dragen er van volgens medisch advies niet wenselijk is, een en ander ter beoordeling van het afdelingshoofd.

Artikel 8  

De leden van het personeel zijn verplicht er voor te zorgen, dat de aan hen verstrekte kleding steeds in een behoorlijke staat verkeert. Zij zijn zonodig verplicht de kleding aan een inspectie te laten onderwerpen.

Artikel 9  

Het is verboden de verstrekte kleding buiten de diensturen en/of voor andere werkzaam­he­den dan waarvoor zij werd verstrekt, te gebruiken, dan wel de kleding door anderen te laten gebruiken, te vervreemden of de daarin aangebrachte merktekens of initialen te verwijderen.

Artikel 10  

Bij gebleken verwaarlozing, vermissing of vernietiging, welke naar het oordeel van de betreffende directeur aan opzet of onachtzaamheid is te wijten, wordt de daardoor ontstane schade en/of waardevermindering aan het perso­neelslid in rekening gebracht en wordt het bedrag er van op zijn salaris ingehouden, dan wel wordt de kleding voor diens rekening hersteld of vernieuwd.

Artikel 11  

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking na publicatie in het provincieblad en werkt terug tot 1 januari 2018.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als “kledingreglement”