Beleidsregels Bijzondere bijstand inzake inrichtingskosten en draagkrachtberekening

1. Wettelijke grondslagen waarop de beleidsregels zijn gebaseerd

Artikel 35 van de Participatiewet

Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

2. Algemeen kader

Inrichtingskosten en kosten duurzame gebruiksgoederen behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kunnen worden voldaan uit een inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm middels een reservering dan wel via gespreide betaling achteraf. Dit betekent dat er in beginsel geen bijstandsverlening mogelijk is voor deze kosten.

3. Bij wijze van uitzondering

Bijzondere bijstand kan worden verleend voor de kosten met betrekking tot inrichting en duurzame gebruiksgoederen in geval er sprake is van individueel bijzondere omstandigheden en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit bijvoorbeeld de bijstandsnorm, dit in afwijking van het gebruikelijke uitgangspunt dat deze in beginsel behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.

4. Onderzoek

Om te kunnen beoordelen of bijzondere bijstand kan worden toegekend wordt een onderzoek ingesteld en kan een draagkrachtberekening worden uitgevoerd op basis van de Beleidsregels Algemene draagkrachtberekening bijzondere bijstand Katwijk.

5a. Hoogte bedragen voor inrichtingskosten

• 1.

  Voor volledige inrichtingskosten voor een alleenstaande gelden de volgende maximale bedragen:

  a.	kamerbewoner:	€ 1.709,00
  b.	zelfstandig gehuisvest:	€ 3.271,00.

  De hoogte van de bedragen voor volledige inrichtingskosten voor een alleenstaande wordt jaarlijks geïndexeerd met de Consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, voor het eerst in 2017. Hierbij wordt naar boven afgerond op halve euro’s.

• 2.

  Voor volledige inrichtingskosten voor een meerpersoonshuishouden gelden de volgende maximale bedragen:

   

  a.	twee personen (gezamenlijke huishouding):	€ 3.803,50
  b.	twee personen (geen gezamenlijke huishouding):	€ 3.757,00
  c.	drie personen:	€ 4.211,50
  d.	vier personen:	€ 4.838,50
  e.	vijf personen:	€ 5.293,00
  f.	voor iedere extra persoon worden bovengenoemde bedragen vermeerderd met € 506,00.

  De hoogte van de bedragen voor volledige inrichtingskosten voor een meerpersoonshuishouden wordt periodiek aangepast aan de meest recente prijzengids van het NIBUD. Hierbij wordt uitgegaan van 50% van de meerkosten per persoon volgens de toepasselijke tabel, waarbij naar boven wordt afgerond op halve euro’s.

• 3.

  Voor gedeeltelijke inrichtingskosten geldt een (in het concrete geval nader te bepalen) percentage van de voor volledige inrichtingskosten geldende maximale bedragen. Dit percentage is afhankelijk van de verhouding waarin de gedeeltelijke inrichtingskosten staan tot de volledige inrichtingskosten.

• 4.

  Op basis van gegronde redenen kan worden afgeweken naar een lager bedrag.

5b. Hoogte bedragen voor aanschaf duurzame gebruiksgoederen

Voor de bepaling van de maximaal te verstrekken bijzondere bijstand voor de incidentele (noodzakelijke) aanschaf van duurzame gebruiksgoederen wordt in beginsel uitgegaan van 75% van de waarde zoals vastgelegd in de meest recente Prijzengids van het NIBUD, onderdeel inventaris. Hierbij wordt naar boven afgerond op halve euro’s.

6. Wijze van verstrekken

De bijzondere bijstand voor de inrichtingskosten en kosten duurzame gebruiksgoederen wordt verstrekt in de vorm van een geldlening en wordt in één keer uitbetaald, tenzij anders bepaald.

7. Terugbetaling lening

• 1.

  De verstrekte geldlening moet, op basis van de volgende regels, volledig worden terugbetaald:

  • a.

    voor een inkomen dat gelijk is aan de bijstandsnorm wordt maandelijks een bedrag van 6% van het maandinkomen afgelost, en

  • b.

    voor inkomens boven de bijstandsnorm is de Algemene draagkrachtberekening bijzondere bijstand van toepassing.

• 2.

  Zoals vastgelegd in de Beleidsregels Algemene draagkrachtberekening bijzondere bijstand Katwijk, wordt de draagkracht voor de periode van één jaar vastgesteld, ingaand op de eerste dag van de maand waarin de bijzondere bijstand is verstrekt. Na deze periode kan opnieuw een draagkrachtberekening worden uitgevoerd.

• 3.

  In individuele gevallen kunnen afwijkende aflossingsbedragen worden bepaald.

• 4.

  Indien belanghebbende een bijstandsuitkering ontvangt, wordt dit bedrag ingehouden op de bijstandsuitkering.

• 5.

  Vervroegd aflossen van de geldlening is mogelijk.

8. Overige verplichtingen

• 1.

  De verstrekte geldlening moet worden gebruikt voor het doel waarvoor de geldlening is bestemd.

• 2.

  Belanghebbende kan, tot maximaal één jaar na aanvraag van de geldlening, gevraagd worden betaalbewijzen, kwitanties, facturen en dergelijke over te leggen en dient deze vervolgens binnen een termijn van twee weken te overhandigen.

9. Terugvordering

Indien belanghebbende niet aan de verplichtingen voldoet, kan de verstrekte geldlening (gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

11. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels als toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.